Luid gefluit. Ik weet direct dat het voor ons bedoeld is.
Midden in een gezellig druk Noorderplantsoen staan we, ik en mijn vriend, ongegeneerd te zoenen. Nou vind ik er in principe niets gênants aan om de liefste man van de wereld een kus te geven in het openbaar. Maar door dat fluiten voel ik me plotseling betrapt, bekeken. Opgelaten.
We wandelen door en brommen wat over de bemoeizucht van de buitenwereld. Hand in hand, dat wel. Ineens vraag ik me af wat ik eigenlijk te mopperen heb.
Want niemand heeft ons ‘vieze hetero’s’ genoemd. Niemand beschuldigt ons ervan dat we anderen ‘onze levensstijl opdringen’, wat dat dan ook betekent. Niemand heeft ons bedreigd.
Wat zou er zijn gebeurd als we twee mannen waren geweest, of twee vrouwen? Van vrienden, en uit de krant, ken ik genoeg verhalen om me er een voorstelling van te maken. Op Twitter vertelde een bekende laatst hoe een groepje mensen op straat over hem riep: ‘Is dat een man of een vrouw? Oh, het is een homo. Homooo!’
Nederland zakt steeds verder in de Rainbow Europe Index, die bijhoudt hoe het er met de lhbti-rechten voorstaat. Op plek dertien staan ‘we’ dit jaar, mede door de vele meldingen van discriminatie. De politiek zou daar iets aan doen, is vorig jaar afgesproken in een heus Regenboog Stembusakkoord. De uitvoering laat op zich wachten.
Over een paar weken is het Gay Pride in Groningen. Ik hoop dat iedereen zich dan even vrij voelt om ongegeneerd met zijn/haar/hun liefje te kussen, midden op straat.