Gijs Peletier begint dit jaar met de master Artificial Intelligence. Foto: Geert Job Sevink
In Silicon Valley worden jonge top-AI-onderzoekers als supersterren binnengehaald, met salarissen van vele miljoenen. Wat vinden AI-studenten aan de RUG hiervan: lonkt het geld, of blijft hun kennis hier?
Gijs Peletier (20) leeft en ademt AI, ook wel kunstmatige intelligentie. Dag in, dag uit is hij bezig met de technologie. Dit semester start hij met de master Artificial Intelligence aan de Rijksuniversiteit Groningen, na zijn bachelor AI. Zijn interesse stopt niet bij de colleges: ook buiten de studie werkt hij voortdurend aan persoonlijke projecten. „Eigenlijk ben ik maar een paar weekenden per jaar niet met AI bezig”, zegt hij lachend.
„Artificial Intelligence voelt voor mij als magie”, legt hij uit. „De dingen die je ermee kunt doen, voelen vaak magisch. Net als bij een goochelaar denk je te begrijpen wat er gebeurt, maar het resultaat verrast je telkens weer. AI-modellen werken hetzelfde: ik begrijp de basisprincipes, en toch komt er vaak iets onverwachts uit.”
Artificial Intelligence voelt als magie: je begrijpt de basis, maar het resultaat verrast je telkens weer.
Student Julian Sprietsma hoopt in de toekomst voor een doorbraak in AI te zorgen. Foto: Geert Job Sevink
Ook Julian Sprietsma (21), bachelorstudent Artificial Intelligence, heeft zijn roeping gevonden. „Van jongs af aan ben ik geïnteresseerd in techniek, computers, robots, alles wat met technologie te maken heeft, én in het menselijk brein. AI combineert die twee werelden perfect.”
Gijs, oorspronkelijk uit Eindhoven, en Julian, opgegroeid in Dokkum, werden via een selectieproces toegelaten tot de numerus fixus-opleiding.
Volgens Julian, ook voorzitter van studievereniging Cover, houden bedrijven de opleiding nauwlettend in de gaten op zoek naar talent. „Er wordt zeker aan ons getrokken vanuit het bedrijfsleven. Artificial Intelligence is tegenwoordig erg populair, elk bedrijf wil ermee aan de slag.”
Wat is AI?
Artificial Intelligence, of kunstmatige intelligentie, is technologie die menselijke intelligentie nabootst. Het bestaat uit programma’s en systemen die kunnen leren, redeneren, problemen oplossen en taken uitvoeren die normaal door mensen gedaan worden.
AI kan bijvoorbeeld patronen in grote datasets herkennen, voorspellingen doen en helpen bij het nemen van beslissingen. ChatGPT is een bekend voorbeeld.
De aantrekkingskracht van Silicon Valley
De studenten volgen nauwlettend wat er wereldwijd in de AI-markt gebeurt. In Amerika worden jonge AI-onderzoekers binnengehaald alsof het supersterren zijn. Veel van deze talenten – vaak nog twintigers – schakelen adviseurs in en onderhandelen stevig met bedrijven om het hoogste aanbod binnen te slepen.
Techreuzen zoals Meta, Google, Microsoft en OpenAI houden de exacte bedragen vaak geheim, maar bekend is dat ze top-AI-onderzoekers enorme compensaties bieden. Volgens The New York Times kreeg de 24-jarige onderzoeker Matt Deitke aanvankelijk een aanbod van 125 miljoen dollar over vier jaar van Meta, dat later werd verhoogd tot 250 miljoen.
„Wauw”, zegt Julian lachend. „Dat klinkt natuurlijk hoopvol, maar dit lijkt me wel echt een uitzondering.”
Zulke bedragen duiden erop dat een doorbraak dichtbij is.
Gijs Peletier in het Bernoulli Instituut voor Wiskunde, Informatica en Kunstmatige Intelligentie. Foto: Geert Job Sevink
„Dat zulke bedragen worden geboden, geeft mij het gevoel dat een doorbraak dichtbij is”, zegt Gijs. Techreuzen willen allemaal als eerste een AI-systeem ontwikkelen dat even slim is als mensen en uiteindelijk zelfs slimmer kan worden, legt hij uit. „Ik wil daar wel bij zijn. Mijn grootste ambitie is om, voordat alles verandert, een waardevolle bijdrage te leveren aan het veld.”
Gijs overweegt een carrière in Silicon Valley, een regio in Californië die bekendstaat als hét centrum van technologie en innovatie en waar veel grote techbedrijven en startups zijn gevestigd. „De vrijheid, de eindeloze mogelijkheden en de enorme rekenkracht daar zijn ongeëvenaard. In de academische wereld is dat moeilijker te vinden, en het betaalt er ook beter.”
