Chris Huizinga en Marcel Bosker (rechts) puffen uit na hun onderlinge 5000 meter. Foto: ANP/ROBIN VAN LONKHUIJSEN
Na de stunt van Stijn van Bunt op de 5000 meter overheerste opluchting bij Chris Huizinga en Marcel Bosker. De Groninger schaatsers werden op het OKT respectievelijk tweede en derde.
De afsluitende rit tussen Kars Jansman en Beau Snellink zit er bijna op als Marcel Bosker blazend met zijn losse hand wappert. Oei, oei, zo loopt het nog net goed af. Snellink komt niet aan de 6.13,10 van Bosker, waardoor diens derde plaats waarschijnlijk recht geeft op deelname aan de Olympische Spelen in Turijn.
„Je strijdt met elkaar om de plekken”, zegt Bosker na afloop eerlijk. „Een beetje gek gezegd: je bent blij als iemand anders kapot gaat.” En dat was vrijdag in Heerenveen nodig ook, want de jonge Stijn van de Bunt is de verrassende winnaar van het olympisch kwalificatietoernooi.
Op de banken
Terwijl Chris Huizinga en Bosker zich opwarmen voor hun onderlinge rit, krijgt Van de Bunt het publiek op de banken met imposante slotronden. Hij finisht in 6.09,30. Niet veel later neemt Huizinga onderweg na een snelle start een voorsprong op dat schema, maar de man uit Garnwerd merkt al snel dat de winnende tijd er voor hem niet in zit.
Huizinga kiest ervoor zijn strijdplan aan te passen en richt zich volledig op de tweede plek, die goed is voor een startplek in Turijn. „Ik baal ervan dat ik verloren heb. Het is op de een of andere manier nog niet gelukt om onder de 6.10 te rijden. Het is elke keer iemand anders die me voorblijft”, zegt Huizinga na zijn 6.12,10. „Aan de andere kant mag ik blij zijn dat ik naar de Spelen ga. Het is een beetje dubbel.”
Marcel Bosker: „Winnen of de tweede plek zat er voor mij niet in. Ik denk dat ik daar goed genoeg voor was, maar ik heb dat niet laten zien.” Net als eerder in het seizoen, toen hij in Thialf Nederlands kampioen werd, rijdt Bosker op het OKT met een helm. „Ik liet Chris net iets te ver wegrijden, het ging niet zo makkelijk als tijdens het NK. Ik was te veel bezig met de tijd van Jorrit Bergsma, waar ik onder moest. Het werd uiteindelijk twaalf rondjes rennen in plaats van schaatsen.”
Niet relaxt
De hele middag gieren de zenuwen door Thialf. En dan helpt het niet als een concurrent boven zichzelf uitstijgt, zegt Bosker. „Het is niet echt relaxt als iemand zo hard rijdt voor jouw rit.” Ook Huizinga erkent dat de druk hoog was. „Vanaf de wereldbeker in Hamar was ik al zenuwachtig. Het is een opluchting dat ik me geplaatst heb. Nu wil ik me zondag ook binnenrijden op de 10 kilometer, daar zijn maar twee plekken te verdelen.”
Niet vooruitlopen
Beide mannen gelden als belangrijke pionnen in de opstelling voor de ploegenachtervolging. Dat maakt dat ook Bosker, ondanks zijn derde plek, voorzichtig zijn koffer kan gaan pakken. „Ik wil niet op de feiten vooruit lopen, maar ik hoop dat ik nu de echte Spelen mag meemaken.” De corona-variant van Peking was een shitshow, vindtde zoon van de voormalige schaatsers Henriët van der Meer uit Smilde en Ronald Bosker uit Loppersum.
Ondanks dat mooie vooruitzicht heeft Bosker vrijdagavond toch nog iets te klagen. Met een knipoog: „Het is verrekte balen dat die natuurijsmarathon in Winterswijk juist vanavond is. De laatste jaren van mijn carrière wil ik me daar op richten. Steeds wanneer er zo’n kans is, heb ik een andere wedstrijd. Natuurijs lijkt me zo gaaf, daar leef ik voor.”
Persoonlijke records voor Meike Veen en Daan Gelling
Op de 1000 meter bij de vrouwen, die na afloop volledig werd gedomineerd door de val van topfavoriet Jutta Leerdam, scherpte Meike Veen uit Westerlee haar persoonlijk record aan tot 1.15,27. Veen reed in de zevende rit tegen voormalig shorttrackster Suzanne Schulting, die in Thialf verrassend de tweede tijd op de klokken zette. De nieuwe toptijd van de 21-jarige Veen was uiteindelijk goed voor een negende plaats. Op de 5000 meter reed ook Daan Gelling uit Groningen naar een nieuw persoonlijk record. Hij finishte na 6.22,68.
Meike Veen (links) in actie tegen Suzanne Schulting op het olympisch kwalificatietoernooi in Thialf. Foto: ANP/Robin van Lonkhuijsen