Het Sugar Home-complex, waar 250 studenten in opgeknapte afgedankte zeecontainers wonen. Foto: Corné Sparidaens
De Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool hebben zeker 1,5 miljoen euro aan publieke middelen in huisvesting voor studenten gestoken. De vraag is of dat mag. De kwestie heeft de aandacht getrokken van de onderwijsinspectie.
De kamernood loopt in 2015 snel op in Groningen. Er komen meer nieuwe studenten dan de woningmarkt aankan. Reden voor de gemeente om samen met de Hanze en RUG in korte tijd extra woonruimtes te realiseren. Lokale regelgeving wordt versoepeld en via beheermaatschappij Stichting Student Housing (SSH) worden verschillende woningaanbieders aangehaakt; vier traditionele woningbouwverenigingen en een particuliere investeerder.
Het risico ligt bij de RUG en Hanze
In 2018 vindt een deel van de partijen elkaar opnieuw als het aantal aanmeldingen van vooral buitenlandse studenten groter is dan het aantal beschikbare woonruimtes in Groningen. Dit keer weer sluiten weer SSH en de woningbouwcoöperaties aan en Ploeg ID3, andere particuliere investeerder en ontwikkelaar die het Suikerunieterrein voor (te?) veel geld ontwikkelt namens de gemeente. De investeerder kan 250 wooncontainers (de Sugarhomes) kopen en die plaatsen op het Suikerunieterrein. Probleem is geld.
Daar wordt net als in 2015 een oplossing voor gevonden. SSH huurt weer voor een vaste periode een x-aantal kamers van de woningbouwvereniging. Of ze bewoond worden maakt niet uit, de woningbouwverenigingen en investeerder krijgen sowieso het geld. Het risico ligt met de garantstelling bij de RUG en Hanze. Met de partij achter de Sugarhomes wordt een vergelijkbare afspraak gemaakt. Als de bezettingsgraad onder 67 procent zakt, springen de RUG en Hanze bij.
1,5 Miljoen euro
Daarnaast helpt de gemeente. Het bestemmingsplan voor het Suikerunieterrein wordt aangepast zodat short stay-wonen mogelijk wordt en de investeerder krijgt via het stadhuis een lening van 6 ton om de containers aan te schaffen. De rest van de investering voor de 250 containers wordt rondgemaakt met een lening bij de bank. De RUG en Hanze staan garant voor de rente en aflossingsverplichting.
Lange tijd pakt de regeling goed uit. Geen student slaapt op straat, de woningen zitten vol, waardoor SSH geen beroep hoeft te doen op de garantstelling. Maar dan breekt corona uit en buitenlandse studenten keren massaal terug naar huis. Sommige complexen hebben geen problemen met de bezettingsgraad, zo zijn de containers op het Suikerunieterrein ook in coronatijd verhuurd, andere kampen met leegstand. SSH doet een beroep op de garantiestelling. Dat kost de RUG en Hanze over de twee coronajaren ten minste 1,0 miljoen euro, meldt Dagblad van het Noorden op 11 november 2020.
De vraag is of dit juridisch een deugdelijke constructie is. De onderwijsinspectie laat weten de garantstellingen van de RUG en Hanze onder de loep te nemen. „De signalen zijn bekend. We bekijken of er reden is voor nader onderzoek”, zegt Daan Jansen, woordvoerder van de onderwijsinspectie. Volgens Dennis van Tilborg, advocaat gespecialiseerd in het sociale domein, open en digitale overheid, onderwijsrecht en economisch bestuursrecht bij AKD Advocaten is er voldoende reden om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid.
Doorgaans mag de universiteit alleen publiek geld aanwenden voor de kerntaken, stelt Van Tilborg. „De kerntaken van een universiteit zijn onderwijs en onderzoek. Het is alleen onder zeer strikte voorwaarden toegestaan dat publieke middelen door een universiteit worden besteed aan private activiteiten (zoals de huisvesting van studenten).”
