Laat ik er maar voor uitkomen. Ik heb de afgelopen tijd geregeld gefantaseerd dat Oekraïne het Kremlin in puin zou bombarderen als een terechte reactie op de puinhopen die Rusland voortdurend her en der in Oekraïne aanricht.
Elke keer wanneer via de televisie beelden worden getoond van de verwoestingen in Oekraïne, of via kranten de beschrijvingen worden gegeven, welt er een gevoel van heftige boosheid in mij op.
Boosheid jegens de agressor, die landenpikker. Die ook nog eens dag en vooral nacht zijn gang kan gaan met het dodelijke angst aanjagen en vermoorden van talloze burgers, het kidnappen van kinderen en het verwoesten van infrastructuur en belangrijke culturele monumenten. Maar tegen wie door ons – dat wil zeggen: de Verenigde Staten en zijn bondgenoten – maar niet gezegd wordt: ‘Kappen nou, anders ben je ook met ons in oorlog’.
Russische rotzooimakers
Erger nog: tegen Oekraïne is bij herhaling gezegd dat het zich moet inhouden in zijn reacties op de Russische rotzooimakers. En dat wij Oekraïne bepaalde wapens nog maar niet leveren omdat die te veel verwoesting en woede kunnen aanrichten aan de andere kant. Hoe absurd wil je het hebben?
Het is zondag 1 juni als kijkend naar het televisiejournaal mijn hart een flinke huppel maakt. Daaruit blijkt dat Oekraine middels krijgslisten met drones en ander bommentuig tot diep in Rusland heeft weten door te dringen en op allerlei plaatsen vooral militaire verwoestingen heeft weten aan te richten die hun weerga niet hebben.
‘Eindelijk’, mompel ik in mezelf tegen Poetin alsof ik er persoonlijk bij betrokken ben geweest, ‘eindelijk, kloothommel, hebben we je te pakken’. En ik ervaar een zeker gevoel van trots op de Oekraïners die van geen opgeven hebben willen weten.
Angst voor de reactie
Maar nauwelijks komt dat gevoel tot ontplooiing of het wordt overspoeld door een ander gevoel. Door angst. Angst voor wat de reactie van de veel sterkere vijand op deze diep vernederende aanval zal zijn.
De woede van Poetin en zijn trawanten moet eenvoudigweg enorm zijn. En dus hun wraak en daaruit voortvloeiende pogingen tot zo volledig mogelijk vernietiging van Oekraïne eveneens. Met als mogelijke uitkomst dat de Oekraïners weliswaar een veldslag winnen, maar de oorlog verliezen.
Ik vraag me af of ze zich dat scenario van tevoren voldoende gerealiseerd hebben. En als dat zo is dan is hun aanval zowel uiterst moedig, de moed van de wanhoop, maar in zekere zin ook suïcidaal. Tenzij wij aan deze absurde gang van zaken een einde maken door hen te hulp te schieten en de Russen duidelijk maken dat elke verdere aanval op Oekraïne ook een aanval op ons is.
Navo-top
De Navo-top op 24 en 25 juni in Den Haag lijkt mij daarvoor de uitgelezen gelegenheid. Sterker: als die top dat niet oplevert, dan is de top niet alleen schandelijk mislukt maar zal hij ook de geschiedenis ingaan als het moment waarop op deze planeet macht voorgoed recht werd.
En daarmee is de wet van de jungle, het recht van de sterkste, uiteindelijk allesbepalend. Maar als je strijdt omdat je hoe dan ook duidelijk wilt maken dat je je nooit zult neerleggen bij de houding dat macht recht is, dan kun je de oorlog nooit verliezen. Ook al delf je het onderspit.