Net als na twee vorige pausverkiezingen, die van Johannes Paulus II, de ‘Poolse’ paus, en die van Franciscus, de onlangs overleden ‘Argentijnse’, heb ik ook bij die van de nieuwe, de ‘Amerikaanse’ paus Leo XIV mezelf niet kunnen beheersen. Ik moest en zou zo snel mogelijk naar Rome.
Om de sfeer te proeven met ook deze niet-Italiaanse paus. Hem van nabij te zien. En hem als het ware met vele honderdduizenden uit alle werelddelen vanaf het Sint-Pietersplein te verwelkomen. Zo gedacht zo gedaan.
Ik ben de afgelopen week naar Rome afgereisd en heb daar een aantal dagen in de buurt van en in het Vaticaan doorgebracht. Vrijwel voortdurend temidden van gigantische mensmassa’s. Wachtend, schuifelend en, althans wat mij betreft, hopend op opnieuw een blik op de voornaamste bezienswaardigheden en plechtigheden.
Maar vooral, ook al is het uit de verte, op de nieuwe paus. Waarvoor ik de ellenlange wachttijden voor vervoer heen en terug naar mijn hotel of naar elders in de stad als passend offer heb ervaren. Deze keer is het nog drukker én langzamer én langer wachten dan de vorige.
Waardoor de vraag, die ik me ook eerdere keren wel gesteld heb, ‘wat kom ik hier eigenlijk doen?’, zich nog vaker opdringt. Ik ben allang geen devoot katholiek meer. Hoewel ik de eerst 15 jaar van mijn leven wel zo ben opgevoed. Waarvan 5 als seminarist.
Door mijn ouders, vooral mijn moeder, in de hoop dat ik priester en wie weet nog wel meer in de kerkelijke hiërarchie zou worden. Dat is dus tot haar tereurstelling niet gebeurd. Maar in die puberteitsjaren is er wel een verlangen in mij losgemaakt dat, wisselend in frequentie en sterkte, zich nog het treffendst laat omschrijven als een religieus verlangen.
Iets verheveners
Ik wil deel hebben aan iets groters, iets verheveners dan mijzelf. Het gevoel daarvan hoop ik vooral in Rome terug te vinden op de momenten van pauswisseling, ook al is het van nog zo korte duur. Door met tallozen uit alle hoeken van de wereld samen te komen en een mens boven ons uit te tillen, te verheffen.
Niet dat hem dat een bijzonder mens maakt. Maar wel een mens in het bijzondere. Iemand die door die verheffing en daarmee dankzij ons bijzondere dingen kan bewerkstelligen of uitproberen. En nog terwijl ik hier ben tot mijn vreugde ook al doet.
Door de oorlogvoerende partijen Oekraïne en Rusland uit te nodigen om in het Vaticaan directe vredesbesprekingen te beginnen. En ook al is het onwaarschijnlijk dat de strijdende partijen dat zullen aanvaarden, alleen het feit dat het is voorgesteld en zij op de een of andere wijze kleur moeten bekennen maakt Leo’s tussenbeide komen van gewicht.
Interventie van gewicht
Zoals de interventie van zijn voorganger Johannes Paulus II toen de Verenigde Staten dreigden met ‘all options are on the table’ (dus ook kernwapens) Irak binnen te vallen, een interventie die van gewicht was. Het maakte het de strijdende partijen moeilijker om met negeren of onverschilligheid te reageren.
Laten we hopen dat Leo hetzelfde weet te bewerkstelligen. Een onmiskenbaar begin lijkt me door hem gemaakt. Maar ik hoop op meer. Ik hoop dat hij ons allen waar ook ter wereld oproept met hem in hongerstaking te gaan totdat het vrede is. Die komt er dan ook.