Henk en Sylvia Geerts zorgen al bijna 3 jaar voor Sanne als haar pleegouders. Sanne mag niet op de foto. Foto: Marcel van Kammen
Sylvia en Henk Geerts zijn pleegouders van Sanne (4). Ze vertellen graag hun verhaal in de hoop dat andere mensen erin gaan geloven dat zij ook pleegouder kunnen worden.
Het is 31 januari 2023. Het leven van Sylvia (42) en Henk Geerts (44) uit een dorp in de buurt van Drachten staat op het punt een flinke wending te nemen. Hun pleegdochter kan elk moment arriveren. Sylvia en Henk voelen de hele dag spanning, de tijd kruipt voorbij. Ze ijsberen door tot het zelfs alweer donker wordt.
Al een aantal jaar willen Henk en Sylvia heel graag pleegouders worden. Na een voorbereidingstraject overleggen ze sinds een tijdje met Jeugdhulp Friesland over de mogelijke komst van Sanne, een meisje van 14 maanden. Door omstandigheden kunnen haar ouders niet goed voor haar zorgen.
Warme overdracht
Een warme overdracht, uitgesmeerd over enkele weken. Dat was de bedoeling. Dan zou er rust zijn voor haar ouders en pleegouders om elkaar te leren kennen. Er zou ruimte zijn om afspraken te maken en om goed afscheid te nemen.
Maar een dag voordat die overdracht zou beginnen, vechten de ouders de uithuisplaatsing alsnog aan. Dan grijpt de rechter in en is de kans groot dat die beslist dat Sanne direct uit huis moet.
Dat gebeurt, het wordt ineens een crisisplaatsing. Al heeft de rechtbank die 31 januari de hele dag nodig om tot een oordeel te komen.
Om 5 uur doet de rechter uitspraak. Sanne moet uit huis en is met haar moeder en hulpverleners onderweg naar het pleeggezin.
Het is anderhalf uur later als Sylvia de moeder en haar dochter over de drempel ziet stappen. Ze vangt een glimp op van het kleine meisje. Haar aandacht gaat vooral uit naar het overweldigende verdriet van de moeder. Het grijpt Sylvia enorm aan.
Op de bank in de gezellige woonkamer geeft de moeder nog een fles aan het hongerige meisje. Ondertussen sjouwen hulpverleners spullen naar binnen. In korte tijd staat er een halve inboedel van kleren, pakken luiers, verzorgingsproducten en een kinderwagen in de woonkamer.
Twee voortandjes
De rust daalt even in als het flesje op is en iedereen zit. Sanne kan al een beetje staan. Twee voortandjes heeft ze. Nog geen kiezen, zegt haar moeder.
Het meisje trekt zich op aan de tafel en schuifelt er wat om heen. Ze laat alles gelaten over zich heenkomen. Ze ziet er vermoeid uit.
Voor het eerst kan Sylvia haar in zich opnemen. Ach, wat is het toch nog een kleintje. Even denkt ze eraan terug dat ze weliswaar had gezegd het meeste te kunnen betekenen voor een pasgeboren baby vanwege de hechting. Maar dit kindje kan hun steun duidelijk ook gebruiken.
Sylvia en Henk geven Sanne en haar moeder alle ruimte. Ze gaan naar het slaapkamertje dat het stel voor Sanne heeft klaargemaakt.
Niet te overdadig, want het laatste wat Sylvia en Henk willen is de moeder er de ogen mee uitsteken. Met neutrale tinten op de wanden en een Nijntje-tekening op de ramen willen ze de kamer vooral een warme en veilige uitstraling geven. Sylvia is opgelucht dat de moeder de kamer mooi vindt.
Sanne’s moeder krijgt alle tijd die ze nodig heeft voor het afscheid. Ze slaat een dekentje over haar huilende dochter en legt nog enkele knuffels bij haar. Dan trekt ze de slaapkamerdeur achter zich dicht. Even later verlaat ze overstuur het huis. Henk breekt, Sylvia breekt. In de woonkamer zijn de hulpverleners er stil van.
Sanne valt die eerste avond maar moeilijk in slaap. Het is lastig om haar rustig te krijgen, maar ze laten haar niet huilen. Uiteindelijk slaapt ze goed.
Onbekende vrouw
Maar in de ochtend bij de aanblik van een voor haar onbekende vrouw barst Sanne in huilen uit. Sylvia wil niets anders dan haar troosten. Ze tilt haar uit bed, maar het meisje blijft verdrietig. Na een tijdje gaat ze met de dreumes naar beneden waar Henk op de bank zit.
