Beste onderbuik van Nederland, de afgelopen jaren, maar zeker de afgelopen 2 jaar na de parlementsverkiezingen van 2023, draaide het land om jou, de onderbuik van Nederland.
Om de zoveel dagen liet je weer een oprisping vliegen: de Raad van State is een elitaire boevenbende, klimaatproblematiek verzonnen, lhbti-rechten onzin en alle gelukzoekers raus.
Nu vraag ik je na jaren van dat soort oprispingen, die allemaal trouwens onmiddellijk weer vervlogen, of het niet eens tijd wordt om de aandacht van dit land naar een ander lichaamsdeel uit te laten gaan.
De knappe koppen zijn onze enige kans
De hersenen van Nederland bijvoorbeeld, die gaan we de komende tijd keihard nodig hebben. Het vorige kabinet heeft allerlei problemen afgedekt met de magische term innovatie, maar innovatie komt niet zonder de benodigde wetenschap. Zou het dan niet een goed idee zijn om, in plaats van tegemoet te komen aan de wensen van de onderbuik, te investeren in universiteiten? In goed onderwijs, op ieder niveau? Nederland kan niet prat gaan op zeldzame metalen, oliereserves of een enorme militaire macht, dus de knappe koppen van ons land zijn onze enige kans om nog mee te mogen blijven praten. Zou het niet wijzer zijn, onderbuik, om ons daarop te concentreren? Ons niet te focussen op zoiets futiels als het strengste asielbeleid ooit?
Het liefst zie ik een verkiezingsstrijd met als inzet het Nederlandse hart
Of wat dacht je van de schouders, onderbuik? Die gespierde, Nederlandse, ons voor zinken behoedende schouders. Die schouders bestaan uit echte mensen, met allemaal verschillende achtergronden, maar ze hebben één ding gemeen: ze werken allemaal keihard. Het zijn verpleegkundigen, bakkers, stratenmakers, oncologen, buschauffeurs en sociaal advocaten, rechters en schoonmakers, winkeliers en atleten en muzikanten en meubelmakers. Maar wie het ook zijn, ze leggen het allemaal belastingtechnisch af tegen de rentenierende brievenbusfirma’s die, in tegenstelling tot de daadwerkelijke schouders van Nederland, geen ene fluit bijdragen aan het voortbestaan van dit land. Zou naar die scheefgroei, die bochelvorming, niet eens wat aandacht uit moeten gaan?
Verkiezingsstrijd met als inzet het Nederlandse hart
Zo zijn er nog veel meer lichaamsdelen die beter dan jij centraal zouden kunnen staan. De Nederlandse longen bijvoorbeeld, die verstikt raken tussen klimaatgetreuzel en Tata-steel. De Nederlandse voortplantingsorganen, die graag wat minder onder het juk van reactionaire christenclowns zouden zuchten. De Nederlandse kruin, die nat wordt, want helaas geen dak boven het hoofd. Maar het liefste zie ik een campagne rondom jouw bovenbuurman, onderbuik. Het liefst zie ik een verkiezingsstrijd met als inzet het Nederlandse hart.
Want ik heb vertrouwen in het Nederlandse hart. Hoewel het afgelopen kabinet, hoewel anti-azc-schreeuwers en Malieveld-nazi’s hun best hebben gedaan dat vertrouwen te verdelgen, geloof ik er nog steeds in dat het Nederlandse hart groot en lief is. Een hart dat overloopt van muntthee met suiker en ijspret tegelijk. Overloopt van kinderpostzegels, Boomfeestdag en het stemgeluid van Jan Wolkers dat over spuugbeestjes begint.
Maar bovenal een hart dat ook een ander hart zulk overlopen gunt en begrijpt dat dat geluk niet te bereiken valt wanneer een ander hart honger heeft, of schulden heeft, of bang is voor zijn eigen leven of dat van zijn kinderen. Ze kunnen nog zoveel roepen over ‘Eigen volk eerst’ en ‘Wij zijn Nederland’, ik weet wel beter onderbuik. Een Nederlands hart is een hart dat wagenwijd openstaat. Het kan niet anders. Omdat het wanneer het voor jaren potdicht zou blijven zitten, gaat gisten, schimmelen en rotten.