Vanaf de ochtend na de spectaculaire roof in 2020 van Lentetuin van Van Gogh uit museum Singer in Laren, zat kunstdetective Arthur Brand de rover en de helers op de hielen. Na drieënhalf jaar speuren en onderhandelen had hij het werk dat eigendom is van het Groninger Museum eindelijk in handen. De ontknoping in de afgelopen dagen was een jongensboek.
„Een kwestie van tijd. Hij komt terug.” Bij het vrijwel wekelijkse contact tussen De Telegraaf en de gedreven Brand herhaalde hij de zinnen regelmatig. Met daarna een teug van een sigaretje.
17 miljoen euro
Het schilderij was door het Groninger Museum uitgeleend aan het Singer. Tijdens de coronaperiode kwam een man ’s nachts het pand binnen, sloeg met een enorme moker meerdere glazen deuren aan diggelen en nam het bijzondere historische werk onder zijn arm mee naar buiten. Een half jaar later werd een werk van Frans Hals op even spectaculaire wijze uit een museum in Leerdam geroofd.
Voor de roven werd na een dna-hit in april 2021 de in Frankrijk geboren Nils M. opgepakt: een kunstrover en beroepscrimineel. Hij werd veroordeeld tot acht jaar cel voor de roof van de twee werken met een waarde van 17 miljoen euro. Het werk was beland bij een criminele organisatie die het werk wilde inzetten als ruilmiddel bij een celstraf, zo bleek uit onderschepte communicatie.
Bronzen paarden van Hitler
Als Arthur Brand – die wereldwijd vele tientallen bekende geroofde of verdwenen kunstvoorwerpen terughaalde – zich ergens in vastbijt, laat hij niet meer los. Zijn grootste triomf: de terugkeer van de beroemde bronzen paarden van Hitler in 2015 door zijn speurwerk.
Eind mei 2020 kwam Brand in contact met criminelen die kennis hadden van de geroofde Van Gogh. Hij vroeg bewijs en kreeg een foto van een editie van de New York Times met daarnaast Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar.
Museumdirecteur Evert van Os van het Singer in Laren twijfelde niet aan de echtheid. Ook Brand niet. Op de foto naast het werk lag ook een boek over de roof uit het Van Gogh Museum in Amsterdam in 2002. Een provocatie van de rovers of helers?
„In die periode onderschepte de politie miljoenen berichten tussen criminelen. Er was grote angst onder criminelen dat ze door het vele bewijs zouden worden opgepakt. Ik wist dat er kunst zou worden geroofd. Kunst als ruilmiddel voor strafvermindering”, zegt Brand.
Hij kwam een drugsbende uit Amersfoort op het spoor die kon beschikken over het geroofde schilderij, zo onthulde De Telegraaf in 2021. Brand onderhandelde, maar de onderhandelingen liepen stuk.
Uit door de politie onderschepte communicatie bleek inderdaad dat leden van de bende over het werk communiceerden. Ze wisten waar het lag en wilden de Van Gogh inderdaad inzetten als ruilmiddel. Ook een grote crimineel uit Dubai communiceerde over het werk met bendeleden. „Overigens is mij nooit zo’n deal aangeboden”, zegt Brand.
In 2022 volgde een laatste levensteken. Exact twee jaar na de roof stuurde iemand in een versleutelde mail een foto van het werk naar de directeur van het Groninger Museum. De directeur was overtuigd van de authenticiteit van het werk en dat het een recente foto was. Daarna bleef het stil.
„Het werd niet alleen een hoofdpijndossier voor politie en justitie, maar ook voor betrokkenen in het criminele circuit. Door de zware straf voor de rover en de aanhoudende publiciteit in vooral De Telegraaf over de roof en de zoektocht naar het werk, werd de druk te groot. De Van Gogh werd gewoon te heet. Mensen wilden van het werk af. Het moment van teruggave kwam steeds dichterbij”, zegt Arthur.
Twee weken geleden kreeg Brand een appje van iemand die hij niet kende: „Hij vroeg: heb je ook een geheimhoudingsplicht? De man had niets te maken met de roof of de heling, maar kon wel beschikken over de Van Gogh. We wisten samen met de politie exact wie er allemaal bij de zaak betrokken was en dit was geen rover of heler.” Wie de persoon is blijft geheim.
’Vertrouwen winnen’
„Hij wilde niet in problemen komen. Ik moest echt zijn vertrouwen winnen. Dat kostte veel moeite”, zegt Brand. Dit weekend kwam het tot een ontmoeting. „Ik bezocht een feest van een acteur met tout bekend Amsterdam. Ik sloop van het terrein af naar het Amstelveld. Daar, in het donker op een bankje onder een boom, ontmoette ik hem. Hij was enorm zenuwachtig. Ik zei dat iedereen hem alleen maar dankbaar zou zijn. ” Ze bespraken de overdracht.
Schilderij in kussen in Ikea-tas
Ze spraken af dat hij maandag met de Van Gogh bij Brand thuis langs zou komen in Amsterdam. En dat deed hij. Groninger Museumdirecteur Andreas Blühm zat een stukje verderop in een kroeg te wachten.
„Hij belde aan met het werk in een kussen in een Ikea-tas. Blühm kwam meteen daarna langs om te kijken. Het was onmiskenbaar de Lentetuin. We hadden de tranen in de ogen. Kort daarna hebben we met rechercheurs het glas geheven.”
Het werk is licht beschadigd en moet gerepareerd worden. Blühm: „We gaan dan tegelijkertijd het werk nader onderzoeken. Wellicht zitten er nog oude tekeningen van Van Gogh onder.”