De r is alweer een poosje in de maand, tijd voor warmte. En voor wijn om het hart feestelijk te verwarmen. Komt goed uit, met al die ‘r’s uit Spanje. Rioja, Ribera del Duero, Rueda en Rias Baixas, wijnstreken met een lange geschiedenis. En dan doen we er ook nog een glas cava en een glaasje sherry bij.
Als je het enkele decennia geleden had over Spaanse wijn, dan had je het over sherry en rioja. Sherry, dat was de drank die in de jaren zeventig op tafel bij veel huisvrouwen kwam. Goedkoop, makkelijk verkrijgbaar bij de supermarkten. Denk Tio Pepe, een droge fino-sherry. Of anders Sandeman, met een reclame met de man met de cape.
Sherry was destijds een van de meest gedronken wijnen in Nederland. Misschien zouden we het nu niet eens kunnen bedenken dat sherry een wijn is – wat het wel is, zij het versterkt – en populair is de wijn allang niet meer. Ten onrechte, naar ons dunkt. Een mooie manzanilla gaat perfect met zeevruchten, en de zoete Pedro Ximénez is perfect voor bij de kaas.
Rioja, de oudste en bekendste wijnstreek van Spanje
Van die andere wijn, rioja, stonden er vorige week meer dan honderd flessen in het gelid voor ons om te proeven. En dat was nog maar het topje van de ijsberg van alle wijnen die er in de Spaanse wijnstreek La Rioja worden gemaakt. Met vertegenwoordigers van Consejo Regulador DOCa Rioja, wijnprominenten als Cees van Casteren – één van de drie Masters of Wine die ons land telt – en een keur aan sommeliers was het een publiciteitsoffensief van de wijnstreek die als een van de oudste en bekendste van Spanje bekend staat.
Master of wine Cees van Casteren tijdens de rioja-proeverij.
Een offensief dat overigens ook wel nodig was. La Rioja heeft de afgelopen jaren geduchte concurrentie gekregen. In de rode wijnen vooral van Ribera del Duero en kleinere gebieden als Somotano en Priorat. En dat heeft geleid tot een omzetdaling in de Nederlandse markt.
Terwijl er natuurlijk niks mis is met de wijnen uit La Rioja. Hooguit dat de streek misschien iets te lang op zijn lauweren ging rusten, terwijl concurrenten links en rechts met moderne technieken en uitgekiende marketingstrategieën voorbij raasden. Die lauweren heeft rioja uiteraard niet voor niets. Met de tempranillo-druif als trotse vaandeldrager voor de rode wijnen en de viura – elders in Spanje bekend als macabeo – voor de witte, hebben de wijnmakers uit de streek klassieke wijnen gemaakt.
De wijngaarden van Laguardia in Rioja.
Met dank aan een lange wijngeschiedenis. De Romeinen plantten er al in de tweede eeuw wijngaarden en de ligging van de streek, langs de Ebro-rivier en de oude handelsroute Via Augusta, hielp met het verspreiden van de faam van de wijn. Dat de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella dwars door La Rioja liep zal ook aan de internationale populariteit hebben bijgedragen.
En toen de Franse wijngaarden in de negentiende eeuw door de phylloxera – een druifluis – werden vernietigd, kwamen de Fransen hier in Spanje wijn en druiven halen, met achterlating van behoorlijk wat wijnmakerskennis. Zoals het rijpen van wijn op eikenhouten vaten. En dat is precies wat zo kenmerkend is voor de hedendaagse wijnen uit Rioja.
De wereld veroverd met krachtige wijnen
Sinds de oprichting van de eerste moderne bodega’s als Marqués de Murieta (1852) en Marqués de Riscal en Marqués de Cáceres (enkele jaren later) hebben de wijnen van Rioja de wereld veroverd met krachtige, hout gelagerde wijnen. De wijnen rijpen zowel in vaten als op de fles in de bodega’s: dat betekent dat de wijnen op het moment dat ze de kelders verlaten al helemaal op dronk zijn.
Naast jonge wijnen (joven) heb je de classificatie crianza (tenminste een jaar op eiken vat en minimaal een jaar rijping op fles), reserva (minimaal jaar op vat, twee jaar op fles) en gran reserva (minimaal twee jaar op vat en drie jaar op fles). En bijzonder: ook de witte rioja’s beginnen aan populariteit te winnen. ,,We zijn na Rueda al de tweede witte-wijnregio van Spanje, hebben in volume de Rias Baixas gepasseerd’’, zegt de Spaanse vertegenwoordiger van Rioja.
