Het begin van de Papengang in de stad Groningen. Het meest smoezelige straatje van de binnenstad. Foto: Sikkom
Acht muurkunstenaars nemen maandag tot en met woensdag de Papengang in Groningen onder handen. Al langer wordt er aan de verpauperde steeg gewerkt: er ligt al nieuwe bestrating. Nu zijn de muren aan de beurt.
Jarenlang was de Papengang een guur steegje dat je eigenlijk liever meed. Stinkend naar urine, met brakke schuttingen en ongure types. Maar aangezien het dé entree naar het Groninger uitgaanswalhalla is, moest je toch. En je wílde het ook. Want aan het einde van de steeg wacht Warhol, en de Peperstraat met al z’n kroegen. Gelukkig duurt het niet lang meer en de straat is begaanbaar en veilig. De metamorfose is namelijk bijna voltooid.
Onder aanvoering van oud-nachtburgemeester Chris Garrit besloten alle betrokkenen, zoals Warhol, Dizkartes en De Zolder drie jaar geleden de straat na 40 jaar verpaupering rigoureus aan te pakken. “Het is een hele belangrijke nachtstraat”, legt Garrit uit. “Maar het verpauperde maar en er gebeurde maar niets. Wij wilden er weer een straat van maken waar mensen graag komen.”
Acht kunstenaars nemen de gang onder handen
Zo werd de steeg een poosje geleden al opnieuw bestraat: dat was al een hele verbetering. Maar na woensdag gaan we het pas écht merken. Acht kunstenaars zullen hun talent loslaten in de gang, zoals muurkunstenaar Klaas Lageweg. Maar ook Klaas Boter, Iris Kruizinga, Loes Faber, Hans Vos, Matthieu Keuter van Lewenborg en het duo Vaaf zullen hun verfkunsten laten zien.
Er komt ook een lichtkunstwerk
Als de muurkunst klaar is, zal er ook nog een lichtkunstwerk boven de gang komen te hangen. Voor dat ontwerp zijn de initiatiefnemers de geschiedenis ingedoken. “Papen, dat waren katholieken, en het was vroeger niet echt cool om katholiek te zijn, dus die renden door die gang naar hun schuilkelder”, legt Garrit uit. “Zo is de naam voor die gang ontstaan.”
Daar wilden de initiatiefnemers iets mee. Een lichtkunstwerk maken dat modern is, maar toch refereert naar die tijd. En zodoende kwam men op het idee iets met heiligenschijn te doen. “Zo’n lichtkransje dat Jezus boven z’n hoofd heeft, weet je wel?”