Afgelopen week was ik als toeschouwer aanwezig bij een politieke lobbybijeenkomst van de cultuur-, sport-, evenementen-, media- en boekensector.
Dat klinkt als een hele mond vol, en dat was het ook, dus in een strak georganiseerd programma mochten verschillende vertegenwoordigers van die uiteenlopende vakgebieden (Edwin van der Sar was er!) aan de aanwezige politici vertellen waarom nou net deze vakgebieden belangrijk zijn voor een gezonde maatschappij.
Probleem was alleen: die politici letten niet heel goed op. De vertegenwoordiger van de VVD liep halverwege de ochtend naar buiten om te bellen, de vertegenwoordiger van de ChristenUnie stond tijdens de doorvoelde toespraak van Victoria Koblenko over cultuur in oorlogstijd vooral heel geconcentreerd een mandarijntje te pellen.
Als iemand een politicus kent om het bij onder de neus te drukken: graag!
Dat neem ik die politici niet kwalijk, waarschijnlijk hadden ze dezelfde week ook een lobbybijeenkomst van de openbaarvervoersector waar Fred Teeven kwam vertellen over bussen. Maar omdat ik het belangrijk vind dat sport, media en vooral cultuur in verkiezingstijd niet helemaal verzuipen tussen de branches met meer (economische) slagkracht, schrijf ik mijn verdediging van die sectoren hier ook nog maar even op. Als iemand een politicus kent om het bij onder de neus te drukken: graag!
De reden dat deze sectoren belangrijk zijn is op het eerste gezicht simpel: burgers moeten vermaakt worden. Als je niet een land vol diepongelukkige mensen wilt, dan moet je regelen dat ze naast hard werken en slapen ook nog iets leuks te doen hebben op hun dag. Niet alle mensen vinden dezelfde dingen leuk: hoewel er meer mensen per jaar een museum bezoeken dan naar een voetbalwedstrijd gaan, vind ik dat ook voetbalwedstrijden mogelijk moeten blijven.
Mensen hebben namelijk behoefte aan richting in dit puinzooiërige bestaan
Deze noodzaak om bezig gehouden te worden zie je al bij pubers in probleemwijken waar het jeugdhonk wordt wegbezuinigd. Je ziet het al bij mijn baby van 8 maanden die, als ik hem zonder brede keur aan speeltjes in de box leg, vrijwel direct begint te huilen. Een maatschappij zonder de mogelijkheid voor allen om af en toe iets leuks te bezoeken of te doen, is een maatschappij waarin burgers gaan muiten. Brood en spelen!
Maar is het een taak van de overheid om daarin te voorzien? Als media, sport en cultuur er alleen maar zijn om mensen te vermaken, kunnen die mensen, kan de markt dat dan niet zelf regelen? Maar hier komt de tweede functie van deze sectoren om de hoek kijken. Op bepaalde momenten in het leven hebben mensen namelijk een oprechte, diepgevoelde behoefte aan richting in dit puinzooiërige bestaan. Het is het gevoel dat je overvalt wanneer je op een winderig station op de bus staat te wachten, of juist het gevoel wat je opzoekt wanneer je een bruiloft of begrafenis extra lading wilt geven. Het diepe verlangen dat er in de janboel die het leven is, toch nog iets van orde te vinden valt.
Er een commercieel werkbaar model uit stampen is heel moeilijk
Dat verlangen overvalt je niet elke dag en het vraagt bij verschillende mensen evenzoveel verschillende oplossingen, dus er een commercieel werkbaar model uit stampen is heel moeilijk, zo niet onmogelijk. Waar op de ene begrafenis een gedicht van Lucebert werkt, werkt op de andere een prachtige goal van Cruyff. Maar we hebben het allemaal nodig!
Want dat verlangen is zo prangend dat wanneer er niet aan wordt voldaan, je holle mensen krijgt. Verdrietige zombies in de straat. Mensen die vergeten zijn waarvoor ze het ook alweer allemaal deden.