Dat het bos eigenlijk een begraafplaats was, hadden we de kleine niet verteld. Hij struinde met zijn bal over de paden, fantaseerde over heksen en probeerde te ontcijferen wat er op de borden stond.
,,Wat is h-u-l-s-t?’’
Wie in de natuur begraven wilde worden, vond het vast niet erg als er een spelende kleuter langs zou huppelen, hoopten we maar.
Het informatiebord bij de natuurbegraafplaats verhaalde over middeleeuwse dorpen die ooit waren verzonken in de Dollard. Op mijn telefoon vulde Google aan dat de ruziënde boeren in deze welvarende streek elkaars land onder lieten lopen door waterwerken te vernielen. Slachtoffers smeekten de rijkste man in de buurt om de dijken en sluizen te herstellen, maar hij weigerde. Niet veel later zette een vloedgolf alles onder water.
Of het waar was, wist ik niet. Een nietsontziende strijd om geld en de onwil om zwakkeren te beschermen, klonken me op zich niet vreemd in de oren.
Het bos was kaal en troosteloos, maar dat kwam omdat het februari was. De kleuter dacht eerst dat die bulten aarde molshopen waren, totdat hij constateerde dat ze wel erg groot waren. Misschien, zei hij nog steeds op zijn fantasiespelletjesfluistertoon, lag daar wel een mens onder begraven.
Klopt, zeiden wij.
We kenden niemand die hier lag. We namen alleen een kijkje, omdat het boerenland achter ons huis mogelijk net zo’n natuurbegraafplaats zal worden. Het vrolijk gepresenteerde toekomstbeeld van tienduizend graven in een nieuw natuurgebied waarin ook lekker gewandeld kan worden, wilde nog niet helemaal landen in ons hoofd.
We misbruikten daarom even onze kleuter als proefkonijn voor zo’n wandeling. Dat ging best aardig, totdat hij in zijn enthousiasme een van de grote bulten op rende om eens lekker te gaan stampen in de aarde.
,,Doe maar niet lieverd.’’
Hulst is een plant die altijd groen blijft, vertelden we hem. Ook in februari. Lang geleden, in de middeleeuwen, dachten mensen dat hulst beschermde tegen duistere machten als demonen en heksen.
Maar dat was natuurlijk bijgeloof. Net als het gefluister over schippers die bij rustig weer op de bodem van de Dollard de huizen en de torens van de verzonken dorpen konden zien, en in de diepte de klokken hoorden luiden.