Als ik mijn krant goed lees, wat nog weleens wil voorkomen, hoeft het me niet te verbazen dat ik op 200 meter van mijn Groningse huis, bij de McDonald’s op de Westerhaven, ooit een BigMenz zal kunnen verorberen. En in tijden van grote trek daarna nog een portie Hot Achmea Wings, 80 meter verderop, bij de Kentucky Fried Chicken.
Net als pensioenfondsen blijken zorgverzekeraars hun centen en dus indirect de onze te steken in een vette bek. Die bek gaat steeds vaker door voor zogenaamd gezond, vermomd achter een groen masker. Commercieel gezien is dat een moetje, in verband met de tijdgeest.
Groen is hot! Alleen is vet nog hotter.
Zorgverzekeraars komen er bij hun fastfoodkeuzes kogelrond voor uit dat ze ‘toch ergens’ in moeten beleggen. Kennelijk zijn alle andere mogelijkheden uitgeput.
Investeren in de fabricage van kalasjnikovs is nog net een brug te ver. Er is overigens een website die ons leert duurzaam te beleggen in de wapenindustrie. Jazeker.
Als alle koek op is kom je als zorgverzekeraar dus automatisch uit bij McDonald’s, KFC en Burger King. Ik stel me voor hoe de rekenmeesters bij die grote verzekeraars met hun telmachines in de weer zijn gegaan.
Eerst voegden ze de premie-inkomsten, opgehaald bij de argeloze klandizie, samen met de geschatte opbrengsten uit hun avonturen in de hamburgerij en de gefrituurde kippen. Deze optelsom zetten ze vervolgens af tegen hun extra kosten voor de behandeling van kwalen, veroorzaakt door overmatig en vet eten. En bingo.
Kennelijk kan het uit. Dan doe je het.
Je hoort ze tegen elkaar fluisteren, achter de vrijdagse bitterballen: als we ons geld niet zó kunnen verdienen, dan moeten de premies omhoog. Kiezen of delen.
Dat pensioenfondsen hun geld er instoppen – nog heel wat meer dan de verzekeraars – snap ik best. Als we gemiddeld eerder het loodje leggen dan bij puur gezonde voeding, hoeft er minder aan pensioenen te worden uitgekeerd. De bevolkingsopbouw van nu is beroerd, met veel te veel stevig incasserende ouderen, tegenover veel te weinig premiebetalende jongeren om het systeem overeind te kunnen houden. Dan bieden kwalijke eetgewoontes mogelijk enig soelaas.
Cynische redenatie dit, al met al, dat klopt, maar het cynisme wordt ruimschoots verslagen door de verbijstering volgend op het nieuws. Een slordig belegd, klef wit broodje. Ik beken dat ik nooit een McFan ben geweest (wel van die milkshake). Ook al moet er wat gebeuren, ik ben evenmin een verbodsaanhanger, zelfs niet als ik me weer eens scheel erger aan de specialiteit van de gemiddelde fastfoodconsument om verpakkingsrestanten klakkeloos op straat te parkeren. Alsof de zorgverzekeraars tevens beleggen in de straatveegindustrie.
De roep om een gerichte strijd tegen obesitas klinkt steeds luider, ook al wijst de liberale overheid traditioneel op de individuele verantwoordelijkheid. Nou, vergelijk een strandfoto van rond 1960 met eentje van de laatste zomers. Schrikken geblazen. Niks individueel.
Ik loop elke ochtend met mijn hond langs een grote mbo-opleiding en zie de jeugd per jaar verzwaren. Dit is geen persoonlijke ‘fatshaming’. En ik weet dat aanleg een rol speelt. Van Hardy maak je geen Laurel, van The Notorious B.I.G. geen Eminem. Maar vetzucht is geen probleem van enkelingen, het is een massakwaal, een ingeslepen endemie die tal van bijpassende ziektes achter zich aantrekt, de volksgezondheid slopend. En dan investeren de ziektekostenverzekeraars in fastfood. Om je fat te shamen.