Baby's krijgen al 80 jaar Brinta in Nederland. Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum, Veendam.
De een smult ervan, de ander krijgt het met moeite binnen. Maar misschien wel heel Nederland is er mee groot geworden. Brinta, in 1945 geïntroduceerd, is één van de bestverkochte Groningse producten en nog steeds te koop.
Er zijn mensen die een leven lang elke ochtend Brinta eten, anderen vinden het ‘vreselijk’, typeren het als ‘het ontbijt van de armen’ en vergelijken de structuur met Portland-cement, alleen te consumeren met een overdosis suiker.
Met de slogan ‘Niemand de deur uit zonder Brinta’, begon tachtig jaar geleden, tijdens de bevrijding, de promotie van het nieuwe Nederlandse ontbijtproduct. Tarwevlokken, te mengen met melk om pap van te maken.
600.000 proefpakketjes
Het octrooi werd in 1944 al verleend, maar vanwege de oorlog pas in 1947 gepubliceerd. De verkoop ging in het laatste oorlogsjaar alvast wel van start, ondersteund door acties en campagnes.
Brinta-praalwagens waren te zien tijdens de bevrijdingsfeesten, auto’s met verpakkingen op het dak reden door het hele land en promotieteams waren aanwezig bij de Nijmeegse Vierdaagse en de Huishoudbeurs. Er gingen 600.000 proefpakketjes van 15 cent naar kruideniers om uit te delen.
Brinta staat al 80 jaar in de schappen van elke supermarkt. Foto: Anne Marie Kamp.
Het zoveelste oorlogssurrogaat
De bevolking was niet meteen om, zag het als het zoveelste oorlogssurrogaat, maar Brinta werd een van Gronings belangrijkste voedselproducten en ligt nog steeds in iedere supermarkt in ons land. Tussen een overvloed aan vergelijkbare ontbijtproducten, maar toch.
Brinta was een uitvinding van Frederik André (Frits) Möller (1899-1989), technisch directeur bij aardappelmeelfabriek W.A. Scholten in Foxhol. Hij kwam met een antwoord op de groeiende vraag in de oorlog naar goedkoop, voedzaam, licht verteerbaar en gemakkelijk te produceren voedsel.
Frits Möller, de voedselingenieur van Scholten BV en uitvinder van Brinta. Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum, Veendam.
Hij zag in Amerika cereals als cornflakes, ontbijtproducten op basis van zetmeel van granen als maïs. Het lag in Groningen voor de hand om aardappelzetmeel te nemen, maar daarmee lukte het niet. Met tarwe, eveneens voldoende voorhanden, wel en de vlokken werden verkocht onder de naam Brinta, een afkorting van BReakfast INstant TArwe.
De naam was tevens een knipoog naar de Amerikanen, Canadezen en Engelsen, de bevrijders van Nederland in de Tweede Wereldoorlog.
Geen geboren Groninger
Frits Möller is geen geboren Groninger, maar ziet op 8 juni 1899 het levenslicht in Enschede, als oudste zoon van Maria Ameling en Johannes Hendrik Möller. Hij gaat, na de hbs en de textielschool in 1918 in Helmond, aan de slag bij textieldrukkerij N.V. P.F. Van Vlissingen & Co., de grootste van Nederland, met ruim zeshonderd medewerkers.
Möller bemoeit zich als colorist met de kleurstoffen en interesseert zich voor de chemische kant van de stoffenproductie. Hij solliciteert in 1928 bij W.A. Scholten ’s Aardappelmeelfabrieken N.V. in Foxhol. Het bedrijf heeft een chemische tak en hij wil een functie waarin hij met zijn kennis producten kan verbeteren en in het verlengde de verkoop.
De fabrieken van Scholten in Foxhol waar onder meer Brinta werd gemaakt. Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum, Veendam.
Scholten heeft acht jaar eerder met de Berlijnse Chemische Fabrik Mahler & Co dochteronderneming W.A. Scholten’s Chemische Fabrieken N.V. opgezet. Een verzelfstandiging van de afdeling ‘Kleefstoffen’, kortweg ‘de Chemische’.
Het bedrijf richt zich aanvankelijk op zwelstijfsel. Poeder op basis van aardappelzetmeel, dat na oplossing in koud water een vloeibaar plakmiddel vormt. Een vrij nieuw product dat later wordt toegepast in de textiel-, voedings- en papierindustrie en farmacie.
Na de eerste weken slaat twijfel toe
Möller moet nieuwe producten op basis van zwelstijfsels ontwikkelen. Maar na de eerste weken slaat de twijfel toe. Was Groningen wel een goede keuze? Hij was net als zijn vader gewend in een grote industriële omgeving te werken, met veel aandacht voor research.
