Wat hebben pornstar Martini, pisco sour, lait de poule en rompope gemeen? Precies: het zijn drankjes met ei erin. Want mochten we denken dat wij met onze advocaat uniek zijn in eierdrinkland, dan hebben we het mis. Wereldwijd wordt er een eitje in drank getikt. En niet alleen met Pasen.
Geel en lobbig is ons paasdrankje. Uit flessen van Zwarte Kip, Bols, Van Wees, Warnink of J.G. Cooymans is het moeilijk inschenken, want de consistentie van advocaat is bepaald niet heel vloeibaar. Eerder lepelbaar, en dat is ook wat de gemiddelde Nederlander doet als hij of zij eindelijk een dot in een glas heeft laten glijden. Misschien met een beetje slagroom erbij, en dan voelen we ons heel Pasig. Om waarschijnlijk de rest van het jaar een halfvolle fles in de koelkast te laten liggen.
advocaat
Advocaat wordt bereid met eieren, brandewijn of jenever, gecondenseerde melk en suiker. De gele kleur is minder te danken aan die van de eidooiers dan aan die van een kleurstof. Dunne advocaat wordt gemaakt met hele eieren, dus inclusief het eiwit. Voor dikke, stevige advocaat worden alleen de dooiers gebruikt.
Kandeel werd gedronken om boze geesten bij het kraambed te verdrijven
Advocaat heeft een alcoholpercentage van tenminste veertien procent. Een minder alcoholische versie is de tokkelroom, met een alcoholpercentage tussen acht en veertien procent. Die komt vaak in een potje. En dan hebben we ook nog kandeel, ook van brandewijn en eieren, die al in de 17de eeuw werd geschonken als kraamdrank. Niet in het glas van de vrouw in het kraambed, maar in dat van de mensen naast het kraambed – het zou boze geesten bij moeder en kind verdrijven.
Waarom we eieren eten en eierdrank drinken met Pasen zal van alles te maken hebben met het ei als symbool van nieuw leven – en de verrijzenis van Christus op die dag. Hoewel: de Amerikanen drinken hun soortgelijke eggnog zo ongeveer tussen Thanksgiving en Nieuwjaarsdag.
Komen we meteen bij de oorsprongsvraag: wat was er eerder, de advocaat of de eggnog? Het antwoord: posset. Een middeleeuws drankje van Engelse monniken waarin gekookte melk was gemengd met bier of wijn waaraan vervolgens ei werd toegevoegd – en soms vijgen - om het wat steviger te maken.
The egg is drop from the egg shell Foto: Prathan Nakdontree
Posset – waarnaar overigens al verwezen wordt in Shakespeares Macbeth – is een warm drankje, en vermoedelijk niet het enige in een middeleeuwse traditie van het mixen van eieren in drankjes. Het mengen van wijn of bier met eieren en kruiden versterkte de vermoeide arbeider die naar huis terugkeerde of de vermoeide reiziger die een herberg binnenstapte en behoefte had aan voedsel en warmte.
De Amerikanen maakten waarschijnlijk de eerste mix van sterke drank en eierdrank
Warmte en dranksoort onderscheiden posset van advocaat en eggnog. Beide worden namelijk koud gedronken (of gegeten) en beide worden meestal gemengd met gedistilleerde dranken in plaats van bier of wijn. De vraag is wie er eerder sterke drank door de eierdrank mengden, de Amerikanen met hun eggnog of de Nederlanders met de advocaat. Dat zouden zomaar de Amerikanen kunnen zijn. Bij het ontbreken van wijn in de regio – bier was er wel – grepen ze naar ingrediënten die lokaal verkrijgbaar waren.
De populairste inheemse Amerikaanse drank in de 18de eeuw was rum, vaak lokaal gedistilleerd met melasse van de Britse eilanden in het Caribisch gebied. Het was ook redelijk betaalbaar vergeleken met de zwaar belaste geïmporteerde brandewijnen. Rum was oorspronkelijk waarschijnlijk de meest voorkomende drank die in advocaat werd gebruikt, en dat is nog steeds het geval, maar advocaat kan met alles worden gemengd, van cognac tot tequila.
Lofdicht op de eggnog
Over de herkomst van de naam eggnog bestaan verschillende theorieën, maar zeker is dat de eerste schriftelijke vermelding dateert van 1775, toen de dominee en taalkundige Jonathan Boucher een lofdicht op de drank schreef. Het gedicht verscheen echter pas dertig jaar later, dus gaat de New Jersey Journal uit 1788 met de eer van de eerste vermelding strijken.
