Mijn Toyota Aygo werd tijdens code oranje een halve baan opzij geblazen, net op het moment dat ik ingehaald werd. Doodeng. De dikke Audi gaf me ook nog eens een corrigerende toeter.
Na de storm besloot ik op zoek te gaan naar een nieuwe auto. Iets waar ik niets vanaf wist, ik kwam niet verder dan ‘die ene rode’ of ‘mijn buurman heeft een grote.’ Nu weet ik er alles van. Opgegroeid in een gezin zonder auto, ken ik alle buslijnen uit mijn hoofd. Een huis bezitten, of een auto, dat was niet voor ons, een inkomenskloof die ik dacht nooit te overbruggen.
Gekoesterd
Een auto is voor sommige mensen een verlengstuk van hun identiteit. Het representeert een gevoel, vrijheid, passie, wordt gekoesterd als een huisdier.
De ongelijkheid in de maatschappij is maar al te zichtbaar op de weg. Mijn kleine autootje wordt regelmatig van de weg gedrukt, links rijden laat ik maar achterwege. Totdat ik eens in de dikke Mercedes van een vriend reed. Toen gingen ze ineens voor me aan de kant. Ik was dezelfde persoon, maar de bak die ik reed bepaalde hoeveel ruimte ik kon innemen.
Meer veiligheid?
Bij het zoeken naar een veiligere auto, één die meer dan een koekblikje voelde bij windstoten, kwam ik er al gauw achter dat hoe dikker je portemonnee is, over des te meer veiligheidsopties je kunt beschikken. Mensen met meer geld hebben meer recht op veiligheid? Niet heel anders dan we zien op andere vlakken in de maatschappij.
Nu ik me meer heb verdiept in auto’s, probeer ik een profiel te maken van de mens die bij mij in de straat woont. Er staat een Tesla, een Audi Q7, een Volkswagen Tayron, die zijn van serieuze mensen met serieuze banen, zou je denken. Maar er staat ook een bescheiden Smart, een Fiat Panda. De namen die zijn bedacht voor de varianten zijn lachwekkend als je erover nadenkt. De personen aan de brainstormtafel hebben zich vast vermaakt. Een Fiësta, alsof het gaat om een de beleving van stierengevechten en volksdansen, een Picanto, alsof we het hebben over een snack bij de BP, om nog maar de zwijgen over de Panda. Het ritje naar de dierentuin.
Pakken toiletpapier
In mijn zoektocht naar een nieuwe auto kwam ik er niet uit. De gedachte om de auto in te leveren en alles weer op de fiets en met het ov te doen schoot ook door mijn hoofd. Gelijk gevolgd door de vraag of ik in staat was weer terug naar af te gaan. Is je auto een verlengstuk van wie je bent? Wie ben je als je door weer en wind met pakken toiletpapier de weg onveilig maakt op je fietsje? Mijn moeder deed niet anders. Een kerstboom heeft ze achterop de fiets vervoerd, toen wij er ooit zo om zeurden. We zijn er niets minder om geworden, sterker, dat wel.