Jonge grutto in de Winsumermeeden in het voorjaar van 2025. Foto: Mark Schuurman
Feest in weidevogelland. De grutto’s, scholeksters en tureluurs hebben het uitstekend gedaan in Groningen en Drenthe. Weinig kuikens werden opgepeuzeld door vos of kraai.
Boeren in Groningen kregen dit najaar een duim van BoerenNatuur Groningen West en Het Groninger Landschap. Op hun boerenland in veertien weidevogelgebieden hebben de vogels het dit jaar uitstekend gedaan. Vooral de grutto, tureluur en scholekster brachten meer jongen groot dan in voorgaande jaren. Alleen de kievit deed het minder goed, blijkt uit tellingen.
Het positieve bericht verraste Henk van der Noord van de organisatie BoerenNatuur. „Het voorjaar begon nat en koud en daar hadden de eerste kuikens last van, dus we dachten dat het geen goed seizoen ging worden. Maar toen we zaten te evalueren kwamen we erachter dat het juist een heel goed seizoen was.”
Dat komt doordat er genoeg muizen waren, waardoor roofdieren zich daarop gingen richten. Ook het weer was goed. In gebieden zoals de Winsumermeeden, de Onnerpolder en de Fanerpolder is het weidevogelgebied afgelopen jaren stevig uitbreid.
Boeren maken ieder jaar hun land aantrekkelijk voor weidevogels door middel van natte plekken (plasdras), kruidenrijk grasland, hoge slootwaterpeilen en later maaien. Hiervoor ontvangen de boeren een subsidie vanuit het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer.
Grutto blijft stabiel
Het gaat met de grutto in Groningen het best in vijf jaar tijd. Het ‘bruto territoriaal succes’ van de grutto lag bij de boeren gemiddeld op 62 procent. Dat gaat over hoeveel gruttokuikens er groot worden. „Je hebt 60 procent nodig om de soort stabiel te houden”, vertelt Van der Noord.
Toch gaat hij niet achterover leunen. „We moeten de gebieden nog robuuster maken om de grutto te behouden en de populatie te laten groeien. Alle vorige seizoenen doken onder die 60 procent. We gaan kijken of we binnen onze weidevogelgebieden meer boeren kunnen vinden en stukken land kunnen inrichten voor weidevogels. We willen boeren ook een betere vergoeding kunnen geven, want weidevogelbeheer is voor hen nog altijd een kostenpost en geen verdienmodel.”
Minder vogels, meer kuikens in Drenthe
In Drenthe is de trend dit jaar enerzijds negatief, maar wel met een gouden randje. Er waren dit jaar veel minder vogelpaartjes op het veld, vertelt Jan Nicolai, weidevogelvrijwilliger voor Agrarisch Natuur Drenthe. Er waren minder grutto’s, kieviten en tureluurs en evenveel wulpen en scholeksters.
Tegelijkertijd was het broedsucces veel beter. „We hadden minder last van vossen, kraaien en andere roofvogels. Ondanks dat we minder broedparen hadden, zijn er meer jongen gekomen.”
Nicolai spreekt dan over het gebied tussen Emmen en Coevorden van 2000 hectare.
Flink succes in het nest
Om een voorbeeld te noemen: van de circa 150 paren kieviten kregen 130 paartjes jongen. „Dat is heel hoog: vaak heeft maar de helft van de paartjes succes.” Bij de grutto (dertig broedparen) had twee derde succes. En van de veertig tureluurs waren bijna alle broedparen succesvol.
Toch staat Nicolai niet alleen te juichten. ,,Ik vind het wel jammer dat het aantal vogels terugloopt. Ter illustratie: vorig jaar waren er niet 150 maar 200 kieviten. We zijn niet ontevreden, maar het kan beter. Ik ga zeker niet tevreden achteruit leunen: we gaan kijken hoe we dit gebied nog aantrekkelijker kunnen maken.”
In Groningen hebben ze ook hoop dat het afschot van de vos volgend jaar beter voor elkaar is. „We hebben wel aan predatiebeheer gedaan, maar halverwege stopten we met beheren van de vos omdat dat in de provinciale vergunning niet goed geregeld was. Als er één vos in je gebied zit, kan een heel seizoen mislukken. In de Onnerpolder is er halverwege het seizoen nog heel veel opgegeten.”
Hoeveel boeren doen er mee?
In het gebied van BoerenNatuur Groningen West doen 250 boeren hieraan mee. In het weidevogelgebied in Zuidoost-Drenthe gaat het om 55 boeren. Daarnaast broeden de vogels ook op het terrein van landschapsorganisaties zoals Het Groninger Landschap, die steeds meer vochtige bloemrijke hooilanden ontwikkelt en ook zorgt voor hogere waterpeilen en lichte bemesting om het de weidevogels naar het zin te maken.