Inlia-directeur John van Tilborg. Hij is niet verrast dat Groningen blijft staan voor de bed-bad-broodregeling. Foto: Jaspar Moulijn
De bed-bad-broodregeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers blijft in Groningen. „Ik zei vorige week nog tegen mijn gasten, ik kan mij niet voorstellen dat Groningen het afschaft”, zegt Inlia-directeur John van Tilborg.
De volledige gemeenteraad van Groningen stemde woensdagavond een motie van de PVV weg. Die partij wilde de bed-bad-broodregeling afschaffen. Deze sobere opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers moet voorkomen dat ze op straat zwerven.
Nu betaalt Den Haag die opvangkosten nog, maar vanaf 1 januari stopt dit. Vertrekkend burgemeester Koen Schuiling ziet echter geen enkele heil in de opvang stoppen. Het is niet aan de orde. „Wij willen mensen niet zonder perspectief op straat hebben.”
„Dat heeft met medemenselijkheid te maken en ten tweede heel praktisch: deze mensen kunnen anders geen kant meer op in deze stad of regio. Dat moet je gewoon niet willen, dan krijg je beelden die we elders in Europa zien”, zegt Schuiling. Als de opvang Groningen wat extra kost ,,hebben we dat er graag voor over”.
Noaberschap
„Wat een goede burgemeester, hè”, zegt John van Tilborg. Vanuit Inlia organiseert hij de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers in Groningen. „Het past niet bij Groningen om de bed-bad-broodregeling af te schaffen. Hier zijn we nuchter en kijken we naar elkaar om”, duidt hij de keuze.
In het voormalige Formule 1 hotel in Groningen aan de Helsinkiweg verblijven momenteel zo’n honderd gasten, vertelt hij. Onder hen was grote onzekerheid en spanning over wat er zou gebeuren als de regeling wél werd afgeschaft. „Vorige week hebben we daarom nog een bijeenkomst gehad met onze gasten. De zorgen waren echt heel groot.”
In de opvang verblijven niet alleen jonge mannen benadrukt hij. „Het is heel divers. Eén van onze gasten is een vrouw van in de zeventig met meerdere bypasses, bijvoorbeeld.” Zonder de regeling zouden ze allemaal op straat komen.
‘Criminelen vinden kwetsbare mensen’
Nee, verrast was Van Tilborg niet dat het voorstel werd weggestemd. „In Groningen zeggen we al langer: de straat is nooit onderdeel van de oplossing. Als ze niet meer bij het gastenhuis terechtkunnen, waarvan gaan ze dan eten? Als ze geluk hebben vinden ze zwart werk, anders moeten ze op een andere manier iets in de maag krijgen. Misschien dat ze bij de supermarkt naar binnen gaan en iets meenemen. Of erger, dat criminelen ze opzoeken. Die weten kwetsbare mensen heel goed te vinden.”
Het bespoedigt de terugkeer naar hun land van herkomst ook niet, zegt Van Tilborg. „Ze zijn juist bij ons omdat het justitie niet is gelukt om hen naar hun thuisland terug te brengen.” Dat kan allerlei redenen hebben, bijvoorbeeld omdat de juiste papieren er niet zijn of omdat een land van herkomst niet wil meewerken. „Als de minister ze kan terugbrengen: zeg maar hoe laat en waar we moeten zijn. Dan zijn we er. Maar als ze dat kon, was het al lang gebeurd.”
Zoeken naar hoe verder
Bij Inlia wordt altijd geprobeerd om door te bouwen aan een toekomst. „Bijvoorbeeld door mensen die hier niet mogen blijven te helpen terugkeren.” Daarin zijn succesjes te benoemen: „De uitstroom is bij ons hoger dan de instroom.” Waar zo’n vijf jaar geleden de opvang piekte met ruim driehonderd bewoners, verblijven er nu nog zo’n honderd. „Dit is juist een groep mensen die je wilt ondersteunen en waar je zicht op wilt houden.”
Hoewel de opvang blijft, wordt die als het aan de gemeente ligt in de toekomst mogelijk wel anders ingericht. Zo zouden er ook andere groepen kwetsbare mensen in terechtkunnen. Daarover is Inlia nog in gesprek met de gemeente, zegt Van Tilborg. „We moeten samen kijken wat passend is en effectief. Hoe en wat, dat laat ik nog even in het midden.”
Behalve Groningen behouden ook Utrecht en Amsterdam de bed-bad-broodregeling. Rotterdam stopt juist. Toch is Van Tilborg niet bang dat dit tot een hogere toestroom zal leiden in Groningen. Mensen komen alleen in aanmerking voor opvang als ze voor een langere periode een binding hebben met Groningen, nergens anders naartoe kunnen en willen meewerken aan een betere toekomst voor zichzelf.