Ze groeide op in een rijtjeshuis in Zuidbroek, stond oog in oog met voetballegende Romário en zag als rijksambtenaar in Den Haag precies wat Noord-Nederland nog beter kon doen. Dit is Roelien Kamminga, de nieuwe burgemeester van Groningen.
De hoofdprijs. Zo noemt Roelien Kamminga (47) haar nieuwe baan. Ze groeide op aan de Sluisstraat in Zuidbroek en was vroeger gek van zwemmen. Ze genoot van het dorpse leven en zijn eigenaardigheden. „Het was niet de bedoeling dat ik een vriendje uit Muntendam had”, zegt ze met een knipoog. Die had ze overigens wel.
Kamminga ging naar het Winkler Prins in Veendam, studeerde internationale betrekkingen in Stad en is een groot voetballiefhebber. „Maar bij ons was dat natuurlijk wel BV Veendam”, fluistert ze. Met haar vader, die bij Avebe in Foxhol werkte, ging ze met enige regelmaat naar De Langeleegte. „Weet je wat ik daar zo leuk vond? Je stond boven op het veld. Ik weet nog steeds dat ik als meisje bij de cornervlag stond toen Veendam tegen PSV speelde en Romário ging ingooien. Daar stond ik vlakbij. Dat was fantastisch.”
Bij FC Groningen zullen ze wel blij zijn met een burgemeester die gek is op voetbal. De relatie tussen stadhuis en voetbalclub raakte de afgelopen jaren behoorlijk bekoeld. „Ik vind sport heel leuk, maar wat er rondom wedstrijden gebeurt... daar vind ik wel iets van. Ik wil wel dat ouders hun kinderen vertrouwd en veilig mee kunnen nemen naar zo’n stadion, zoals ik met mijn vader meeging.”
Kamminga wordt maandag door de gemeenteraad geïnstalleerd. ‘s Avonds heeft ze meteen haar eerste publieke optreden bij de slavernijherdenking op de Grote Markt.
Zo zat Kamminga op een woensdag in januari thuis in Zuidbroek met de iPad op schoot. Op het scherm keek ze mee naar wat voor burgemeester de gemeenteraad van Groningen precies zocht. Er was aanvankelijk lichte twijfel, bekent ze. „Ik ben me natuurlijk bewust van het feit dat ik relatief jong ben en nog niet eerder burgemeester ben geweest.” Maar die raadsvergadering achter de iPad gaf de doorslag.
In die vacaturetekst stond onder meer dat Groningen een burgemeester zoekt die voorop wil lopen en het ‘op z’n Gronings’ wil doen. „Ik ben wel écht een Groningse”, zegt Kamminga vol overtuiging.
Dat geldt volgens Kamminga ook in brede zin in Noord-Nederland. De samenwerking tussen Groningen, Drenthe en Friesland gaat niet van een leien dakje. „Ik heb daar vanuit Den Haag af en toe met verbazing naar zitten kijken”, vertelt ze. „Er was voor mij als ambtenaar niks makkelijker dan geen besluit te hoeven nemen als zij er zelf nog niet uit zijn. Ik chargeer een beetje, maar tot die tijd hoefde ik niets te doen.”
Kamminga werd door de gemeenteraad geprezen om haar Haagse netwerk. Mensen kennen is belangrijk, maar weten hoe het in Den Haag werkt is volgens haar nog veel belangrijker. „Je kunt niet om de haverklap een beroep doen op mensen. En die veranderen ook steeds. Je moet vooral weten hoe processen lopen, wanneer je moet bellen, op welke momenten je een onderwerp onder de aandacht moet brengen - vaak wordt te laat begonnen - en ook wanneer je het even moet laten gaan.”
Ze leerde dat in haar vijftien jaar bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar Kamminga werkte aan internationale veiligheidsvraagstukken, openbare orde en ook de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied. En daarna als Tweede Kamerlid voor de VVD.
Nu is ze de eerste kroonbenoemde vrouwelijke burgemeester van Groningen. Iets waar de buitenwereld vooral mee bezig is, zegt ze. „Ik heb er in mijn carrière nooit zo bij stilgestaan dat ik een vrouw ben, dat is misschien het liberale in mij. Ik kwam best jong in goede banen terecht.”
Roelien Kamminga is de zevende burgemeester van Groningen sinds 2000. Jacques Wallage was de laatste die zijn termijn van zes jaar vol maakte. De gemeente heeft op z’n zachtst gezegd wel wat behoefte aan continuïteit. Kamminga glimlacht. „Ik ook.”