‘AI kent periodes van opkomst en neergang’
„Ik vraag altijd aan studenten waarom ze AI studeren”, zegt AI-wetenschapper Matthia Sabatelli van de RUG. „Ik hoor regelmatig dat geld een rol speelt. Maar zulke gigantische aanbiedingen gaan niet naar iedereen. De mensen die zo ver komen, hebben iets bijzonders laten zien: een prijs voor het beste paper op een topconferentie, een PhD-project dat uitblonk. Om daar te komen, volstaat een bachelor of master niet meer.”
Matthia Sabatelli (33) geeft les aan studenten van de bachelor en master Artificial Intelligence. Foto: Geert Job Sevink
Is succes gegarandeerd met een diploma in AI? Zeker op de korte termijn, zegt de AI-wetenschapper. „Kijk je naar de komende vijf tot tien jaar, dan zal de markt hen met open armen ontvangen. Sommige van mijn oud-studenten verdienen drie keer zoveel als wij professoren. Of dit op de lange termijn zo blijft, weet ik niet. AI kent periodes van opkomst en neergang. We zitten nu in een succesvolle fase, maar de geschiedenis leert dat dat niet altijd zo zal blijven.”
Tot nu toe gaat voor Sabatelli de academie boven de gouden bergen van het bedrijfsleven. „Ik heb samengewerkt met mensen van Meta, Apple en Google DeepMind, fantastische bedrijven die pionierswerk doen. Ze hebben me een paar keer proberen binnen te halen. Toch geniet ik vooral van de academische kant: lesgeven en studenten zien groeien. Dat geeft me voldoening, ook al kan ik qua onderzoek niet concurreren met zulke grote bedrijven.”
Gaat AI-fabriek talent hier houden?
In Groningen verrijst de komende jaren mogelijk een AI-fabriek. Het Nederlandse deel van de financiering is al toegezegd; later dit jaar volgt waarschijnlijk een besluit vanuit de Europese Unie. Met honderden miljoenen euro’s aan investeringen willen overheid, bedrijven en universiteiten samen AI-toepassingen ontwikkelen, onder meer in zorg, energie en landbouw.
Voor studenten en onderzoekers in Groningen betekent de AI-fabriek toegang tot rekenkracht en netwerken die voorheen onbereikbaar waren. Maar kan dit hen weerhouden van de verleiding van buitenlandse techreuzen?
Julian: „Misschien wel, maar het draait voor mij om de bijdrage die ik kan leveren. Ik zoek geen standaard 9-tot-5-baan; ik hou ervan om me helemaal in een groot project te storten. Als de AI-fabriek zo’n project biedt dat echt iets verandert, dan absoluut.”
Gijs: „Bij het AI-fabriek-project ben ik vooral benieuwd hoe snel ze kunnen handelen. Alles gaat zo razendsnel dat je niet kunt wachten tot over vijf jaar. Het liefst staat het halverwege volgend jaar al, anders loop je achter.”
Julian Sprietsma droomt van een toekomst in het buitenland als AI-onderzoeker. Foto: Geert Job Sevink
Geld belangrijk, impact belangrijker
Julian, die na zijn bachelor ook de master AI wil volgen, houdt zijn opties open. „Ik denk dat er nog ontzettend veel mogelijk is met AI. Een doorbraak vinden die goed is voor de mensheid, bijvoorbeeld in de medische wereld, lijkt me erg interessant. AI kan diagnoses stellen voordat wij dat kunnen, waardoor ziektes eerder en beter behandeld kunnen worden.”
„De wetenschappelijke kant spreekt me aan”, zegt hij. „Maar ook het idee om aan een groot AI-project zoals ChatGPT te werken, lijkt me geweldig. Geld speelt een rol, maar ik doe het absoluut niet alleen voor het geld. Ik wil zonder zorgen kunnen leven en de wereld rondreizen, maar het belangrijkste blijft de impact die ik kan maken.”
Ook Gijs wil vooral iets toevoegen. „Ik wil grenzen verleggen. Het liefst werk ik aan AI-modellen die een simpele taak uitzonderlijk goed uitvoeren. Zo ben ik nu bezig met een robotische arm. Robotica en beweging vind ik heel interessant.”
Is hij ooit met iets anders bezig dan AI? „Ik kan het loslaten, maar het gaat er vaak over”, zegt Gijs. Zijn vader, hoogleraar Wiskunde, houdt zich vooral bezig met de wiskunde achter neurale netwerken – de modellen waarop AI leert en werkt. „Dus ja, dan weet je wel waar het aan de eettafel over gaat”, lacht hij. „Mijn leven staat nu volledig in het teken van AI-onderzoek. De rest komt later wel.”