Goed gevoed het ziekenhuis in, ondervoed weer naar huis. 30 procent van patiënten verslechtert in het ziekenhuis. Dit moet er gebeuren, vindt onderzoeker UMCG
Goed gevoed het ziekenhuis in en ondervoed weer naar huis. Door patiënten op een andere manier in de gaten te houden, kan dit voorkomen worden, blijkt uit onderzoek in het UMCG.
Het is bepaald geen uitzondering dat patiënten bij opname nog in ‘goede voedingstoestand verkeren’ en bij ontslag uit het ziekenhuis plotseling ondervoed blijken te zijn. Dit is zo in 30 procent van de gevallen, ontdekte onderzoeker en diëtist Iris van Vliet (29) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Vrijdag promoveert ze op haar proefschrift Verborgen ondervoeding in het ziekenhuis? Herkenning van (risico op) ondervoeding in de complexe ziekenhuiszorg.
,,Verslechteren in het ziekenhuis, dat klinkt natuurlijk niet goed’’, zegt Van Vliet. Het ligt voor de hand dit te wijten aan de zorg in het ziekenhuis – en het is volgens Van Vliet ook zeker van belang om te kijken hoe de voedingszorg daar verbeterd kan worden – maar daar ligt de oorzaak volgens de onderzoeker slechts deels. ,,We hebben het over zieke patiënten, die in de periode dat ze in het ziekenhuis zijn geweest vaak een operatie of onderzoeken hebben ondergaan. Het is deels onvermijdelijk dat deze mensen tijdelijk minder goed voeding binnenkrijgen.’’
Onterechte focus op BMI en gewicht
Wat je volgens Van Vliet wel van de zorgprofessionals mag verwachten, is dat de (dreigende) ondervoeding geconstateerd wordt en dat daarna actie volgt. Bij het constateren gaat het nog veel te vaak mis, ontdekte ze. De huidige meetmethode (MUST-screening genaamd) in de ziekenhuizen let vooral op BMI en gewichtsverlies. Maar die twee indicatoren vertellen volgens Van Vliet lang niet altijd het hele verhaal.
Met name bij mensen met overgewicht (meer dan de helft van de patiënten in het ziekenhuis heeft dit) schiet de ouderwetse screening tekort. Met de MUST-screening wordt maar bij 5 procent van de patiënten met overgewicht risico op ondervoeding gevonden, tegenover 36 procent met de veel nieuwere PG-SGA SF-screening. Daarbij wordt gekeken naar klachten die eten en drinken moeilijker maken, zoals misselijkheid en slikproblemen. Ook door spiermassa te meten, kon ondervoeding beter worden vastgesteld bij patiënten met overgewicht.
Verborgen ondervoeding
,,Een aanzienlijk deel van de ondervoeding in het ziekenhuis blijft verborgen’’, aldus de onderzoeker. ,,Dat heeft gevolgen voor de gezondheid van de patiënten en ook voor de belasting van de zorg.’’
Met ondervoeding wordt bedoeld dat een patiënt onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgt of opneemt, waardoor de spiermassa – en mogelijk het totale lichaamsgewicht – afneemt en de kans op complicaties of ziekte groter wordt.
Van Vliet pleit ervoor dat ziekenhuizen overstappen op de nieuwe manier van screening. ,,Veel werk is het niet. De PG-SGA SF-screening is doorgaans binnen 5 minuten door de patiënten zelf in te vullen. Ik weet wel dat de praktijk vaak weerbarstiger is. Maar ik denk dat als iedereen gaat inzien wat het oplevert, dit echt voet aan de grond gaat krijgen.’’
In het UMCG wordt de nieuwe screening inmiddels op meerdere afdelingen geïntroduceerd.