Tijdens de beklimming van de Keizersberg in Leuven dacht ik aan Groningen. Ik had de beving van die nacht niet gevoeld, ik sliep in een Leuvens hotel, maar werd wakker met 3,4 op de schaal van Richter.
Bij mij thuis hadden ze er ook niets van gemerkt, toch was het raar om weg te zijn. Ik ging naar een conferentie met honderden journalisten, maar het grootste nieuws gebeurde vlakbij huis.
De Keizersberg is vijftig meter hoog, de beklimming kort en stijl. Op de top staan schapen, een megalomaan Mariabeeld en een imposante abdij. De abdij deed nu dienst als congrescentrum, met workshops in ruimtes die tot de verbeelding spreken, zoals de sacristie, de refter en de kapittelzaal.
Plekken met een verhaal, daar houden journalisten van. De beroerde akoestiek en abominabele koffie namen we voor lief. De galm stond voor bezieling, de koffie voor tijden waarin smaak ondergeschikt was aan het grotere goed.
Herbestemming van religieus erfgoed
We waren er bijna ingetrapt. Maar tijdens een lunchwandeling vertelde een Vlaamse collega dat de Benedictijnse gemeenschap van de abdij vorig jaar was ontbonden vanwege meldingen van seksueel misbruik en toxisch leiderschap. Zo kan dat gaan, geïsoleerd op een heuvel, verscholen achter dikke muren, beschermd door een hogere macht.
De lunchwandeling ging over de verkoop en herbestemming van religieus erfgoed. Zo verhaalde onze gids in het centrum van Leuven over de sloop van de verpleegstersschool van de zusters van Liefde van Jezus en Maria. De historische vereniging had zich er nog tegen verzet, maar de projectontwikkelaar dreigde met een schadeclaim van 100.000 euro per bestuurslid en bouwt nu een modern wooncomplex van veertien verdiepingen in het oude centrum.
Wij, die geen idee hadden hoe die verpleegstersschool eruit had gezien, schudden ongelovig ons hoofd. Als romantische zielen, verknocht aan geschiedenis, verkozen we instinctief oud boven nieuw. Waar vroeger de kerk de baas was, heerste nu het grote geld. Pracht en praal gaat altijd ten koste van iets.
Onbewoonbaar verklaard
Op de terugweg naar de Keizersberg passeerden we een krakkemikkig huis. Op de voordeur was een bord getimmerd: ‘onbewoonbaar verklaard’. Mijn gedachten dwaalden weer af naar Groningen, waar het religieus erfgoed letterlijk barsten vertoont. Die mooie 14de-eeuwse Jacobuskerk in Zeerijp was nog maar net hersteld van de beving uit 2018.
We klommen weer de heuvel op. De abdij oogde nog even imposant als die ochtend, maar de glans was er wel een beetje vanaf. Gelukkig was er in de refter (eetzaal) een bijeenkomst van journalisten die dapper vertelden over een mislukt onderzoek. Mensen die hun fouten publiekelijk onder de loep nemen, die hebben we nodig.