Schrijver Fré Schreiber en diens kleindochter Harmke Zetstra bij Fré's bankje. Foto: Anjo de Haan
Fré Schreiber zet zich al meer dan veertig jaar in voor het Gronings. Hij zit niet stil en werkt aan nieuw werk dat binnenkort uitkomt. Wat deed hij niet voor de streektaal? Toch voelt hij zich nog steeds wat miskend.
„Als het geen literatuur is, doe je in sommige kringen niet mee’’, zegt de schrijver die voor zijn onvermoeibare inzet voor het Gronings in 2024 werd geridderd.
Hij zegt het luchtig, maar het zit hem diep. Dat blijkt uit het boek Grunneger veur Aaid, Groninger voor altijd, dat onlangs verscheen. Het is een persoonlijk relaas, geschreven in samenwerking met zijn kleindochter Harmke Zetstra (24) uit Borger, die optrad als redacteur.
Het boek bevat mooie herinneringen, maar ook tegenslagen. „Opa gaf me de tijd om alles goed door te lezen. Ik heb er een paar maanden over gedaan. Soms vond ik het best moeilijk. Je krijgt een ander beeld van je opa”, zegt Zetstra. „Als redacteur moet je het persoonlijke scheiden van het professionele.”
Harmke Zetstra en Fré Schreiber bij Fré's bankje. Foto: Anjo de Haan
Ontboezemingen
Er staan openhartige ontboezemingen in. „Je ziet hoe hij zijn best doet en door sommigen niet eerlijk werd behandeld. Dat is lastig. Zulke dingen vormen je.”
Schreiber (79) schreef talloze publicaties, vertaalde kinderboeken, maakte kalenders, columns, moppenbundels en zelfs een Groningstalig gezelschapsspel. Hij kreeg bijnamen als Toalsman en Meester Kriet.
Aan de keukentafel in Middelstum vertelt hij schaterlachend over zijn belevenissen en de mensen die hij tegenkomt bij lezingen. Maar hij kan ook geëmotioneerd raken en boos worden. Op mensen die hem kleineerden, die zijn werk afschreven. „Ze zeiden: ‘Ach, daar heb je Fré weer met een boekje. Dat zal wel niks wezen.’”
„Het Groningawereldje is klein. Laat ik het zo zeggen: ik kan met de meeste mensen overweg. Maar er zijn er die niet met mij overweg kunnen. Als je geen literatuur schrijft, tel je in hun ogen niet mee. Dat laten ze dan fijntjes weten. Dan moet je in de krant op op de radio horen wat er wel niet allemaal mis is aan het werk van Schreiber. Zonder dat er met mij contact is opgenomen.’’ Zetstra: ,,Terwijl hij er zijn hart en ziel insteekt.'’
Dat steekt, en dat laat hij merken. Ook Zetstra zag het toen ze het manuscript doornam. „Je merkt hoe opa zijn best doet en door mensen gepiepeld werd. Dat is lastig. Zulke dingen vormen je. Hij heeft zoveel voor het Gronings gedaan en toch voelt hij zich nog altijd wat miskend.”
Tijd voor een ommetje
„Ach, houd er maar over op”, zegt Schreiber. Tijd voor een ommetje door het Boerdamsterbosje langs het Westerwijtwerdermaar. Hij wandelt er geregeld en liet er een houten bankje plaatsen: Fré’s bankje, met uitzicht op Westerwijtwerd.
Tijd voor een ommetje. Foto: Anjo de Haan.
Daar vertelt Zetstra dat ze sommige pagina’s meerdere keren las om de juiste toon te vinden. „Wat helpt is de tekst hardop lezen. Soms moest ik slikken van ontroering, soms hard lachen. Het zit er allemaal in. Je ziet een andere kant van hem. Zo heb ik Fré, of opa, niet eerder gezien.”
Voor mij was hij gewoon opa
Zetstra werd geboren in Eindhoven. Ze woont nu met haar man in Borger en verhuist binnenkort naar Nieuw-Buinen. Ze werkt als contentmarketeer. „Thuis werd geen Gronings gesproken, dat hoorde ik bij mijn opa’s en oma’s. Ik wist niet dat hij zo bekend was. Voor mij was hij gewoon opa, die boeken schreef.”
De samenwerking smaakt naar meer. Dat vinden ze allebei. Schreiber: „Van Harmke kan ik het hebben. Als ze zegt: ‘Zou je dat wel doen, opa? Kan het misschien iets anders?’ Man, dan word ik zo waik als wat.”
Hij verheugt zich op 15 november, op het GRN-festival in Hoogezand. Daar verschijnt Jompie de Pompie, het jaarlijkse donateursgeschenk van stichting ’t Grunneger Bouk en zijn tweede sprookjesboek. De stichting geeft haar leden al meer dan een halve eeuw jaarlijks een Groningstalig geschenkboek. Deze editie bevat vijftig nieuwe verhalen, met illustraties van Geert Schreuder uit Onstwedde.
Traumatische tijd
„De inspiratie kreeg ik toen mijn vrouw en ik tijdelijk in een tussenwoning in Huizinge woonden. Ons huis in Middelstum had aardbevingsschade, is afgebroken en opnieuw gebouwd. Het was een traumatische tijd”, zegt Schreiber. „We wonen hier nu vijf jaar. Maar wat moesten we vechten tegen de instanties. Er is zoveel gebeurd. We wonen op dezelfde plek en kregen veel hulp van buren. Maar in de kop is veel gebeurd.”
„Tijdens het schrijven was er sprake van herbeleving. Ik ging erover dromen en werd onrustig. Nu het manuscript er ligt, is het weg. Er is een last van me afgevallen.’’
Trots is hij ook op de toestemming van schrijfster Annet Schaap om haar nieuwste boek Krekel in het Gronings te vertalen. Eerder vertaalde hij haar boek Lampje.
,,Natuurlijk in het Gronings’’, zegt de man die in 1946 geboren is in het Friese Ureterp.: „Iedere keer beginnen mensen weer over dat Fries zijn. Houd er toch over op”, zegt hij. „Door mijn Friese achtergrond heb ik juist een liefde voor de Groninger streektaal ontwikkeld.”
De drie jongste projecten van Fré Schreiber. Foto: Anjo de Haan
Kon minder is een typisch Groningse serie over Groningers en over Groningen. Laat je verwonderen en inspireren of steek wat op. Want: is dit Gronings? Inderdaad. Dit is Gronings. Kon minder. Deze week gaat het over de onvermoeibare Fré Schreiber.