Hans Nijland bracht afgelopen week een bezoek aan Erwin Koeman op Rhodos en sprak met hem en twee ijshockeyiconen over het WK voor clubteams. In zijn column rekent hij af met het commerciële gedrocht.
Het is inmiddels een prachtige traditie geworden: sinds een aantal jaar brengen wij met een hechte vriendengroep een bezoekje aan Erwin en Emmy Koeman op het Griekse eiland Rhodos. De huidige assistent-bondscoach van het Nederlands elftal heeft daar met zijn vrouw een appartement en bestierde er ooit een horecazaak.
Tot het illustere gezelschap dat een bezoek bracht aan Erwin, behoorden onder anderen voormalig ijshockeyicoon van GIJS Johan Toren en zijn oud-teamgenoot bij Oranje Nico van Galen Last. Met deze wijze mannen bespraken we op het strand van Rhodos de huidige staat van de sportwereld en ging het met name over voetbal en ijshockey, ondertussen nippend aan een papegaaiensoepie, zoals wijlen Fritz Korbach het altijd zo mooi noemde.
Vanwege deze trip moest ik het kampioenschap van mijn cluppie HSC helaas missen, maar neemt u van mij aan dat we het daar aan de Egeïsche zee uitbundig hebben gevierd.
De herinneringen aan de hoogtijdagen van GIJS zijn mij dierbaar. In de tijd van Toren behoorde de Groningse ijshockeyclub nog tot de absolute top van Nederland. De wedstrijden in een bomvol Stadspark tegen Feenstra Flyers en de Tilburg Trappers staan mij nog helder op het netvlies. Het doet opnieuw verlangen naar successen van het huidige GIJS.
Op dat strand ging het niet alleen over ijshockey, maar bespraken we ook het aanstaande vernieuwde WK voor clubteams dat van 14 juni tot 13 juli plaatsvindt in de Verenigde Staten. Ik ken geen voetballiefhebber die ernaar uitkijkt.
Er doen 32 clubs mee die in totaal 63 wedstrijden spelen en de winnaar toucheert een bedrag van 150 miljoen euro. Deelnemende clubs uit Europa zijn onder meer Real Madrid, Chelsea en Manchester City. De landskampioenen van Italië, Engeland en Spanje, te weten Napoli, Liverpool en Barcelona zijn er niet bij. Bizar! Een ondoordacht kwalificatieproces dus.
Het WK voor clubteams is een commercieel geforceerd gedrocht. Voor de fans is het niet aansprekend en voor de spelers, die al een lang seizoen achter de rug hebben, is het een enorme aanslag op het lichaam. Kortom, het toernooi valt volstrekt niet serieus te nemen.
Of vindt u mij nu te kritisch?
Dat mag. Ik zing niet altijd een vrolijk lied, maar nooit vals.