Eerst herinnerde Ziggo mij eraan dat ik dringend een rekening moest betalen.
Al jaren geleden gaf ik deze firma, die handelt in tv- en internetjolijt, toestemming om de door haar verlangde genoegdoening maandelijks van mijn rekening te plukken. Wat ze nooit vergeten. Nu evenmin, bleek kort daarop.
Vervolgens viel een parkeerboete op de deurmat. Zoiets arriveert niet via de plaatselijke hoofdcommissaris of via mijn vrienden van het justitieel incassobureau, maar wordt afgegeven namens het noordelijk belastingkantoor. Wij hebben al jaren een parkeervergunning, die we telkens braaf afrekenen. Het wild om zich heen fotograferende witte boete-autootje, met op het dak apparatuur die aan vier kanten tegelijk kan scoren, dacht kennelijk beet te hebben. Nou, kom maar op.
Lachwekkende tot schokkende blunder
Eerder al had een groothandelsbedrijf in pensioenen het nog bonter gemaakt. Toen ik achter mijn DigiD-app de stand van zaken wilde bekijken, dook daar als eerste niet mijn naam op, maar die van de echtgenoot van mijn ex. Hij woonde tevens ineens op mijn adres, en moest nu toch nodig zijn pensioen aanvragen. We kunnen gelukkig prima met elkaar overweg, maar zoiets betreft een lachwekkende tot schokkende blunder, zeker in een tijd waarin een schoenmaat of brilsterkte al onder privacygevoelige informatie valt. Ik noem de naam van het bedrijf niet, uit piëteit met de arme medewerkers die allang de macht over alle computercapriolen kwijt zijn (bovendien ben ik ongetwijfeld ooit afhankelijk van hun hulpvaardigheid).
Ik ga er vanuit dat de dreigementen van de kabelexploitant en parkeerboeteclub zijn geïnitieerd door een manke doch volledige autonome computersystematiek. Wordt Nederland nu via gemeenschappelijke, fabulerende apparatuur tot wanhoop gedreven? Deze moet dan bij de landelijke Belastingdienst in de schuur staan. De computers die onze aanslagen verwerken en alle inningen respectievelijk teruggaven regelen, schijnen deels – en ik overdrijf niet – uit de jaren 70 te stammen. Persoonlijk aangeslingerd door Joop den Uyl. Kijk niet vreemd op als je een keer zomaar anderhalf miljoen terugkrijgt.
Gewoon opzij zetten. Geen mens die erachter komt.
Zo zit ons volk toch niet in elkaar?
Op deze rare woensdag gaf dit idee van één computer die alles verknoeit toch ook enige hoop. Nadat ruim 78 procent van de ingezetenen hun rol behang in de stembus had gefrommeld, kwam Geert Wilders als eindbaas uit die bus. Ik dacht, Geert Wilders, dat is de man die, veroordeeld voor groepsdiscriminatie, nog steeds vindt dat de Nationaal Coördinator tegen Racisme en Discriminatie weg moet. Zodat hij fijn zijn gang kan gaan.
De man die af wil van, in zijn woorden, klimaatwaanzin, gendermaatregelen en diversiteitsgeneuzel. Die Zwarte Piet terugeist. Die de Publieke Omroep wil afschaffen en elke cent subsidie op kunst en cultuur wil schrappen. Met het Concertgebouw dan zeker alleen inzetbaar voor wedstrijdjes wie ’t best Wien Neerlaands bloed door d’aderen vloeit uitvoert, of Waar de blanke top der duinen. Hij is de man die geen overheidsinformatie in Turks of Arabisch wil lezen, maar wel een rood-wit-blauw vlaggetje plakt op Nederlandse waar (dan helpen wij elkaar).
Zo’n type, 35 zetels? Zo zit ons volk toch niet in elkaar? Al die stembiljetten moesten na de handmatige telling haast wel in die ene, vrijwel uiteengereten computer zijn gestopt. Dit was de volgende ochtend vast gecorrigeerd. En inderdaad. Alleen naar 37 zetels. Zowaar ik niet Trump heet, na dagen vrees ik dat het echt zo is.