Publiek geld
Afgaande op de jaarverslagen die de RUG over die periode heeft gepubliceerd, komt het geld uit publieke middelen.De woordvoerder van de RUG bevestigt dat: „Wij hebben een zekere mate van zorgplicht voor internationale studenten. Daarom gebruiken wij - net als een aantal collega-universiteiten en hogescholen - een beperkt deel van onze publieke middelen.”
Volgens de advocaat handelen de RUG en Hanze daarmee in strijd met de voorwaarden die door de minister zijn vastgelegd in de ‘Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten’. „Daarin staan de zeven voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Deze constructie lijk in ieder geval aan drie of vier daarvan niet te voldoen.”
Twijfel over rechtsgeldigheid
Het eerste mogelijke obstakel, meent Van Tilborg, is dat de garantstelling geen aantoonbare meerwaarde heeft voor de wettelijke taken van de onderwijsinstellingen. „Wellicht kan de universiteit dit onderbouwen door te wijzen op het positieve effect dat de garantstelling heeft. In de jaarstukken lees ik een dergelijke onderbouwing nog niet terug, dat zou dan wel moeten.”
De RUG en Hanze zien dat anders, laten de woordvoerders in een gezamenlijke reactie weten. „Onderwijs geven aan internationale studenten valt onder onze kerntaak, richting deze groep studenten hebben we als instellingen een zorgtaak. Wij zien het als onze maatschappelijke opdracht om (ook) internationale studenten te helpen bij hun huisvesting. Dat deze doelgroep ook goed bediend wordt is noodzakelijk, omdat internationale uitwisseling van studenten bijdraagt aan onze kennis- en regionale economie.”
Om die claim te funderen verwijzen de onderwijsinstellingen naar het actieplan studentenhuisvesting 2022-2030. „Dat plan is door de ministeries van BKZ en OCW ondertekend. Daarin staat dat, gezien de bijzondere huisvestingsbehoefte, internationale studenten direct bij aankomst (gegarandeerde) huisvesting nodig hebben. De afspraken die wij met Sugar Homes en SSH hebben, zijn in lijn met dit plan. Wij zien deze (eventuele) kosten dan ook als kosten die gemaakt worden in het kader van onze publieke taak.”
Oneerlijke concurrentie
De andere voorwaarden zijn volgens Van Tilborg lastiger te verdedigen. Zo is van belang dat een investering niet mag leiden tot oneerlijke concurrentie. „Enige concurrentievervalsing lijkt mij op voorhand niet uitgesloten. De ondernemer heeft geen risico bij de investering noch bij de exploitatie. Zo kan en wil iedereen wel ondernemen.”
De RUG en Hanze lijken ook nog eens de mist in te gaan met de volledige transparantie, die volgens Van Tilborg bij zulke investeringen vereist is. „De universiteit dient over de investeringen met publieke middelen volledige transparantie te betrachten in het bestuursverslag. Denk aan de grote van het bedrag, risico’s, mogelijke mutaties en wat de meerwaarde is ten opzichte van de wettelijke kerntaken van de onderwijsinstellingen. De summiere passage uit het jaarverslag voldoet niet aan deze transparantie-eisen.”
De woordvoerders van de RUG en Hanze gaan in hun reactie niet op dit punt in.
Nog meer twijfels
Los van de voorwaarden, meldt de advocaat, dat het ook nog van belang is dat de universiteit een bestuursorgaan is. „Door bestuursorganen verstrekte garanties moeten (in beginsel) worden aangemerkt als subsidies. Dat betekent dat de garantie (als die door de Universiteit zelf is verstrekt) moet berusten de wettelijke grondslag. Ik kan op basis van de beschikbare informatie niet beoordelen of aan die voorwaarden is voldaan.”
Tot slot denkt Van Tilborg dat er wellicht sprake is van een schaarse subsidie met daarbij horende verplichtingen. „Het is goed mogelijk dat meerdere partijen geïnteresseerd waren in een dergelijke garantstelling. In dat geval was de universiteit in beginsel verplicht om een vorm van mededinging te organiseren voordat de garantie werd verstrekt. Ook dat lijkt niet te zijn gebeurd.”
Ook hier gaan de RUG en Hanze in hun weerwoord niet op in.