Volgens Sylvia heeft haar man een heel kalme uitstraling, een rustige aura. Die kan weleens van pas komen. Ze zet de snikkende Sanne naast Henk op de bank. Hij draait zijn hoofd naar haar en zij naar hem. Hoi, zegt hij dan. Sylvia ziet haar nadenken en dan ineens stopt het huilen. Een indringend moment dat Sylvia nooit meer vergeet.
Het is het begin van de band die ze stukje bij beetje opbouwen met het kwetsbare meisje. Structuur aanbrengen is van het grootste belang. Op tijd eten, op tijd naar bed, haar geruststellen als ze huilt. Het hoofdje, het lijfje, ze moet helemaal tot rust komen.
Hoe klein ook, het meisje geeft geen signalen af over hoe het met haar gaat. Als ze die eerste tijd valt, hard soms, dan huilt ze niet en gaat ze gewoon door. Alsof ze, hoe jong ze ook is, al een muurtje om zich heen heeft opgetrokken.
Pas na een maand of 8 verandert ze. Het vele geruststellen, stabiliteit geven, een band opbouwen zorgen langzamerhand voor een omslag.
In de tuin van Sylvia en Henk Geerts is volop speelruimte. Foto: Marcel van Kammen
Op een dag speelt Sanne met haar buurjongetje in een waterplas. Ze is nat geworden en Sylvia helpt haar met omkleden en schoonmaken. Als ze weer in de schone kleren staat, slaat ze haar armen om Sylvia heen. Mama, zucht ze en ze geeft Sylvia een kus. Die voelt hoe het lijfje zich ontspant in haar armen.
Het is een groots moment. Ze kan zich overgeven, ze heeft vertrouwen gekregen en ze geeft het aan Sylvia. Haar ogen glimmen als ze erover vertelt. Trots is ze ook: het meisje is in haar jonge leven al zover gekomen. En valt Sanne nu, dan huilt ze.
Ontwortelde jeugd
Voor Sylvia betekent het alles dat het beter gaat met Sanne. Sylvia weet haar hele volwassen leven al dat ze pleegouder wil worden. Dat verlangen heeft alles te maken met haar pake die een roerige en ontwortelde jeugd had. Als het even kan, wil ze dit bij een ander kindje voorkomen.
Pake hopte vanaf de oorlogsjaren van gezin naar gezin, nadat zijn moeder de zorg voor haar kinderen niet meer aankon. Nergens raakte hij gehecht. Hij leefde uit de koffer en ging van hand tot hand, want meermaals werd hem de deur gewezen.
Het ontbrak hem aan de vaardigheden zelf op een liefdevolle manier kinderen op te voeden. Hij was vaak in zichzelf gekeerd en vertrouwde niemand. Controle houden, op zijn eigen manier de dingen oplossen, dat waren voor hem belangrijke dingen. Pake hield zijn wereld het liefst zo klein mogelijk, vindt Sylvia.
Niet raar dat Sylvia’s moeder – zijn dochter – op haar beurt haar leven lang bleef hunkeren naar de onvoorwaardelijke liefde van haar vader. Zelfs in haar huwelijk leunde ze erg vaak op haar vader.
Sylvia gelooft dat het leven van pake, haar moeder én zichzelf op een ander spoor zou zijn gekomen, als iemand de wissel in het leven van pake had omgezet. Trauma’s zijn immers overdraagbaar, weet Sylvia. Pake zou zoveel beter af zijn geweest als hij zich had kunnen hechten in een goed gezin.
Dat is precies wat Sylvia dolgraag wil doen voor een pleegkind. Zij hebben plek, zij kunnen iets betekenen.
IVF-behandelingen
Wat Sylvia voelt over pleegouder worden, dat voelt Henk in de eerste jaren van hun trouwen 12 jaar geleden nog niet meteen. Of ze zelf kinderen willen, dat laten ze afhangen van het lot. Ze noemen zichzelf nuchter als het om die vraag gaat. Als het komt is het goed, als het niet komt, ook. Bij ivf-behandelingen trekken ze de grens: die willen ze niet.
Hun keuze leidt wel tot onbegrip en onterechte aannames door anderen. Mensen verwachten dat je kinderen krijgt en vinden het heel erg dat dit niet gebeurt. Sommigen die zwanger raken, durven het hen haast niet te zeggen.
Het stoort Sylvia mateloos dat het zo voor hen wordt ingevuld. Ze zijn er echt oké mee. En wie denkt dat een pleegkind dat eventuele gemis kan inlossen, heeft het helemaal mis. Een pleegkind confronteert je altijd met je eigen levensgebeurtenissen en daar moet je mee kunnen omgaan.
