NIOZ-onderzoeker Jan van Gils houdt vandaag zijn oratie als honorair hoogleraar ‘Ecologie van trekvogels in een snel veranderende wereld’, aan de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens de bioloog is er door klimaatverandering een groot tekort aan mannetjesvogels.
Door de opwarming van het klimaat op de Arctische toendra, is er tegenwoordig nog maar één man op iedere twee vrouwelijke kanoeten. Tot die - zoals hijzelf zegt schokkende conclusie - komt ecoloog Jan van Gils, nadat hij de aantallen mannen en vrouwen in het overwinteringsgebied van de kanoeten in Mauritanië op een rijtje zette.
Kanoet in Siberië (geringd in Mauritanië). Foto: Job ten Horn
Waarom is die veranderende verhouding van de geslachten bij kanoeten schokkend?
,,De kanoet is een monogame vogel. Het is niet zo dat één mannetje, zoals bij veel andere dieren, meerdere vrouwen heeft. Bovendien zorgt het mannetje van de kanoet in zijn eentje voor de jongen. Bij het begin van onze metingen, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, was de verhouding man/vrouw keurig fiftyfifty. Als er nu één man op iedere twee vrouwen is, dan betekent dit dat de helft van de vrouwen niet kan voortplanten. En dat bij een soort die al achteruitgaat in aantal. We denken dat dit komt door de snelle verandering van het klimaat in het broedgebied, in het noorden van Rusland.’‘
Waarom heeft het klimaat hier invloed op?
„Door opwarming smelt de sneeuw in het broedgebied eerder. Dus komen de insecten steeds eerder uit de bodem. Maar de kanoet komt nauwelijks eerder aan in Rusland. Het gevolg is dat de kuikens in de meeste jaren te laat zijn om volop te profiteren van de voedselpiek. Ze vertrekken dan met een groeiachterstand weer naar het zuiden. Die kleinere kanoeten met dus ook kortere snavels hebben het in het overwinteringsgebied (Mauritanië) extra zwaar. Zij kunnen slechter bij het goede voedsel in de bodem.”
Kanoetenkuikens in Siberië. Foto: Jan van Gils
,,De pech voor de mannen is dat ze ook nog eens net iets kleiner zijn dan de vrouwen. Vooral de mannen hebben dus te lijden onder deze ‘krimp’ van de kanoeten. We zien dan ook steeds meer mannen dan vrouwen sterven in West-Afrika. Als klap op de vuurpijl komen er in relatief warme jaren ook nog eens relatief veel vrouwtjes uit het ei. In koelere jaren is de verhouding bij de uitgekomen kuikens wel gewoon fiftyfifty.’‘
In 2016 haalde je de voorpagina van het beroemde wetenschapsblad Science, met jouw ‘Pinokkio-kanoet’. Wat is dat?
,,De kanoeten met de langste snavels kunnen het best bij de diep ingegraven schelpdiertjes in het overwinteringsgebied. Dat betekent dat er natuurlijke selectie is op snavellengte. De kanoeten met een korte snavel leggen als eerste het loodje, terwijl de kanoeten met een lange snavel een voordeel hebben. Je krijgt op termijn dus steeds kleinere kanoeten, maar wel met – relatief – langere snavels.”
Kan de kanoet zich niet aanpassen?
,,We zien dat de vogels nauwelijks eerder naar Rusland vertrekken om de verandering bij te benen. Waarschijnlijk kan dat gewoon niet, omdat ze hun spreekwoordelijke ‘brandstoftank’ in West-Afrika niet snel genoeg gevuld krijgen. We zien wel dat ze steeds hoger zijn gaan broeden. Zaten ze in de jaren tachtig op een gemiddelde hoogte van 70 meter boven zeeniveau, tegenwoordig zitten ze op gemiddeld 100 meter. Zelfs die dertig meter verschil betekent dat de sneeuw een week later smelt en de insecten dus een week later verschijnen. Maar die aanpassing kan met de verdere opwarming niet eeuwig doorgaan. Zo hoog zijn de heuvels in Siberië niet.’‘
Rustende gezenderde kanoet in Mauritanië. Foto: Tim Oortwijn
Wat doet de klimaatverandering met het aantal kanoeten?
,,Sinds 1980 is het aantal kanoeten - van de ondersoort die in Siberië broedt en in West-Afrika overwintert - met maar liefst 66 procent afgenomen. Ik kan niet anders dan concluderen dat het klimaat een belangrijke en misschien wel de belangrijkste boosdoener is. Voor mij is de kanoet dan ook niets anders dan een kanarie in de kolenmijn. Deze vogels laten zien dat de verandering van het klimaat, waar wij zonder enige twijfel een belangrijke rol in hebben, vergaande consequenties heeft. De kanoet schreeuwt dus om actie in het beperken van de klimaatverandering.’‘