Daar ontbrak het in Foxhol nogal aan. Wellicht vanwege de agrarische en zuinige achtergrond van de Groningers en een nog niet ontwikkeld industrieel denken, waarin heel Nederland trouwens achterliep.
Het laboratorium- en fabriekspersoneel van de Chemische in 1937. Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum, Veendam.
Het ‘laboratorium’ was niet groter dan een keuken, in een kleine aanbouw van de fabriek. Niveau van het personeel en de outillage waren beperkt. Möller moest de productie controleren, textielproeven doen, correspondentie afhandelen en klanten bezoeken en kwam amper aan research toe.
Scholten werd naar goed agrarisch gebruik ook redelijk behoudend geleid. Technische ontwikkelingen van anderen werden pas overgenomen als bleek dat ze werkten. Het bedrijf bleek meer imitator dan innovator.
Stabiele basis
Maar de directeur, J. Oltmans, zag het in hem zitten en aangezien hij voor vijf jaar had getekend en dus niet zomaar weg kon, hield hij zijn twijfels voor zich, bleef en vond een woning in Groningen, op Turftorenstraat 12.
Hij vraagt in 1931 zijn eerste patent aan, wordt in 1937 zelfs technisch directeur van de tweehoofdige leiding en legt een stabiele basis voor de verdere ontwikkeling van zetmeelproducten. In de oorlog gaat de aandacht richting de voedingsindustrie.
Het gaat hem privé ook voor de wind. Frits Möller trouwt op 8 juni 1929 met de Helmondse Josephina Adolphina Maria Stevens. Ze verhuizen naar de Ranitzstraat 22 in Helpman en een jaar later wordt zoon Willem Andrė geboren. In 1936 betrekken zij een nieuwe villa aan de Emmalaan 21 in Haren, maar het huwelijk houdt geen stand en ze scheiden op 1 december 1941.
Een klein jaar later hertrouwt Möller met de Groningse Ida Jantina Henriette Ahrens. Het paar krijgt drie kinderen en verhuist naar de Terborghsteeg 2 in Haren, een villa naast die van burgemeester Evert Van Ketwich Verschuur.
Eerste succes met Trinose en Citro-Trinose
Hij is buiten het werk betrokken bij het middelbaar-technisch onderwijs, lid van de elitaire Vereeniging van Handelaren, bestuurslid van de Groningse afdeling van het Nederlands Instituut voor Efficiency en geeft lezingen over de Chemische.
Bij de eerste succesvolle producten die onder leiding van Möller worden ontwikkeld horen de poeders Trinose en Citro-Trinose. Genees- en voedingsmiddelen voor baby’s en kleuters van ‘mindergegoeden’. Een bus van een pond is, na toevoeging van melk goed voor 9 liter voeding en kost maar 65 cent.
Trinose en Citro-Trinose waren de eerste succesvolle producten bij de Chemische. Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum, Veendam.
Beide producten zijn goedkoper dan vergelijkbare producten van Nutricia. De jeugd koopt ‘Citro’ in de oorlog bij de drogist zelfs als snoepvervanger. Eind jaren dertig wordt liefst twee derde van de productie geëxporteerd naar het Midden-Oosten, Azië en Noord- en Midden-Amerika.
De Chemische ontwikkelt en fabriceert, naast non-food, steeds meer consumptie- en farmaceutische producten op basis van aardappelzetmeel, zoals Trinose, Tritar, Caroton en Sagoline. Voor veel merkartikelen worden octrooien en licenties aangevraagd én verkregen.
‘Onmisbaar voor de voedselproductie’
Maar in de oorlog heeft het bedrijf het moeilijk. De export valt bijna volledig weg, alleen België blijft over, al lukt het om te voorkomen dat personeel naar Duitsland moet. Zij zijn immers ‘onmisbaar voor de voedselproductie’.
Frits Möller en Gerrit Dalenoord worden in 1943 benoemd tot directeuren van het moederbedrijf, W.A. Scholten’s Aardappelmeelfabrieken N.V. en hoofddirecteuren van W.A. Scholten’s Chemische Fabrieken N.V..
De Chemische wordt zelfs winstgevender dan het moederbedrijf. Er zijn jaren dat het concern dankzij de dochter overleeft. Möller blijft betrokken bij de researchafdeling en staat een jaar later aan de wieg van wat het bekendste ontbijt van Nederland zou worden: Brinta.
