Schrijver Johan Meijering streed vanaf 2007 tegen het gebruik van vuurwerk. Foto: Geert Job Sevink archief
„Dit kan niet waar zijn”, dacht Johan Meijering uit Groningen toen zich begin deze week in de Tweede Kamer een meerderheid aftekende voor een vuurwerkverbod. „Ik was even volkomen stil.”
Zijn missie begon in ergens tussen 2006 en 2007. Stadjer Johan Meijering trok ten strijde tegen het geknal toen hij tijdens de jaarwisseling in de Nieuwe Boteringestraat werd overvallen door een intens gevoel van onveiligheid. Hij vluchtte zijn woning in en uitte kritiek op het gebruik van vuurwerk. Niet één keer, maar jaren lang. Dat leverde hem veel hoon en bedreigingen op.
Meijering schreef drie boeken over het gebruik van vuurwerk, richtte Stichting Staakt het Vuren in Groningen op en zocht de dialoog met vuurwerkfanaten. Donderdagavond keek hij niet naar het beslissende Tweede Kamerdebat, waarin zich een meerderheid aftekende voor een vuurwerkverbod. „Ik ben aan het schrijven. Is dat debat nu aan de gang?”
Wanneer gaat het in?
Het vuurwerkverbod voor consumenten komt er. Het is alleen nog even de vraag wanneer het ingaat. Hoewel een aanzienlijk deel van de Kamer wil dat het verbod dit jaar al geldt, denkt het kabinet dat de eerstvolgende jaarwisseling nog te vroeg komt. Er zitten volgens staassecretaris Chris Jansen (PVV, Milieu) nog te veel „haken en ogen” aan.
Dat een vuurwerkverbod aanstaande is, was Meijering overigens eerder niet ontgaan. „Toen het enkele dagen geleden op het nieuws was, dacht ik: dit kan niet waar zijn. Dit loopt al zo lang en dan, boem: ineens een hele omslag. Ik had hem niet zien aankomen. Ik ben blij en trots dat ik de moed heb gehad om als eenling op de barricaden te staan in een tijd dat niemand daar mee bezig was.”
U roeide tegen de stroom in.
„Een vuurwerkverbod is geen sexy onderwerp. Ik heb er geen moment spijt van gehad. Ik heb me afgevraagd welk land ter wereld toestaat dat je tijdens de jaarwisseling je land ziet veranderen in een grote chaos waarin hulpverleners worden bedreigd. Zeg maar gerust: in een oorlogsgebied. En dat terwijl ik vuurwerk prachtig vind. Maar jongens, er zijn jaarlijks 1200 gewonden, waarbij vingers, handen en ogen sneuvelen. Dat moet je niet willen.”
U bent er door de jaren heen ook anders over gaan denken, waarom?
„Voor mij is het een levenswerk geworden. In 2007 hoopte ik dat de provincie met een onderbouwd verhaal het voortouw zou nemen. Dat mislukte. Ik stelde voor om vuurwerkshows te organiseren, maar daar heb ik in het derde boek weer afstand van genomen. Vanwege de troep die de lucht in gaat en weer neerdaalt in de bodem. Moet je je voorstellen dat dat in veertien Rotterdamse wijken vuurwerkshows worden gehouden. Dan gaat er toch een partij stikstof en fijnstof de lucht in.”
Het was een worsteling voor de Tweede Kamer. Waarom heeft het verbod zo lang op zich laten wachten?
„In de politiek draait alles om de achterban en de angst om stemmen te verliezen. Kijk naar wat er in de grondwet staat. De veiligheid van de burger moet zijn gewaarborgd. Tijdens de jaarwisseling is dat niet zo. Nu wil de politiek stapjes maken. Een algeheel vuurwerkverbod is wel heel groot. Dus worden er uitzonderingen gemaakt, maar zullen ze over een paar jaar zeggen dat het toch niet zo goed is voor het milieu. Ik zie graag dat het in één keer goed geregeld is. Dat het klaar is. Ik ben misschien een beetje ongeduldig.”
U was zeer vasthoudend.
„Noem het gedreven. Toen ik net begon had ik net een relatie met mijn huidige partner Carla. Ik dacht: er moet verandering komen. Carla was er niet zo fanatiek mee bezig en ook niet zo tegen het vuurwerk. Ze moest lijdzaam toezien hoe er zo’n fanaat in huis zat. Ik heb zoveel bedreigingen had op internet. Heel serieuze doodsbedreigingen ook. Ik heb aangifte gedaan. Als ik belaagd werd, zou de politie naar me toekomen. Gelukkig is dat niet gebeurd.”
Waarom bleef u ondanks alles hameren op de gevaren van vuurwerk?
„Nogmaals: ik vind het schouwspel in de lucht ongekend en prachtig, maar je moet verder kijken dan je neus lang is. Er gaat gif omhoog en dat komt ook weer naar beneden. Veel mensen denken daar niet diep over na. Nog los van alle gewonden is dat niet normaal. Dat moet ieder weldenkend mens toch vinden? We wilden in discussie met vuurwerkfanaten en dat is ook gebeurd. Hier in Groningen en dat vind ik ook mooi als Stadjer. Er is beweging gekomen in een zeer gevoelig onderwerp.”
Van volksvermaak tot overheidsverbod.
,,Ik hoop dat ze doorpakken. Je moet de politie steunen. Schakel desnoods het leger en de marechaussee in als het misgaat. Je kunt ook denken aan een avondklok. Dat is een heftige maatregel, maar het kan nodig zijn om politie en hulpverleners te ondersteunen. De vraag is of een vuurwerkverbod bij de volgende jaarwisseling al ingaat. Er komen vuurwerkshows en dan zeggen mensen straks dat die ook niet goed zijn. Kennelijk moet het dan gefaseerd. Ik zeg: stop ermee en vier maar een feestje bij elkaar thuis.”