Burgemeester Jaap Velema van de gemeente Westerwolde vindt dat het kabinet duidelijk moet communiceren over de Spreidingswet. Hij reageert op het besluit van de gemeente Haaksbergen, die trekt vanwege onduidelijkheid de locatie van een nieuw te bouwen asielzoekerscentrum in.
„Het zou enorm helpen als het kabinet duidelijk communiceert over de Spreidingswet”, zegt burgemeester Jaap Velema van Westerwolde, waarin Ter Apel ligt. Het dorp is gebaat bij de Spreidingswet, benadrukt hij.
Het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen trok dinsdag een beoogde locatie voor een kleinschalig asielzoekerscentrum (azc) in. Aanleiding was de val van het kabinet en ‘de vele vragen vanuit de samenleving die op dit moment niet goed te beantwoorden zijn.’
In Haaksbergen is veel onduidelijkheid over de Spreidingswet. Bovendien leidt het tot spanningen onder inwoners. De gemeente weigert daarom een nieuwe azc te bouwen tot er meer duidelijkheid is over de gevolgen van de kabinetsval voor het asielbeleid in Nederland. De gemeente wil vooral meer duidelijkheid over de Spreidingswet.
Toon kabinet maakt het ingewikkeld
Velema wil niet ingaan op individuele situaties zoals de actie van Haaksbergen. Ieder dorp of stad kan zijn eigen afwegingen hebben over de komst van azc’s, zegt hij. „Eén ding is wel duidelijk: er is een stelling nodig van het kabinet.” Op dit moment is er een soort uitstraling van ‘het hoeft allemaal niet meer’, zegt hij.
Gemeenten moeten de wet uitvoeren, maar doordat een duidelijke boodschap vanuit Den Haag uitblijft, is dat lastig, ziet Velema. Dat maakt het ingewikkeld om beleid te maken. „Lokale bestuurders en politici komen zo tegenover de eigen bevolking te staan.” De komst van een asielzoekerscentrum gaat vaak gepaard met een hoop onbegrip, onmin en verzet. „Politici waaronder raadsleden worden bedreigd.”
De Spreidingswet is nog steeds van kracht. Iedere gemeente moet naar draagkracht een vastgesteld aantal asielzoekers opvangen. Onder andere voormalig minister Marjolein Faber (PVV) wilde de Spreidingswet van tafel, maar een alternatief was er nog niet. Terwijl er nog steeds een groot tekort is aan opvangplekken.
Zo’n 40 procent van de plekken is een noodlocatie en een kwart van de circa 73.000 mensen die wordt opgevangen door Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is statushouder. „Dat zijn mensen van wie de Nederlandse staat heeft erkend dat zij op de vlucht zijn voor oorlog of geweld”, zegt Velema.