Onze columnist solliciteert bij de NCG. 'Het loopt te vlot met de afhandeling van aardbevingsschade. Zó help ik met de sabotage' | column Eric Nederkoorn
Geachte Rijksoverheid! Hierbij solliciteer ik in volle overtuiging naar de functie van ‘businessanalist meerjarenversterkingsplanning (MJVP)’ bij de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), die ik als vacature op uw rijkswebsite heb ontdekt: werkenvoornederland.nl.
Een hardnekkige klacht is dat het te vlot loopt met de afhandeling van aardbevingsschade en de versterkingsoperatie, die samen het Groningse wonen weer plezierig moeten maken. Het tempo is nauwelijks bij te benen.
Op deze manier komt een onzinnig deel van het beschikbare budget terecht bij de gedupeerde huizenbezitters. Dit kan onmogelijk de bedoeling zijn.
Zoiets gaat ernstig ten koste van de ‘overhead’ dat, zoals het hoort op z’n Haags uitgesproken, gewoon ‘overheid’ betekent: het ambtelijk apparaat, met eraan verkleefd alle daardoor ingeschakelde onderzoekers, tegenonderzoekers, bezwarenafhandelaren, verbolgen discussiërende politici, en ga zo maar door.
Alleen al om het tij te keren lijkt me deze functie woest aantrekkelijk. En met de op te slurpen 5825 euro als maximaal salaris kan ik meehelpen het duizelingwekkende tempo van nu wat te drukken.
Ik las in uw advertentie dat ik straks ‘op basis van de prioritering mede mag sturen op alle niveaus: op de totale opgave, op de doelstellingen voor het komende jaar én op adres- en projectniveau’. Halleluja. Alleen met het uitspreken van en nadenken over deze zin zijn we zomaar 1000 euro verder. Een sterk begin. Vervolgens: ‘Als businessanalist adviseer en faciliteer jij’ (ik dus) ‘de uitvoerende afdelingen bij het sturen op de middellange en lange termijn.’
Ik sloeg direct aan op dat laatste, die twee termijnen: niks ‘kort’ of ‘snel’; hierin leest de goede verstaander de verlangde vertragingspolitiek helder terug.
Het ‘nauwe samenwerken met stakeholders binnen de afdelingen’ en het ‘opereren in een van de twee decentrale directies óf bij de afdeling Juridische en Economische Zaken’ trok mij over de streep. Vooral het woordje ‘of’.
Dit verwijst naar twijfel, altijd een doeltreffend wapen in de langzaamaanpolitiek.
Dat de dagstart begint, zo lees ik, met de onderlinge businessanalistenvraag ‘hoe voelt iedereen zich?’, bezorgt me een bijzonder warm gevoel. Daarna mag ik samen met een teamgenoot ‘de doorontwikkelbehoefte van de jaarplanning doornemen’.
Het is overduidelijk niet de bedoeling dat zo’n doorontwikkelde jaarplanning standhoudt, want ik begrijp dat ik ’s middags mijn (en uw!) tijd mag verdoen met een ‘verschillenanalyse tussen het lokale plan van aanpak en de pas herijkte jaarplanning’.
Zo’n ‘verschillenanalyse’ kan niet anders dan bedoeld zijn om straks weer een geheel nieuw lokaal plan plus een her-herijkt jaarplan te kunnen boetseren. Ik snap het helemaal! Geen vertraging zonder analyse! En dan nog die ‘Q en A-sessie op het programma met projectbeheersers en -ondersteuners’, om hun te adviseren hoe ze het geheel definitief kunnen saboteren. Werkelijk, ik kan niet wachten, met name dankzij de slotbelofte: ‘Na een dynamische dag klap je voldaan je laptop dicht.’ Het uitzicht op een ‘arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd’ lijkt mij evident. We kunnen nog eeuwen voort.