De hoge gaswinning van 2013 is voor veel inwoners van Groningen nog steeds een open wond Foto: Kees van de Veen
Een topambtenaar van het ministerie van Economische Zaken heeft het openbaar maken van documenten over de gaswinning in Groningen actief tegengewerkt. Zo konden de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) en gashandelshuis Gasterra uit de wind worden gehouden.
Dat blijkt uit vertrouwelijke notulen van de Maatschap Groningen die NRC en Dagblad van het Noorden hebben ingezien. In de Maatschap Groningen bepalen oliebedrijven Shell, ExxonMobil en joint-venture NAM samen met de regeringsvertegenwoordiger van Economische Zaken en staatsbedrijf EBN de strategie rond de Groningse gaswinning.
Uit eigen beweging deed de directeur-generaal van het ministerie van EZ suggesties hoe de rijksoverheid een zogeheten Wob-verzoek kon frustreren. De Wob staat voor Wet openbaarheid van bestuur en is bedoeld voor burgers om overheidsinformatie op te vragen. Sinds begin deze maand is de Wob vervangen door de Woo (Wet open overheid).
Het gebeurde op een besloten bijeenkomst van de gasbedrijven en de overheid op 13 februari 2014. Aangeschoven zijn onder anderen topmannen Joost van Roost (ExxonMobil Nederland), Dick Benschop (Shell Nederland) en de NAM-directeur Bart van de Leemput en zijn vice-directeur Barend Botter.
Onderzoek
NRC en Dagblad van het Noorden doen samen onderzoek naar de gaswinning in Groningen. Tips: gaswinning@dvhn.nl
De Groninger Bodem Beweging (GBB) had via de Wob bij de overheid concepten opgevraagd van het winningsplan 2013 van het gaswinningsbedrijf Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM). In zo’n winningsplan beschrijft de NAM bijvoorbeeld hoeveel gas het uit het Groningenveld wil halen en welke aardbevingsrisico’s dat met zich meebrengt.
Uit de interne stukken van de Maatschap Groningen komt duidelijk naar voren dat het ministerie van Economische Zaken geenszins van plan is om die conceptplannen van de NAM openbaar te maken. De directeur-generaal Energie van het ministerie zegt te zullen aangeven dat hij ‘alleen in zijn rol als Regeringsvertegenwoordiger beschikt over deze concepten (van het winningsplan), waarmee deze stukken dus zullen worden gesignaleerd als niet aanwezig op het departement’.
EZ: Zorgen er voor dat Wob-verzoek niet wordt gehonoreerd
Nog geen drie maanden later gebeurt iets soortgelijks. Nu meldt de directeur Energiemarkt van het ministerie van EZ dat er een Wob-verzoek ligt. Deze keer met de vraag hoeveel gasvolume er in het verleden is besteld door GasTerra. Het gashandelsbedrijf uit Groningen had het ministerie verzocht om ‘niet bekend te maken hoeveel volume er in het verleden is besteld’.
Het ministerie van EZ blijkt Gasterra, NAM en de oliebedrijven ter wille te willen zijn. Het departement wil er wel voor zorgen ‘dat dit verzoek niet zal worden gehonoreerd’, meldt de topambtenaar op 13 mei 2014.
Dat is pikant omdat er in 2013 een omstreden grote hoeveelheid gas uit het Groningenveld is gehaald: 53,87 miljard kuub. Terwijl toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) begin van dat jaar had geadviseerd, na de zware aardbeving bij Huizinge, de gaswinning flink te beperken om de risico’s op een zware aardbeving te verlagen.
Maar juist in 2013 werd een recordhoeveelheid gas uit de grond gehaald, onder meer vanwege ‘aantrekkelijke commerciële mogelijkheden’, staat in de notulen. Hoe en waarom zo veel gas werd gewonnen is voor Kamerleden en gedupeerde inwoners van Groningen nog altijd een raadsel.
Pieter Omtzigt: ‘Benieuwd of EZK inziet dat dit niet door de beugel kan’
Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt reageert geschrokken op de opstelling van deze topambtenaar, laat hij weten aan DVHN en NRC. ,,Door de relevante stukken in 2013 achter te houden, toen de gaswinning enorm werd verhoogd na de beving in Huizinge, slaagde het ministerie erin om haar zin te krijgen. Dat is heel ernstig in een democratie.”
Het past volgens Omtzigt in het patroon wat hij ook zag bij het kinderopvangtoeslagenschandaal: ,,Jarenlang Kamervragen foutief beantwoorden en Wob-stukken achterhouden, betekende dat het schandaal veel langer verborgen bleef en de kwalijke praktijken langer konden voortduren.” Tegelijkertijd is het Kamerlid ‘heel benieuwd of het ministerie van EZK ondertussen inziet dat deze handelswijze volstrekt niet door de beugel kan’.