Daar noemt hij nog twee iconische wijnen uit Spanje. Rias Baixas is misschien de wat minder bekendere, maar behoort tot onze favorieten. De ster van deze Galicische streek – letterlijk ‘laaggelegen zee-inhammen’ – is de albariño-druif. Langs de steile kustlijn met haar vele inhammen en stranden, liggen piepkleine vissersdorpjes. De wijngaarden vind je landinwaarts langs de bergwegen en steile valleien die naar de binnenlanden van Spanje voeren.
Druivenplukkers aan het werk in een wijngaard in Rias Baixas.
De wijnen die hier worden gemaakt passen perfect bij al het lekkers uit de zee. Dit is de streek van de eendenmosselen, oesters, mosselen, krabben, kreeften, schelpjes en garnalen en de mooiste platvissen en ander zeespul. De albariño-wijnen omspoelen die lekkernijen met een frisse, fruitige en minerale smaak. Aromatische complexiteit met tonen van citrus, perzik, appel, en soms tropisch fruit worden in de mond gevolgd door frisse zuren die de wijnen levendig maken.
Het minerale halen de wijnen uit de granietrijke bodem. De zuiverheid van de wijnen heeft ze de laatste jaren behoorlijk populair gemaakt, in de Angelsaksische landen wordt er wel gesproken over de ‘Spaanse sauvignon blanc’. Dat doet echter geen recht aan de authenticiteit van de albariño en de streek Rias Baixas.
Een stuk landinwaarts richting Madrid, waar uitgestrekte hoogvlakten en zacht glooiende heuvels het landschap bepalen, vinden we de andere witte-wijnstreek. Rueda – naar het gelijknamige stadje – dankt zijn grote bekendheid aan de plaatselijke verdejodruif, die hier profiteert van de voedingsbodem van kalk, klei en kiezels.
Verdejo, de ster van Rueda.
Eeuwenlang werden hier zware, sherryachtige wijnen gemaakt, tot experimentele wijnmakers in de jaren zeventig de inheemse verdejo opnieuw aanplantten en nieuwe wijntechnieken probeerden. Zo werden de druiven koud gegist en opgeslagen in roestvrijstalen tanks om oxidatie tegen te gaan. Het maakte de wijn fris, stuivend en bloemig. Meer witte druivenrassen werden aangeplant, zoals de viura.
Wijnen uit Rueda zijn booming
De markt is booming voor de wijnen uit Rueda, die met Nederland hun grootste buitenlandse afnemer kennen. Vermoedelijk vanwege de prijs: de klassieke verdejo – tropisch fruit, een hint van ‘groen’ – is relatief goedkoop en heeft een smaakprofiel dat droog is en toch een zuidelijke toets heeft. Het is geen strenge wijn, gemakkelijk doordrinkbaar.
De lage prijs is vooral te danken aan de industriële aanpak in deze wijnstreek. Druiven worden grotendeels machinaal geplukt, wat relatief gemakkelijk is door de vlakke wijngaarden. Ook verder in het productieproces is mechanisatie ver doorgevoerd, zodat kosten worden bespaard op arbeid.
Komen we bij de vierde Spaanse ‘r’, Ribera del Duero, ‘de oever van de Duero-rivier’. Waar Valladolid het ‘eindpunt’ is van de Rueda-streek, markeert de stad tevens het beginpunt van de Ribera del Duero. Die oevers leveren tegenwoordig – sorry Rioja! – de meest gezochte wijnen van Spanje.
Hier bevindt zich het iconische wijnhuis Vega Sicilia (anno 1864), waar je voor een flesje Unico 450 euro betaalt. En een fles Pingus van de Deense wijnmaker Peter Sisseck uit het topjaar 2018 zien we zomaar voor ruim boven de 1000 euro op een wijnsite staan – hoewel de instapwijn van Pingus, de PSI, ‘slechts’ rond de vier tientjes kost.
Bom smaak in de mond
Tuurlijk zijn er goedkopere en goede wijnen uit Ribera del Duero, zoals Bodegas y Viñedos Monteabellón, Bodegas Balbas of Protos, maar het wordt moeilijk eentje onder de 10 euro te vinden. Je hebt wel altijd een bom smaak in de mond, geperst uit de tempranillodruif. Ideaal voor de wat zwaardere maaltijden tijdens de feestdagen.
En mocht je ook een Spaanse sprankeling tijdens de feestdagen willen: uit Penedes (je hebt gelijk, dat zit geen ‘r’ in) komt natuurlijk de cava. Salud.