Petra Niemeijer van de HEMA in Ter Apel. Foto: Huisman Media - 58km Huisman Media
Een schietpartij in de winkel vorig jaar was bijna het einde van de Hema in Ter Apel. Maar Petra Niemeijer en haar collega’s gingen door. „Ondanks alles vinden we het toch leuk om hier te werken.”
Als ze haar vrijwilligerswerk doet in het hospice, neemt Petra Niemeijer meestal haar telefoon niet op. Maar op die 18de juni in 2024, de dag die alles op zijn kop zette, kon het wel even.
„Hallo?”
Aan de lijn was Leendert Klaassen, toen interim-burgemeester van Westerwolde. Ze had hem de dag ervoor nog gesproken, ze hadden vanuit Ter Apel staatssecretaris Eric van der Burg uitgezwaaid. Het nieuwe kabinet, met een nieuw asielbeleid, was aanstaande.
,,Ik bel in verband met het schietincident bij jullie in de winkel.”
De woorden van de burgemeester dringen nauwelijks door. Waar heeft die man het over? Een schietpartij?
***
Voor Petra Niemeijer (55) is de Hema een familie. Het begon met een stage als etaleur bij de Hema in Stadskanaal, waar ze Erik ontmoette, zoon van de eigenaar. Hij nam de zaak van zijn vader over en startte in 2008 een klein filiaal in Ter Apel, waar zij van het begin af aan werkt.
Niemeijer houdt ervan, van dat kleine. Van werken met een hecht team. ,,We zijn goed met elkaar.”
De eerste pakweg tien jaar waren ze gewoon een Hema, zoals alle anderen. Vanaf 2015 kregen ondernemers in Ter Apel steeds meer last van diefstallen en agressief gedrag van een kleine groep asielzoekers die vanuit de opvang bij het aanmeldcentrum het dorp in lopen.
Samen met de Jumbo werd de Hema het gezicht van die problemen. Politici kwamen langs en keken in het personeelskeukentje verbaasd, beschaamd en bewonderend toe hoe Hema-medewerkers als professioneel beveiligingspersoneel camerabeelden vanuit alle hoeken in de winkel analyseerden. Altijd aangifte doen, was het devies. Want als er geen cijfers zijn, benadrukte de gemeente, is er geen probleem.
Cijfers hebben ze geleverd, meer dan ze lief was. Hun verhaal hebben ze keer op keer verteld – aan politici, aan journalisten, aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), aan de politie. „Ik ben een halve politicus geworden.”
En dan, op een dag, belt de burgemeester om te vertellen dat de politie in die fijne kleine HEMA een agressieve asielzoeker heeft neergeschoten.
,,Negen jaar vechten voor de veiligheid, denk je dan, en het is voor niks geweest.”
***
Bijna een jaar later zit Niemeijer in die personeelskeuken – schuin oog automatisch gericht op de camerabeelden – en blikt terug. Binnenkort, op 13 mei, dient de rechtszaak tegen die agressieve asielzoeker. Misschien, hoopt ze, kan dat een afsluiting zijn.
Er is een video, veilig bewaard achter slot en grendel (‘die mag nooit uitlekken en rondgaan’), waarop precies te zien is wat er die dag gebeurde.
De bewuste asielzoeker was al gesignaleerd vanwege vreemd gedrag, de beveiligster die dienst had bij de Hema had hem eerder die week meegemaakt bij het COA zelf. Als hij in de Hema hinderlijk rondhangt bij de kassa, spreekt ze hem aan en vraagt hem naar buiten te gaan. Hij weigert.
Wanneer de politie arriveert, wordt hij agressief. Hij weet een wapenstok van een van de agenten te bemachtigen en begint de boel kort en klein te slaan. De politie lost eerst een waarschuwingsschot schiet daarna gericht. De man sleept zich nog naar buiten, waar hij wordt gearresteerd.
,,En daar ben je dan niet bij”, zegt ze met een zucht aan het einde van het relaas.
Haar personeel was er wel, en het beeld uit de video dat haar vooral bijblijft is dat van een medewerkster die vijf seconden voordat de trekker werd overgehaald nog op de plek stond van het schot.
,,Vijf seconden! En dan moeten wij maar weer doorgaan alsof er niets is gebeurd?”
