Soms word je eerst intuïtief onbehaaglijk van een idee, en begrijp je pas in tweede instantie waarom dat eigenlijk is. Mij verging het zo met dat ene voorstel van Rabobank-econoom Barbara Baarsma.
Baarsma filosofeerde op de radio over een manier om CO-uitstoot te verminderen. Iedereen moet een jaarlijks CO-budget krijgen, opperde ze. Daar kun je dan twee dingen mee. Het zelf opgebruiken, door vliegen, vlees eten en verwarmen; of het verkopen aan mensen die aan hun eigen uitstootrantsoen niet genoeg hebben.
De arme verdient aan de rijke z’n vliegreis. Klassieke win-win, kun je denken. De online onderbuik van Nederland dacht er heel anders over. Baarsma heeft én links én rechts Twitter kwaad gekregen.
Als beide uitersten van het spectrum het idee even slecht vinden, wordt het nooit werkelijkheid, hield ik mezelf voor na een tijdje scrollen - ik zoek graag de lichtpuntjes in een donkere wereld. Toch blijft het proefballonnetje schuren in m’n hoofd. Ik krijg er blaren van op m’n gedachten.
Het zit ‘m niet in de toekomst die wordt geschetst, maar om de mentaliteit die eruit spreekt. Dat je van een probleem nooit echt last hebt zolang je er genoeg geld tegenaan smijt. Dat erop los consumeren een burgerrecht is. Dat we ons met slimme koopmanstrucjes wel onder systeemverandering uit kunnen wurmen.
Het leek mij altijd overduidelijk dat je met zo’n instelling de klimaatcrisis niet oplost. Dat een vooraanstaand econoom er blijkbaar heel anders over denkt - dat is een onbehaaglijk idee.