Klaei BV en waterschap Noorderzijlvest verhogen bij wijze van proef een deel van de Groninger zeedijk met een laagje slib uit de haven van Lauwersoog. Door dat jaarlijks te herhalen, blijft de Waddenkust volgens de initiatiefnemers nog jarenlang veilig en kunnen grote ingrepen en investeringen over een lange periode worden gespreid. Foto: DvhN
Door de Waddenzeedijk jaarlijks te verhogen met een laagje havenslib, blijft die zonder grote ingrepen jaren veilig voor de zeespiegelstijging, zegt Duurt Cazemier van Klaei. Het bedrijf neemt de proef op de som.
Het Friese bedrijf Klaei ontwikkelt samen met waterschap Noorderzijlvest een unieke methode om de Groninger zeedijk lange tijd veilig te houden voor de zeespiegelstijging: met slib uit de haven van Lauwersoog.
Proef in Westpolder
Bij wijze van proef brengen ze eind september de eerste laagjes slib van 5 en 8 centimeter aan op een stuk dijk van 100 meter in de Westpolder, bijna tegen het Lauwersmeergebied aan.
Een deel van de zeedijk bij Westpolder wordt voor een gezamenlijke proef van waterschap Noorderzijlvest en ontwikkelaar Klaei laagje voor laagje opgehoogd met slib uit de haven van Lauwersoog. Foto: archief Anjo de Haan
„Daar kunnen we verschillende werkmethodes goed met elkaar vergelijken”, zegt Duurt Cazemier uit Zuidhorn.
Het idee: als je geregeld een laagje slib op de dijk aanbrengt, groeit die mee met de zeespiegelstijging en blijft de dijk jarenlang veilig zonder grote en kostbare ingrepen.
„En je hebt meteen een nuttige bestemming voor het slib dat baggeraars wegzuigen om de haven bevaarbaar te houden. Dat storten ze nu elders op zee.”
Gras blijft op dijk liggen
Dijkverhogingen gebeuren tot dusver door de grasbekleding eraf te halen, de dijk te verhogen met zand, een extra laag klei aan te brengen en die weer met een nieuwe graslaag af te dekken. Volgens Cazemier volstaat jarenlang alleen een laagje slib. „Daar groeit de bestaande grasbekleding doorheen. Dat is een van de bijzonderheden.”
Hij is een van de vier initiatiefnemers van het bedrijf en blij met de nieuwe proef. „We mogen de dijk een paar jaar gebruiken om er verschillende lagen slib van 5 en 8 cm op aan te brengen. De hamvraag is hoeveel slib effectief overblijft. WAAROM? IS DAT DAN NIET GEWOON 5 EN 8 CM? Daarom monitoren we de lagen op verschillende manieren.”
Het project Meegroeidijk, dat onder meer mogelijk wordt gemaakt door het Hoogwaterbeschermingsprogramma, kijkt ook naar de gevolgen voor het dijkgras. In de sliblaag wordt op sommige plekken vers graszaad bijgemengd of een zaadmengsel dat eerder is ontwikkeld.
Meer nuttige toepassingen van slib
Klaei produceert hoogwaardige (klei)producten uit overtollig slib en bedacht daar ook andere nuttige toepassingen voor. Zo zorgen kleikorrels al voor een betere bodemstructuur op zanderige landbouwgrond.
„Daar fungeren kleikluitjes als sponsjes: ze houden bij droogte meer water vast. Daarmee doen we ook mee aan het project VLOED van Hunze en Aa’s in de Eems-Dollard.”
Cazemier werkt met vier specialisten (’twee Friezen, een Drent en ik’) meer ideeën uit voor het gebruik van overtollig slib. „We proberen bijvoorbeeld om korrels te maken waarmee je zonder CO2 uitstoot straatstenen kunt persen, in plaats van bakken. En een poeder voor de cementindustrie.”
Snel wat aanpassen
Voor zo eerlijk mogelijke reacties laat Klaei de praktijktesten zoveel mogelijk over aan externe partijen uit de regio. Aan de proef in de Westpolder werken volgens Cazemier een Friese baggeraar, een Fries grondverzetbedrijf en een Groninger loonbedrijf mee.
Havenslib op de dijk tijdens een eerdere proef. Foto: Klaei
„Die kunnen sneller wat aanpassen of veranderen dan een grote landelijke aannemer. Dat is nodig om een idee goed uit te ontwikkelen. Wij denken dat we de zeedijk kunnen verhogen met veel minder impact voor de omgeving: er zijn minder grote en zware machines nodig en waterschappen kunnen de enorme investeringen voor de dijkversterking beter uitsmeren over de tijd.”
Hoe lang grote ingrepen precies kunnen wachten, hangt van de situatie af. „Deze manier van werken verlengt de levenscyclus van een dijk tussen 10 en 50 jaar. Maar allerlei voorzieningen op de dijk moeten natuurlijk wel meegroeien, zoals hekken, dijkpalen, hoogtemarkeringen, veerasters, drainage uitstroompunten en dergelijke.”
Uitstel is maatschappelijke winst
Uiteindelijk ontkomt het waterschap ook op de meegroeidijk niet aan grotere ingrepen. „Maar met pakweg 20 jaar uitstel boeken waterschappen en de BV Nederland al een enorme maatschappelijke winst”, aldus Cazemier.
Volgens hem wordt er in de gezamenlijke havens aan de Waddenzee slib genoeg weggebaggerd om de Waddenzeedijk volledig te verhogen.
Stinkt het niet enorm?
„Welnee, het ruikt alleen heel even extra naar Waddenzee.”
Experts denken met Klaei mee om de methode ook voor zoetwaterdijken te gebruiken. „Wij schatten die kans heel groot in.”