Onze advocaat – of althans de naam - heeft een schimmiger geschiedenis. Naar verluidt maakten onze zeevaarders van de West-Indische Compagnie in de zeventiende eeuw in Noord-Brazilië kennis met avocado. Lokale bewoners mengden dat blijkbaar met rum tot een dik vloeibaar drankje ontstond, genaamd abacate, dat uitermate populair werd. Schijnbaar waren onze zeevaarders zo onder de indruk – en in de olie – dat ze dat drankje ook in Nederland wilden hebben. Maar hier groeien geen avocado’s, dus zochten ze naar een vervanger en vonden dat in de eierdooier, die eenzelfde consistentie zou opleveren.
advocaat
Een andere verklaring voor de naam wordt gekoppeld aan die van het beroep ‘advocaat’. Volgens een editie uit 1882 van het Woordenboek der Nederlandsche Taal werd het veel geschonken tijdens de advocatenborrel: “zoo genoemd als een goed smeersel voor de keel, en dus bijzonder dienstig geacht voor een advocaat, die in ‘t openbaar het woord moet voeren”. Kan maar zo zijn dat die advocaten een glas of een fles weglepelden van Cooymans. De Brabantse J.G. Cooymans ontwikkelde in 1828 in zijn distilleerderij advocaat zoals we het nu kennen, gemaakt van eieren of eidooiers en alcohol, dus noemen we hem maar de ‘uitvinder’.
Eierdrankjes over de grens: Eierpunch en lait de poule
Maar laten we vooral nog even verder over de grens kijken voor wat eierdranken. De Duitsers bijvoorbeeld hebben hun Eierpunsch, een versie van advocaat gemaakt met witte wijn. De Fransen hebben ook een eigen eierdrank. In het recept voor lait de poule (‘kippenmelk’) gaat eigeel, suiker en oranjebloesemwater, gemengd en vervolgens opgewarmd met kokend water.
Het werd vaak aanbevolen voor mensen met hoest of ingenomen voor het slapengaan. Andere recepten voor lait de poule voegen alcohol zoals cognac en rum aan de mix toe. In sommige delen van Franstalig Canada wordt de lait de poule in supermarkten in een melkpak verkocht.
Veel Latijns- en Zuid-Amerikaanse landen hebben ook advocaattradities, meestal wordt advocaat daar gemaakt met lokale sterke dranken. In Puerto Rico wordt de lokale versie coquito genoemd, deze wordt gemaakt met eieren, kokosmelk, gezoete gecondenseerde melk, verdampte melk, kaneel, vanille en natuurlijk rum. In Peru wordt de lokale, ongerijpte druivenbrandewijn pisco gebruikt om de biblia con pisco te maken, die kan variëren van een mengsel van ei, suiker, pisco en nootmuskaat tot een meer gecompliceerde versie waarin port, cognac en cacaoboter nodig zijn.
Beroemd is verder de Mexicaanse rompope, soms gemaakt met rum maar vaker met neutrale graanalcohol. Het wordt vrij vaak op smaak gebracht met ingrediënten als amandelen, piment, kaneel, pijnboompitten, vanille en chocolade. Bovendien is het een ingrediënt in traditionele Mexicaanse desserts, waaronder tres leches cake.
tres leches
Sowieso worden al deze roomlikeuren vaak gebruikt bij het koken. Ook onze advocaat, die we mooi in een trifle kunnen verwerken. Onze favoriet uit die reeks: zabaglione (Frans: sabayon) een middeleeuws nagerecht dat bestaat uit geklopte eierdooiers, suiker en een alcoholische drank (meestal marsalawijn) die au-bain-marie worden stijfgeklopt. Kun je zo wegtikken, maar ook serveren met vers fruit als aardbeien of perziken of als een toef op het ijs.
Met het gebruik van al die eidooiers hou je natuurlijk ook eiwit over. Geen nood: voor heerlijke cocktails als pisco sour en pornstar martini schud je gewoon het eiwit in een shaker tot een mooi wit schuim op je drankje.
pisco sour
Tenslotte nog even over de smaak van advocaat. Het is een drankje dat je liefhebt of haat. In het eerste geval zal de romige zoete bitterheid een hemelse glimlach om de mond brengen, in het tweede geval komt eerder de associatie met een wat slijmerige massa die de naam drank niet mag dragen omdat hij niet zomaar uit een fles vloeit. Ons oordeel? Doe maar een pisco sour.