Het is niet het eerste product van de Chemische dat niet van aardappelzetmeel gemaakt wordt, wel het eerste succesvolle en acht decennia na de introductie ontbijt een groot deel van Nederland, van baby tot senior, nog steeds met Brinta, zij het niet meer uit Groningen.
Misschien wel heel Nederland is er groot mee geworden. Foto: Collectie Veenkoloniaal Museum.
Fabriek in Foxhol sluit
Scholten fuseert in 1965 met Honig N.V. in Koog aan de Zaan tot Koninklijke Scholten Honig (KSH). Het concern gaat twaalf jaar later failliet, waarna CSM het merk overneemt en Avebe de aardappelafdeling overneemt.
Brinta komt uiteindelijk in handen van H.J. Heinz Company. Die sluit in 2006 de fabriek in Foxhol, verhuist de productie naar Honig in Nijmegen en in 2013 naar Heinz in Utrecht. Weer drie jaar later wordt die fabriek verkocht aan Coflace Food, een dochterbedrijf van de LIVIA Group, gevestigd in München en Wenen.
‘Groei door speurzin en volharding’
Frits Möller gaat april 1964 met pensioen en krijgt van het personeel een gouden legpenning met de voor hem kenmerkende spreuk: ‘Groei door speurzin en volharding’. Hij wordt Officier in de Orde van Oranje-Nassau en de gemeente Hoogezand-Sappemeer schenkt hem de gouden eremedaille.
Möller was kunstliefhebber, schilderde zelf ook en werd na zijn pensioen voorzitter van Kunstlievend Genootschap Pictura. Ook was hij lid van de Commissie van Toezicht van de Academie Minerva in Groningen.
De man die het ontbijt bedacht waarmee hele generaties al dan niet met tegenzin de dag begonnen, overleed in 1989. De fabriek in Foxhol is lang geleden afgebroken. Het laatste wat in Groningen nog aan de pap herinnert is het Brintahuisje in het dorpje Breede bij Warffum dat jarenlang op de pakken stond.
Het witte Brintahuisje bij Breede bij Warffum. Foto: Anjo de Haan, bewerkt DVHN.
Bronnen: Jan Nico Wilkens – Frederik André Möller, Groei door speurzin en volharding (Veenkoloniale Volksalmanak 2025), Veenkoloniaal Museum, René Otterloo (redactie) - Brinta, De geschiedenis van het populairste graanontbijt van Nederland (Total Media Exposure ism Dagblad van het Noorden), www.kraftheinz.com.
‘Mijn vader was een beetje een Willie Wortel’
Frits Möller beschouwde Brinta niet als zijn belangrijkste ontdekking. Hij ontwikkelde tal van producten bij Scholten en had veel octrooien op zijn naam.
„Hij was een beetje een Willie Wortel”, aldus jongste zoon George Möller (1947) uit Bergen, „wilde altijd weer iets nieuws uitvinden en ontwikkelen. Brinta was voor de buitenwereld zijn grootste succes, maar voor mijn vader was het gewoon een onderdeel van zijn werk.”
Brinta had aanvankelijk ook stevige concurrentie. De pap werd pas echt populair nadat Reinier Paping in 1963 de Elfstedentocht won en meldde dat hij de pap als ontbijt had gehad.
„Mijn vader kwam meteen in actie. Het was een van de eerste sportsponsorcontracten. Als ik het me goed herinner kreeg Paping een koekoeksklok en sigarettenaansteker. Een niet heel ruime vergoeding, nee. Daar heeft-ie zich later ook over beklaagd.”
George Möller, de jongste zoon van Frits Möller at in zijn jeugd ook Brinta: ,,We vonden het ook lekker.'' Foto: Lucien Kroon Fotografie
Möller noemt het fascinerend hoe Brinta door Scholten in de markt werd gezet. „Het bedrijf maakte halfproducten voor de industrie, het was ‘business to business’. Met Brinta werd dat ineens ‘business to consumer’. De onderneming moest zich ineens inleven in mensen, consumenten. Er werd van alles bedacht, tot en met stripboekjes. Voor zo’n bedrijf echt uniek.”
Hij omschrijft zijn vader als volhardend en zeer doelgericht, een man die door ramen en deuren ging. „Dat heeft-ie van huis uit meegekregen. Zijn vader had het als kind niet gemakkelijk, maar werkte zich op tot chef in de textieldrukkerij van Van Heek in Enschede. Het hard werken werd met de paplepel ingegoten.”
