Uit een conversatie tijdens een buurtfeest: „Mijn vader is veel leuker voor zijn kleinkinderen, voor mijn kinderen dus, dan hij was voor zijn eigen kinderen, voor mij en mijn broer en zus. Hoe kan dat eigenlijk? Heeft hij bijgeleerd?”
Het is een niet onbelangrijke vraag die wel vaker gesteld of in ieder geval gedacht wordt en waar ook een van Amerika’s beroemdste schrijvers, Mark Twain (1835-1910), al op zijn typerend humoristische manier mee worstelde: „Toen ik een jongen van 14 was, was mijn vader zo dom dat ik de oude heer nauwelijks in mijn omgeving kon dulden. Maar toen ik 21 werd, verbaasde ik mij er geweldig over hoeveel hij in die zeven jaar had bijgeleerd.”
„Precies”, aldus een van de mannen op het buurtfeest. „Als ik mijn vader met mijn kinderen in de weer zie, dan lijkt hij wel een ander mens. Maar dat kan natuurlijk niet want persoonlijkheid of karakter zijn gegevenheden die vastliggen. Dus heeft het vermoedelijk meer te maken met het feit dat hij sinds zijn pensioen veel meer tijd beschikbaar heeft en spendeert met de kinderen. En als je meer tijd hebt, ben je ook vaker leuker want ontspanner in de omgang.”
Persoonlijkheidstrekken blijken beïnvloedbaar of veranderbaar
Toch is die verklaring maar een klein deel van het verhaal. Hoewel de opvatting dat persoonlijkheid niet veranderbaar is nog altijd wijd verbreid is, klopt die, zo tonen inmiddels honderden onderzoeken aan, gelukkig niet. Persoonlijkheidstrekken blijken, ondanks het feit dat erfelijkheid daarvan een factor is, wel degelijk beïnvloedbaar of zelfs veranderbaar. En psychologische trainingsprogramma’s die daarop gericht zijn, leveren vaak al binnen betrekkelijk korte tijd, zes tot twaalf weken, bij volwassenen positieve effecten op. Maar ook zonder daarop gerichte programma’s te volgen, blijkt dat mensen als ze ouder worden niet zelden aangenamere, nauwkeurigere, en emotioneel stabielere en intelligentere versies van zichzelf worden.
De vaak gemaakte vergelijking met wijn klopt eenvoudigweg. Als je weet waar je op moet letten, geldt ook voor persoonlijkheid dat deze bij het ouder worden vaak beter wordt. Net als wijn.
Ouderen pakken taken effectiever aan
Twee topexperts op het gebied van sociale intelligentie-onderzoek, Sternberg en Wagner, deden onderzoek naar de verschillen in de manier waarop werknemers die net van universiteit komen en ‘oude rotten’ in bedrijven persoonlijke en sociale problemen oplossen. De ‘oude rotten’ scoren lager op traditionele IQ-tests maar lossen zulke problemen doorgaans beter op omdat ze in sociale intelligentie de jonkies de loef afsteken. Zo blijken ze zich meer bewust van hun eigen zwakke en sterke kanten en houden daarmee rekening in wat ze doen. Ze pakken daardoor taken effectiever aan en voelen beter aan hoe anderen, ondergeschikten, collega’s, eventueel betrokken familieleden en superieuren, te benaderen teneinde projecten tot een goed einde te brengen.
De ouderen die in dit opzicht excelleren zijn vooral degenen die de motivatie en het vermogen hebben om anderen, die helemaal overstuur, helemaal over de rooie of buiten zichzelf van woede of wanhoop zijn, op te vangen, te kalmeren en op een (wat) andere manier naar hun situatie of problemen te laten kijken’.
Wat een geluk als je zulke ouderen, hetzij als (groot)ouders hetzij als adviseurs tot je beschikking hebt.