Janneke Klijn en Leon Vries op het kantoor van Woonservice in Westerbork. Foto: Gerrit Boer
Woningcorporatie Woonservice was dit jaar volop in het nieuws. Sloop- en nieuwbouwplannen in Schoonoord en Veenoord leidden tot ophef bij huurders. Maar hoe komen dit soort plannen tot stand? Een kijkje in de keuken.
Het lijkt alsof Woonservice op dit moment veel woningen sloopt. En dat klopt ook wel, beamen interim-bestuurder Janneke Klijn en vastgoedmanager Leon Vries. „We hebben nu een aantal grote projecten tegelijk. Die duren een aantal jaar en dan vallen ze soms samen”, legt Vries uit.
Woonservice heeft 5600 woningen in de gemeenten Coevorden, Emmen, Borger-Odoorn, Assen, Midden-Drenthe en Stadskanaal. Jaarlijks worden zo’n 50 tot 75 woningen gesloopt en vervangen. Daarbovenop worden ieder jaar ongeveer 200 huizen verduurzaamd.
Woningcorporaties moeten hun woningen voor 2050 CO₂-neutraal maken. Veel woningen uit de jaren vijftig, zestig en zeventig vervangen. „Dat was geen goede bouwperiode qua kwaliteit, omdat er na de oorlog snel bijgebouwd moest worden”, zegt Vries. Ook worden andere types woningen teruggebouwd: „Na de oorlog werden er veel eengezinswoningen gebouwd, maar nu is er veel vraag naar bijvoorbeeld seniorenwoningen.”
Vijf jaar vooruitkijken
Volgens Vries is Woonservice al twintig jaar bezig met het vernieuwen van het woningbezit. Hij verwacht dat de vervangende nieuwbouw in de loop van de tijd zal afnemen, omdat de bouwkwaliteit van woningen uit de jaren tachtig en negentig beter is en die woningen vaak gerenoveerd kunnen worden. „Maar sloop en herbouw zal altijd blijven bestaan.”
Woonservice bepaalt elke vijf jaar welke huizen aan de beurt zijn. „We kijken steeds naar ons slechtste bezit. Een toekomstplanning van drie tot vijf jaar is realistisch”, zegt Vries. „Wij kunnen wel nadenken over onze wensen over tien jaar, maar dat is nog niet concreet. Als je je plannen dan al wel aan huurders vertelt, dan breng je mensen heel lang in onzekerheid.”
Dat ver vooruitkijken ingewikkeld is, blijkt bijvoorbeeld in Valthermond. Daar sloopte Woonservice in 2016 nog 32 woningen vanwege bevolkingskrimp. Maar nu moeten woningcorporaties juist extra bijbouwen. Vries: „Dat hebben we nu in Valthermond meegemaakt. Bizar hoe snel dat verandert. Dan zie je hoe moeilijk het is.”
De boodschap is altijd een slechtnieuwsgesprek, het is altijd een schok
Vries stelt dat huurders in geval van sloop zo vroeg mogelijk op de hoogte worden gebracht. „Het blijft een dilemma. Uiteindelijk is er geen beste methode", stelt Vries. „Maar dit raakt mensen natuurlijk echt, dat weten we.” De manier waarop huurders het bericht krijgen verschilt per project: soms per brief, per telefoontje, via een informatiebijeenkomst of via een huisbezoek. „Je probeert elke keer te leren van vorige keren”, zegt Vries daarover. „Het liefst wil je persoonlijk contact.”
Eind september maakte Woonservice in Valthermond bekend dat er 22 woningen worden gesloopt. Bewoners kregen een brief, daarna ging Woonservice bij iedereen thuis op de koffie. „Je wil graag individueel contact”, zegt Vries. „Maar er is altijd een moment van rumoer voordat je iedereen gesproken hebt.”
„De boodschap is altijd een slechtnieuwsgesprek, het is altijd een schok. Het gaat immers om je huis. In feite is het een soort rouwproces”, vult Klijn aan. „En soms willen mensen ook even niet meer met ons praten. Dat is begrijpelijk. Maar we blijven aanbieden om in gesprek te gaan.”
Woonservice merkt dat mensen na de eerste schok doorgaans wel wennen aan het idee. „Soms zijn mensen juist blij dat hun oude woning wordt vervangen of hadden ze toch al verhuisplannen", zegt Klijn.
Terugkeergarantie
De huuropzegging komt meestal anderhalf jaar van tevoren. In die tijd wil Woonservice iedereen bemiddelen naar een nieuw huis of een wisselwoning. „Onze ervaring is dat dit eigenlijk altijd wel lukt, zeker omdat deze huurders voorrang krijgen”, zegt Klijn. In principe krijgen mensen een terugkeergarantie naar hetzelfde dorp of dezelfde buurt. „Maar we zien dat mensen er ook voor kiezen om niet terug te keren. Dan willen ze bijvoorbeeld toch verhuizen naar een plek dichter bij hun werk.”
Behalve voorrang krijgen huurders ook een verhuisvergoeding van Woonservice. „In principe is die voor iedereen hetzelfde”, legt Klijn uit. „Anders zouden sommige mensen misschien beter onderhandelen dan anderen en dat is oneerlijk. Maar soms, als mensen veel investeringen in het huis hebben gedaan, is het maatwerk.”