Het gemeentehuis van Pekela in Oude Pekela. Foto: Huisman Media
Als er iets stuk is in de openbare ruimte hoeven Pekelders niet van alles in een app in te vullen. De gemeente heeft het afgelopen jaar ‘ouderwets’ met een eigen belteam gewerkt. Dat beviel prima.
In de vaart der volkeren zijn ze niet meer weg te denken: apps op de mobiele telefoon of computer. Van bankieren tot daten en boodschappenlijstjes, klantenkaarten, nieuws en zelfs de tandenborstel: alles heeft een app. Het is zo gek niet te bedenken of er is wel een tooltje voor om te downloaden.
Ook voor het doen van meldingen over kapotte spullen of overlast in de openbare ruimte is van alles op de markt. In het verleden heeft de gemeente daarmee geëxperimenteerd, maar voorlopig geeft Pekela toch de voorkeur aan een belletje. „We zijn misschien wat eigenwijs, maar we hebben gemerkt dat een belteam prima werkt”, zegt burgemeester Jaap Kuin. „En dat noemen we heel bewust geen klantenlijn. Wij hebben geen klanten, wij hebben inwoners die geholpen willen worden.”
‘Beetje ouderwets’
Dan helpt het wanneer inwoners die zich ergens aan storen of ergens last van hebben ‘gewoon’ in contact kunnen komen met de gemeente en iemand aan de lijn krijgen, zegt Kuin. „Wij zijn misschien een beetje ouderwets, maar voor ons is dit de beste manier.”
„En wie niet wil bellen, mag ons ook via sociale media of e-mail benaderen. Dat houdt het belteam ook in de gaten. En we hebben een meldknop op de website.” En dan is er ook nog de alleroudste manier: het gemeentehuis inlopen en melding doen bij de balie.
Een probleem met apps waar de gemeente tegenaan liep is dat niet alles goed werd ingevuld. „Dan was de plek bijvoorbeeld onduidelijk of ontbraken gegevens van de melder waardoor we geen contact konden opnemen.” Soms raakten meldingen zelfs zoek.
Bij een gesprek kunnen gelijk vragen worden gesteld waardoor de gemeente precies weet wat er aan de hand is. Het belteam heeft korte lijntjes met andere collega’s, zegt Kuin. Daardoor kunnen zaken sneller worden opgepakt. En er gaat heus weleens wat fout, zegt Kuin, maar over het algemeen ziet hij dat inwoners het team waarderen. „Dit is menselijker.”