Tien jaar geleden overlijdt een achterneefje van Sylvia. Hij blijkt de ziekte van Menkes te hebben. Als gevolg van een aneurysma leeft hij maar 2 weken na zijn geboorte. Het is hartverscheurend en Sylvia en Henk voelen de diepe kwetsbaarheid van de ouders.
De twijfel of ze zelf kinderen zouden willen groeit door dit soort verdrietige gebeurtenissen. Misschien zou het emotioneel iets lichter zijn om te zorgen voor kinderen die niet van jezelf zijn. Bij Henk begint er tijdens al het verdriet iets te bewegen. Hoe fijn kan het zijn om juist te zorgen voor een kindje dat er al is.
Als pake in 2020 sterft en zijn levensverhaal weer vol binnenkomt bij Sylvia, hakken ze al gauw een knoop door: ze starten het pleegoudertraject. Je weet dat er kinderen zijn die het moeilijk hebben, zeggen ze. Voor hen willen ze er zijn. Zoveel mensen kunnen dat, wij ook.
Sociale vaardigheden
Dat traject is best pittig. Los van de verplichte informatieavond, een telefonische screening en een verklaring van de Raad voor de Kinderbescherming moet je veel sociale vaardigheden hebben. Je moet open en duidelijk kunnen communiceren, willen samenwerken met ouders en een veilige omgeving kunnen bieden. En ook: kinderen helpen hun gedrag te veranderen en een positieve kijk op zichzelf te ontwikkelen.
Dan zijn er nog de talloze, verdiepende vragen over waarom Sylvia en Henk het zo graag willen en hoe ze bijvoorbeeld problemen oplossen of waarom ze bepaalde keuzes in hun leven hebben gemaakt. Het is alsof hun biografieën worden geschreven.
Het is een intens en diepgaand proces, maar ook fijn. Want de antwoorden geven hen duidelijkheid. Uiteindelijk schrijft Jeugdhulp Friesland 31 pagina’s over hen vol.
Er volgen cursussen en nog steeds krijgen ze die aangeboden. Hun huis van steen met glimmende dakpannen verandert in eentje van glas. Want er komt van alles door de deur aan hulpverlening en toezicht.
Sylvia en Henk Geerts zijn pleegouders van Sanne van 4 jaar oud. Foto: Marcel van Kammen
Inmiddels is het gezin nog eens 2 jaar verder en hebben ze samen een balans gevonden. Sanne is 4 jaar en gaat sinds september naar school in het dorp. Ze houdt van dansen, muziek maken en liedjes zingen. Ze weet wat ze wil en kan haar mening stevig overbrengen. Het is lastig voor haar als er dingen ineens veranderen.
Elke 2 weken ziet ze haar ouders onder begeleiding. Gaat ze naar de dokter of tandarts en zoals laatst de kapper, dan gaat haar eigen moeder - die ze mem noemt, ook mee.
En nee, het is niet gemakkelijker als het kindje niet van jezelf is. Je stelt je open voor een kind. Doe je dat niet, dan kun je er niet voor ze zijn op de manier waarop ze dat nodig hebben. Kinderen voelen zoiets haarfijn aan. Ze verdient ook niet anders, vindt Sylvia. Voor haar voelt de zorg voor Sanne als natuurlijk. Ze hoort helemaal bij de familie, zegt Henk.
Sylvia’s leven is veranderd door Sanne. Haar werk bij het waterschap Hunze en Aa’s past niet meer bij haar. Ze legt zich nu toe op een carrière in de zorg. Dat past beter bij haar talenten om oog en oor te hebben voor mensen, verbindingen te leggen, oprecht te zijn in contact.
Sanne voelt voor Sylvia en Henk als het licht in hun leven. Je kunt het aan Sylvia zien: als ze over haar spreekt, glimmen haar ogen en moet ze meteen lachen. Sanne raakt heel veel mensen, er wordt veel van haar gehouden. Zeker ook door haar ouders.
Tweede pleegkind
Sylvia en Henk zijn nu Sanne’s anker, ze bieden haar veiligheid. Voor een mogelijk tweede pleegkindje is er nu nog geen ruimte. En ja, ze leven met de gedachte dat je een pleegkind te leen hebt, al zijn ze daar niet dagelijks mee bezig.
En met Sanne, tenslotte, gaat het goed. Op school vindt ze het leuk, ze is een sociaal en zorgzaam kind. En slim, vinden haar pleegouders en ouders. Ze heeft een lastige start gehad. Maar nu zit ze op precies hetzelfde spoor als haar leeftijdsgenootjes. Sanne heeft zelf haar eigen wissel weten om te zetten.
Om haar identiteit en die van haar ouders te beschermen is Sanne niet de echte naam van de pleegdochter van Sylvia en Henk.