Actrice en schrijfster Nhung Dam. Foto: Marco Keyzer
Het moet vast een gek gezicht zijn; een vrouw in de supermarkt met een meloen tegen d’r oor. Ze kijkt geconcentreerd alsof ze verbinding probeert te maken met een buitenaards wezen.
Mijn moeder heeft me al jong geleerd hoe ik de perfecte watermeloen kan kiezen. Tik met je wijsvinger tegen de meloen – als er een dof geluid klinkt, zal de meloen melig zijn. Ga net zo lang door tot je er één vindt met een helder, bijna hol geluid, dan heb je een knapperige meloen vol sap. Een truc met een bijna 100 procent slagingskans. Althans, als je een expert bent en jarenlange training hebt doorstaan, zoals ik.
Strenge tante
Thuis vloog het woord ‘tươi’ regelmatig over tafel, vertaald naar het Nederlands ‘vers’. Tươi voedsel is iets waarvoor we door het dak konden gaan. De meeste mensen in Vietnam gaan twee keer per dag naar de markt. In de ochtend voor het ontbijt en lunch, en in de middag voor het avondeten. Wij deden dan geen boodschappen op de Vietnamese markt, maar bij de Aldi. Mijn moeder is een strenge tante, ze accepteert geen slappe sperziebonen. Die moest ik per stuk uitzoeken. Geen citroenen met weinig sap. Die met een gladde en dunne schil zijn doorgaans sappiger. Geen onrijpe ananas, daar gebruik je je neus voor. Ruikt hij zoet en kun je het kroontje er bijna vanaf trekken? Juist!
Ik wees eens op een bak spruitjes. Geen idee wat dat waren. Mijn moeder wierp een blik op de minuscule kooltjes. Zo schattig. „Het lijkt wel op eten voor dwergen”, zei ze. „Zullen we ze eens proberen?” vroeg ik. „Ik heb geen idee hoe ik die klaar moet maken”, zei ze. Ik keek haar smekend aan: please?
Sambal en sojasaus
Thuis stoomde ze de spruitjes, daarna gingen ze in de roerbakpan met een flinke scheut sambal en sojasaus, geserveerd met rijst. Ik werd woedend, zo zag dat er niet uit bij mijn vriendjes. „Jij wilt gewoon niet integreren”, riep ik. Daarna maakten we er een missie van om typisch Hollandse groenten uit te proberen, tuinbonen, rode bieten, andijvie.
Met het Limburgs goud wist ze geen raad. Ze maakte soep van de witte asperges met balletjes krab. Weer werd ik woedend. Elk seizoen deden we nieuwe ontdekkingen. Ik was trots op onze integratieslag op de dag dat ze hutspot maakte.
Dat was wat, tijden waarin fruit en groenten niet het hele jaar door verkrijgbaar waren. Dan had je nog iets om je op te verheugen en naar te verlangen. Watermeloen en aardbeien in de zomer, boerenkool in de winter. Voor exotische vruchten, zoals lychees moesten we wachten tot we weer eens in Vietnam waren. Nu is bijna alles het hele jaar voorhanden.
Daarmee hebben we onszelf ook iets ontnomen, namelijk het plezier van verheugen, en leren dat je in het leven niet in elke behoefte maar gelijk kunt voorzien. Nu snak ik eens in de zoveel tijd naar mijn moeders spruitjes. Fushion noem ik het. Heel hip, we waren onze tijd vooruit.