Provincies claimen in totaal 54,8 miljard uit stikstoffonds. Foto: ANP
Provincies hoeven niet meer voor 1 oktober te laten weten aan het Rijk hoe zij de stikstofuitstoot willen terugdringen. Dit betekent langer onzekerheid voor boeren in Groningen en Drenthe.
Het nieuwe kabinet (PVV, VVD, NSC, BBB) heeft in het Hoofdlijnenakkoord het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur (het stikstoffonds) geschrapt. Daarin zat 24 miljard om maatregelen te nemen die de meest kwetsbare natuurgebieden in Nederland beschermen. Het Rijk zou de plannen van de provincies betalen.
Al sinds 2022 zijn de provincies bezig met het uitwerken van plannen. Gekeken is naar het terugdringen van de veestapel met stoppersregelingen, landbouwinnovaties, natuurbescherming en aanpassingen van het landschap. Daardoor zou er meer ruimte moeten komen voor de bouw van nieuwe woningen en bijvoorbeeld werkzaamheden aan infrastructuur als bruggen en wegen.
Uitstel goed of slecht?
Boeren kunnen denken dat het nieuwe kabinet met dit uitstel hun belangen nog eens in ogenschouw neemt. Daar staat tegenover dat zij nog langer in onzekerheid verkeren over de toekomst van hun onderneming. Hebben ze nog genoeg tijd om met het bedrijf de bakens te verzetten als het balletje voor hen de verkeerde kant op rolt? Nu op de rem trappen kan averechts uitpakken. In de wet is vastgelegd dat Nederland in 2035 de stikstofdoelen moet halen. In dat jaar mag in driekwart van de kwetsbare natuurgebieden (Natura 2000) niet meer te veel stikstof neerslaan.
In de provincies zijn tien van de twaalf bestuurders die over landbouw gaan van de BBB. Ook de minister is van die partij. Drenthe wacht af of er nog wat plannen van de landelijke regering komen. In Groningen zegt gedeputeerde Henk Emmens (BBB) dat er nog geld komt om met duurzaam agrarisch beheer de natuur wat te beschermen. Of Groningen met dit pappen en nathouden afdoende bijdrage levert aan de Nederlandse- en Europese natuurdoelen, valt zeer te betwijfelen.
Krediet verspeeld in Brussel
Ondertussen hoopt het nieuwe kabinet dat er vanuit de Europese Commissie iets meer coulance kan komen. Dat lijkt zeer onwaarschijnlijk. Jaren geleden mocht Nederland van de Europese Unie bij wijze van uitzondering meer mest uitrijden (derogatie) als het volgens afspraak serieus werk zou maken van natuurbeheer en waterkwaliteit. Toen Nederland dat vertrouwen schond, werden de mestregels alsnog aangescherpt.
Als het om natuurbescherming en waterkwaliteit gaat, heeft Nederland weinig krediet in Brussel. Door tijd te kopen steekt het nieuwe kabinet de kop in het zand. Dat is spelen met vuur, en het is ook niet in het belang van de boeren.