De twee directeuren bij Scholten vulden elkaar aan. Het was een soort yin en yang-relatie tussen twee volstrekt complementaire leiders. Gerrit Dalenoord was de commerciële man en Frits Möller de techneut, de ‘voedselingenieur’. Hij had niks met marketing. Zijn idee was een goed product bedenken en dat vond zijn weg wel. Dat marketing ook producten succesvol kon maken vond hij onbegrijpelijk.
George Möller is de jongste zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader, met Ida Jantina Henriette Ahrens. Hij heeft nog een oudere broer, Hans en een zus Helma.
„Ik ben geboren toen hij 49 was. We hadden een goede band, maar hij leefde in zijn eigen wereld. Was veel afwezig, altijd aan het werk. Ook thuis stopte het denken niet. Als je het over economie wilde hebben volgde een goed gesprek, maar over ‘kinderdingetjes’ praten was niks voor hem. Het was wel een inspirerende vader, gedreven, intellectueel, wilde alles weten.”
De kinderen Möller kregen uiteraard Brinta als ontbijt. Om meerdere redenen. „We moesten wel om dat mijn vader de uitvinder ervan was. Maar we vonden het ook lekker. Een ander voordeel was dat het zo snel te maken en op te eten was dat je vier minuten later op kon staan om naar school te gaan. Suiker moest er wel bij, wij waren zoetekauwen.”
De voedselingenieur wilde graag dat zijn kinderen scheikunde studeerden, maar geen van hen trad in zijn voetsporen. „Mijn broer haakte na een jaar af en ik heb het niet eens geprobeerd. Willem André, mijn halfbroer uit het eerste huwelijk, ook niet.”
Wat George wel meekreeg was de interesse voor financiën. „Mijn vader belegde heel veel en elke dag om 13.00 uur ging de radio op Beursplein 5. Hij zal het erg mooi hebben gevonden dat ik daar de scepter heb gezwaaid.”
George Möller studeerde economie en werkte tien jaar in Londen. In 1996 werd hij algemeen directeur van de Amsterdamse Optiebeurs en na de fusie met de Effectenbeurs president-directeur van Amsterdam Exchanges (AEX) later Euronext. Hij was van 2004 tot 2009 bestuursvoorzitter van Robeco, Nederlands grootste vermogensbeheerder en bekleedde diverse toezichthoudende functies in binnen- en buitenland.
Het idee van een Brinta-monument in Foxhol, geopperd door de Groningse journalist Romke Hoogstra, zou George Möller toejuichen: „Omdat Brinta het meest belangrijke consumentenproduct uit Groningen was in de vorige eeuw. Het heeft echt impact gehad op meerdere generaties.”
Elfstedentocht
Al bij de editie van 1956 worden 3400 bordjes warme Brinta verstrekt, maar de pap raakt in 1963 onlosmakelijk met de Elfstedentocht verbonden als winnaar Reinier Paping op tv zegt dat hij voor de start heeft ontbeten met Brinta.
Het is de zwaarste tocht met een temperatuur van -12 bij de start. Van de 9862 deelnemers haalden slechts 127 de finish.
Brinta sluit meteen met Paping een van de eerste sportsponsorcontracten in Nederland. De orders stromen binnen al zal de schaatser later klagen over zijn verhoudingsgewijs geringe vergoeding.
Damtoernooi
Met een internationaal damtoernooi wilde burgemeester Gerard Boekhoven de gemeente Hoogezand-Sappemeer op de kaart zetten en daarvoor zocht hij een lokale sponsor en dat werd Brinta.
Het Internationaal Brinta Damtoernooi werd gehouden tussen 1962 en 1977. Toppers uit de hele wereld, zoals de Senegalees Baba Sy, de Oekraïnse Iser Koeperman, Andris Andreiko uit de Sovjet-Unie en uit eigen land Ton Sijbrands en Harm Wiersma zaten achter de borden in de voormalige Dr. Bosschool.
Ze bezochten ook de Brinta-fabriek, waar Baba Sy drie borden pap at en ze kregen een tas met pakken en blikken mee.
Baba Sy uit Senegal en de Zwitser Andreas Kuyken dammen in 1969 op het Brinta damtoernooi in Hoogezand. Foto: Persfotobureau D. van der Veen/Groninger Archieven
Bert en Bettie Brinta
Kinderboekenschrijver A.D. Hildebrand bracht in 1956 een zesdelige serie uit over Bert en Bettie Brinta. De tekeningen waren van Gerard van Straaten. Vijf uitgeknipte merknaampjes van de verpakking waren goed voor één boekje. Kinderen wisten niet hoe snel ze het pak leeg moesten krijgen. Kinderen konden in de jaren zeventig sparen voor een poppenkast of circus. De onderdelen konden ze uit de Brinta-verpakking knippen.