***
Dat lukte dus niet. Gewoon doorgaan. Ze probeerden het wel, in die weken en maanden na die 18de juni. Al die bloemen en kaartjes en lieve woorden van vaste klanten hielpen enorm. En ook de politie gaf veel steun.
Niemeijer lette angstvallig op haar personeel: gaat het wel goed, hoe reageren ze, hoe zitten ze erbij? Ze zag iemand gedeeltelijk uitvallen. Ze zag hoe haar vaste kracht van het eerste uur Sandra Davids (die er ook niet bij was toen het gebeurde) zich steeds verder vastbeet. En ze vergat ondertussen bij zichzelf stil te staan.
„De wijkagent kwam elke week langs. Als hij wilde weten hoe het ging, begon ik te vertellen hoe het met iedereen was. ‘En jij?’, vroeg hij. Dan was ik stil.”
Die 18de juni had alles op zijn kop gezet. „Het voelde als rouw. Ons veilige haventje, ons thuis. Het is beschadigd. En het moeilijkste is dat het nog een keer kan gebeuren.”
Wat ze zich na die dag steeds maar weer afvroeg, was hoe het toch kon dat die meiden nog steeds in de winkel wilden staan. „Waarom gaan ze niet weg?”
Ze begrijpt het niet. „We zijn het normaal gaan vinden dat we worden uitgescholden voor ‘hoer’, dat mannen van die keelsnij-gebaren naar ons maken. En dan vinden we het nog leuk om hier te werken ook. Hoe kan dat?”
Petra Niemeijer (met paars shirt) en rechts naast haar Sandra Davids met hun collega's in de Hema in Ter Apel. Foto: Huisman Media
***
Tja, hoe kan dat? Als Sandra Davids in haar pauze even aanschuift bij het gesprek, hoeft ze daar niet heel lang over na te denken. „Het is wat ik voelde toen ik hier die dag aan kwam rijden, die roodwitte linten zag, niet naar binnen mocht en uitriep: dit is mijn thuis!”
Ook voor Davids voelt de Hema als familie. Het gaat niet om waar je werkt, maar met wie je werkt. En je leert elkaar heel goed kennen als je regelmatig te maken hebt met diefstal of bedreigende situaties.
„Als wij een standaard Hema zouden zijn, waren we denk ik nooit zo close geweest”, zegt Davids. „Je wordt er heel hecht van omdat je het de hele tijd aan het beschermen bent. Dat is een mooi iets, maar ook een valkuil.”
Die hechte sfeer is voelbaar als Niemeijer en Davids samen in dat personeelskeukentje zitten. Davids praat honderduit, Niemeijer luistert glimlachend en is bedachtzamer. Ze vullen elkaar aan. „Petra is mijn filter”, zegt Davids.
Er klinkt trots door als ze vertellen over hoe ze de afgelopen negen jaar hebben geknokt. Hoe zij de vraagbaak werden, ook van politie en andere ondernemers, omdat ze het altijd zo goed voor elkaar hadden. Hoe ze in klantenonderzoek ondanks alles hoog scoren op veiligheidsgevoel. Hoe ze ervoor blijven waken om niet te discrimineren.
„We zeggen steeds weer tegen nieuwe beveiligers: let op gedrag, niet op kleur”, zegt Davids. „En als een vrouw van 83 iets steelt, doen we net zo goed aangifte. Een dief is een dief.”
Lachend vertellen ze over die 83-jarige, die zonder pardon in het arrestantenbusje werd gezet, naast een asielzoeker die zich ergens had misdragen. Allebei meekomen. „Ze hebben haar de hele dag vastgehouden. Geen onderscheid. Mooi is dat.”
Of over de vrouw die bij het schietincident in de winkel was en een paar dagen terugkwam om alsnog sokken te kopen. „Ze had thuis verteld wat er was gebeurd en haar man had gezegd: en woar binn’n mien sokk’n?”
Daar kunnen ze dan dikke lol om hebben met elkaar. „We zijn inmiddels wel van de zwarte humor.”
Op die 18de juni was nog een andere klant in de winkel, vertellen ze. Een asielzoekster. „Haar man stond buiten op haar te wachten, hoorde schoten en mocht toen niet naar binnen. Wat zullen zij bang zijn geweest. En misschien hadden ze al een trauma van waar ze vandaan komen.”
