Bloemen in de A.S. de Blécourtlaan in Winsum, na de moord op de 17-jarige Jet. Foto: 112Groningen
Sociale media worden steeds vaker gebruikt als podium om aan de haal te gaan met verschrikkelijke gebeurtenissen. Het maakt dat politie en justitie er in toch al lastige moordzaken een taak bij hebben gekregen: het in toom houden van toetsenbordridders.
Deze week werd de dood van de 17-jarige Jet in Winsum door sommige sociale mediagebruikers ingezet voor onterechte en zinloze politieke standpunten over migratie. Dit ging over de rug van nabestaanden en familie van de verdachte. Voor wie de levens nooit meer hetzelfde zullen zijn.
Ook bij de opzienbarende Weiteveen-moorden begin dit jaar werden de slachtoffers online aan de schandpaal genageld, door een grote groep mensen die zeer waarschijnlijk niets van de zaak wisten. Het beeld van een wanhopige Richard K., die in de steek gelaten door instanties overging tot het uiterste, werd online met hand en tand verdedigd. Of dat beeld ook klopte, leek er niet toe te doen.
Verdachte moet berecht worden
De berichten lijken erop gericht om weerzinwekkende gebeurtenissen in plattelandsdorpjes politiek te maken. Dat is triest, omdat het afleidt van waar het om gaat. Zoals in Winsum: er is iemand veel te jong uit het leven gerukt en de 19-jarige dader Jamesley S. – die heeft bekend – moet berecht worden. In een rechtbank.
Toch bemoeien online toetsenbordridders, met veelal racistische doeleinden (bewust of niet), zich actief met de dodelijk steekpartij in Winsum. Foto’s van de verdachte worden online gegooid, met teksten die het herhalen niet waard zijn. Het zou volgens deze ‘internethelden’, die vaak schuilgaan achter anonieme accounts, gaan om een vluchteling of asielzoeker. En dat klopt niet.
Ook deze jongen heeft een familie, voor wie hij altijd ‘hun zoon’ of ‘hun broer’ blijft. Ook zijn gezin lijdt en heeft verdriet. Deze mensen van achter een computer, tablet of smartphone een trap na geven is ronduit respectloos.
Onderbuikschrijvers in toom te houden
Voor politie en justitie zijn dergelijke zaken al lastig genoeg. Maar ze lijken er een taak bij te hebben gekregen: het in toom houden van roeptoeterende onderbuikschrijvers. ‘Denk twee keer na over mogelijke gevolgen van het online delen van teksten en foto’s: één keer voor jezelf en één voor de ander’, schreef het Openbaar Ministerie vrijdag op social media.
De avond ervoor sprak de Groningse politie een gebruiker aan op X, voorheen Twitter, omdat die een foto en een naam deelde van de vermeende dader met de tekst: ‘Geen medelijden met hem. Nooit meer vrij.’ Na de vermaning van de politie trok hij zijn digitale keutel in en verwijderde zijn bericht.
Nog verbazingwekkender waren sommige reacties op artikelen van gevestigde media, waarin openlijk werd gevraagd waarom ‘de huidskleur van de verdachte niet werd genoemd’. Wie menen deze mensen te dienen, met dit soort vragen of het rondbazuinen van niet-gecheckte info?
Vicieuze cirkel van ophef na valse berichten
Tegelijk is het voor justitie – en ook voor de advocaat van de jongen – vechten tegen de bierkaai, als dit soort berichten welig tieren op het internet. Nietsvermoedende mensen scrollen langs zo’n vals bericht en kunnen erin meegaan. En als vervolgens het OM het opneemt voor de verdachte zoals vrijdag, is hij de gebeten hond.
Laat staan als een rechtbank bij een mogelijke straf rekening houdt met de verdachte. Dan is voor diezelfde mensen het einde zoek, wat vervolgens weer de online ruimte wordt ingeslingerd. Er dreigt een vicieuze cirkel van online valsheden over moordzaken en onterechte ophef daarover wanneer ertegen wordt opgetreden.
Wie in moordzaken veel te snel conclusies trekt, denkt niet aan de nabestaanden maar alleen aan het eigen belang. Levens van betrokkenen en nabestaanden staan sinds deze week op hun kop. Het laatste wat zij erbij kunnen hebben, zijn suggestieve Facebook-berichten of onjuiste X-posts die alleen zijn bedoeld om een politieke gram te halen.
Sander Dekker is rechtbank-/ en misdaadverslaggever bij DVHN.