IPCC-rapport: opwarming aarde beperken tot 1,5 graden is haalbaar ANP
In 2030 moet de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen minstens 43 procent lager zijn dan nu, anders blijft de opwarming van de aarde niet onder de anderhalve graad. Dat is nog haalbaar, zegt het VN-klimaatpanel IPCC, als we onmiddellijk in actie komen.
Een ‘litanie van verbroken beloften’, dat is het nieuwste IPCC-rapport volgens secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties. En ‘een dossier vol schaamte’. ,,Sommige regeringen zeggen één ding, maar doen iets heel anders’’, stelde Guterres in zijn speech voor de presentatie van het rapport. ,,Simpel gezegd: ze liegen. En de resultaten zijn rampzalig.’’
Klaus Hubacek, die bij de RUG onderzoek doet naar energie, milieu en samenleving en meeschreef aan het IPCC-rapport, keek van de harde woorden op. ,,Guterres spaarde niemand’’, vindt hij. ,,Een belangrijke boodschap, zij het een deprimerende. Maar daarna werd de sfeer positiever en ik denk dat dat óók nodig is.’’
Er dreigt een ramp, maar we kunnen ‘m voorkomen
Het nieuwste IPCC-trapport is het derde deel in een reeks, en heeft in zekere zin inderdaad twee gezichten: pessimistisch (er dreigt een regelrechte ramp) én optimistisch (maar we kunnen ‘m nog voorkomen). De twee eerdere rapporten van het VN-klimaatpanel stonden stil bij de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering. Deel drie draait om oplossingen. Wat moet er gebeuren om de gemiddelde temperatuur niet verder te laten stijgen dan 1,5 graad, zoals is afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs?
Het korte antwoord is: zorgen voor veel minder broeikasgassen in de atmosfeer, zoals methaan en CO2. De energie- en transportsector, landbouw en industrie moeten minder gebruik maken van fossiele brandstoffen, zodat de uitstoot van die gassen vermindert. Tegelijkertijd zijn oplossingen nodig om CO2 uit de lucht te halen. Dat kan door bossen aan te planten die CO2 opnemen, maar ook met fabrieken die het gas afvangen en opslaan onder de grond; carbon capture and storage (ccs) heet dat.
Bij dat alles is écht haast geboden, benadrukt het IPCC. Tegen 2030 moet er 43 procent minder broeikasgas uitgestoten worden. De afgelopen jaren nam de uitstoot van CO2 juist toe. Als de huidige trend doorzet, stevenen we deze eeuw af op een gemiddelde opwarming van 3,2 graden.
,,Afschuwelijk’’, noemt Hubacek dat vooruitzicht. ,,Moet je zien wat voor bizarre dingen er nu al gebeuren, met de overstromingen in Limburg van afgelopen zomer en vorige week de hitterecords op de Noord- en Zuidpool. We hebben geen idee in wat voor wereld we belanden bij ruim 3 graden.’’
Hij hoopt dat de wereldregeringen de waarschuwing van het IPCC ter harte nemen en hun klimaatbeleid aanscherpen. ,,Nu al. Morgenochtend. De eerstvolgende jaren zijn cruciaal. Het mooie van dit rapport is dat er voor iedere sector een soort blauwdruk voor actie in staat: dit, dit en dat moet je gaan doen.’’
Behalve overheden en bedrijven moeten individuele burgers ook aan de slag. Als zij hun levensstijl en gedrag aanpassen - bijvoorbeeld door meer plantaardig te eten, groene energie te gebruiken, meer te fietsen en minder de auto te pakken - kan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met 40 tot wel 70 procent verminderen.
Draagvlak voor een windpark? ‘Houd rekening met omwonenden’
Linda Steg is hoogleraar Omgevingspsychologie aan de RUG en schreef mee aan het IPCC-rapport over die keuzes van ‘gewone’ mensen. ,,Wat maakt dat zij bereid zijn klimaatvriendelijk gedrag te vertonen, en wat bepaalt of er draagvlak is voor grote veranderingen zoals een windmolenpark?’’
Draagvlak voor beleid en veranderingen is groter als de besluitvorming eerlijk en transparant is. ,,Een overheid moet rekening houden met de belangen van de omwonenden en hen betrekken bij het besluitvormingsproces. Mensen hoeven heus niet per se hun zin te krijgen; mensen snappen best dat die windmolens érgens moeten komen. Als ze zich maar gehoord en serieus genomen voelen, en dat hun belangen worden meegenomen in de besluitvorming.’’
Anders dan vaak gedacht wordt, laten mensen zich niet alleen maar leiden door hun portemonnee en eigenbelang, blijkt uit het IPCC rapport. ,,Zorgen om het milieu zijn ook een heel belangrijke motivatie, of de wereld beter willen maken voor anderen.’’
Jarenlang werk van bijna 300 wetenschappers
Daarbij moeten mensen hun levensstijl ook kúnnen veranderen - en dat geldt lang niet voor iedereen. ,,Sommigen hebben niet genoeg geld, anderen hebben gewoon geen idee waar ze goed aan doen. Zij hebben steun nodig van de politiek en het bedrijfsleven.’’ Stel bijvoorbeeld dat er subsidie is om je huis te isoleren, dan wordt het voor mensen met een smalle beurs gemakkelijker om die stap te zetten. En als vliegen duurder wordt en treinreizen goedkoper, kiezen we eerder voor een vakantie per trein.
Hubacek en Steg werkten samen met maar liefst 276 collega’s uit 65 verschillende landen jarenlang aan het IPCC-rapport. Op basis van het hele rapport is een samenvatting voor beleidsmakers geschreven, die zin voor zin moest worden goedgekeurd door delegaties uit 195 landen. ,,De delegaties hebben feedback gegeven, maar die werd alleen verwerkt als het in overeenstemming was met de wetenschappelijke basis zoals beschreven in het IPCC-rapport’’, legt Steg uit.
Een intensief en langdurig proces, al met al, maar ze is blij met het resultaat. ,,Dit is een goede basis voor nieuw beleid om klimaatverandering tegen te gaan. Het kan, maar dan moet het nú gebeuren.’’