Lang hebben ze naar die vrouw gezocht, om te vragen hoe het met haar gaat. Maar ze was onvindbaar. „Dat vinden we nog steeds moeilijk.”
***
In december vorig jaar riepen Niemeijer en haar man het personeel bij elkaar. Het ging niet meer. „We dachten allemaal dat ze ermee gingen stoppen”, zegt Davids.
Dat was een optie, zegt Niemeijer. Alles lag op tafel. „Of we stoppen ermee, of we moeten veranderen. Het was niet meer vol te houden. Je wilt elkaar vasthouden, je wilt het goed doen voor iedereen, je bijt je vast. Uiteindelijk maak je elkaar kapot.”
De enige manier om door te gaan was loslaten. „En dan komt het maar zoals het komt.”
Niet meer vechten, niet meer overal bovenop zitten, niet alles signaleren, niet overal aangifte van doen. Er is professionele beveiliging in de zaak, laat die het maar oplossen. Waarom zou je als Hema-medewerker in je vrije tijd de appgroep in de gaten houden waarin beelden van verdachte asielzoekers worden gedeeld?
Als ze dan niet meer genoeg cijfers leveren om te zorgen dat Rijk en gemeente hun problemen serieus blijven nemen, dan is dat maar zo. „We waren altijd bang dat we zonder die cijfers dan onze beveiliging kwijt zouden raken. Nu hebben we tegen de gemeente gezegd: als die beveiliging wegvalt, houden wij ermee op. Dan is het klaar. Punt.”
Voortaan houden ze zich bezig met de leuke zaken. De winkel mooier maken, commercieel bezig zijn, hun werk doen. En Davids en Niemeijer zijn samen op een Bob Ross-schildercursus geweest. „Weet je waar ik nou rustig van word, had Davids ooit gezegd. „Van Bob Ross.”
Loslaten is niet makkelijk, maar het helpt. Ze is trots dat haar collega’s er nog steeds staan, op diezelfde werkvloer. Al blijft Niemeijer soms twijfelen. Was het echt de goeie beslissing om door te gaan? „Als we waren gestopt, zou je dan blij zijn?”, vraagt ze aan Davids.
„Nee”, zegt die resoluut. Om er na een korte stilte aan toe te voegen: „Maar als er ooit nog een keer zoiets gebeurt, ben ik weg. Dat heb ik mijn gezin beloofd.”
***
Niemeijer en haar man kregen laatst een tegeltje van het personeel. In oud-Hollands blauwwit. ‘What happens in de Hema, stays in de Hema’, staat erop. Oftewel: heb het thuis eens lekker over iets anders.
Scheiding tussen werk en privé, zoals Davids dat heeft, kent Niemeijer niet. Haar gezin is een Hema-gezin. Haar man is van de Hema, haar dochter werkte voor haar studie in de horeca van Hema Stadskanaal, haar zoon wil de winkels later graag overnemen.
„Het kan zijn dat ik er daarom extra hard voor vecht. Je wilt zo graag dat het veilig is als hij de winkel overneemt. Maar misschien is dat wel een utopie.”
De afleiding die er in haar Hema-thuis minder is, vindt ze in de muziek. Niemeijer speelt saxofoon bij Jeduthun Sellingen en noemt dat haar ‘lust en leven’. „Op 19 juni ben ik toch gaan spelen. Mijn tranen zaten tot hier, maar ik móest naar de muziek.”
Ook haar vrijwilligerswerk in het hospice Veen en Wolden in Stadskanaal brengt haar in een andere wereld. Ze begon daarmee na het overlijden van haar moeder. „Ze heeft een lang ziekbed gehad, maar ze kon uiteindelijk wel heel duidelijk zijn in wat ze wel en niet wilde. Dat gun ik iedereen.”
In het hospice is Niemeijer op een heel andere manier bezig met wat belangrijk is in het leven. „Je trekt de deur dicht en die hele boze buitenwereld doet er niet meer toe.”
Tenzij de burgemeester belt.
Paspoort Petra Niemeijer
Geboren: 12 augustus 1969 in 2e Exloërmond
Opleiding: mbo mode en kleding, richting presentatie, in Stadskanaal
Werk: sinds 1988 bij de Hema in Stadskanaal, vanaf 2008 in de Hema in Ter Apel
Petra Niemeijer is getrouwd en heeft een dochter Dagmar (23) en een zoon Martijn (20). Ze woont in Sellingen.