Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer onderzoekt het leven van kinderen in Nederland.
Meer dan 20 procent van de kinderen in Groningen geeft zijn of haar leven een onvoldoende. In geen enkele provincie in Nederland is dit percentage zó hoog. Dat zegt kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer.
De kinderen die hun leven een onvoldoende geven, vertellen vaak (33,3 procent) dat er vaak ruzie thuis is waarbij soms gescholden en geslagen wordt. Bijna de helft van deze groep geeft aan psychische problemen te hebben.
De ombudsvrouw ondervroeg in totaal 2347 kinderen in Nederland tussen de 8 en 18 jaar oud. In Groningen vulden 185 kinderen de vragenlijst van de Kinderombudsvrouw in. Gemiddeld geven zij hun leven een 7.6, bijna net zo hoog als het landelijk gemiddelde van 7.7.
Maar niet elk kind is blij met zijn of haar leven. 20,7 procent van de kinderen in Groningen geeft het leven een onvoldoende. Dat is veel hoger dan het landelijk gemiddelde van 13.3 procent.
Armoede en bevingen
„Groningen is een arme provincie”, zegt Kalverboer. „En als je arm bent, is er vaker ruzie thuis.” Bovendien heeft Groningen nóg een probleem: de aardbevingen. „Hier hebben we niet specifiek onderzoek naar gedaan, maar de bevingen zouden zeker kunnen meespelen.”
In haar rapport noemt Kalverboer de Groningse professor Tom Postmes. Die presenteerde in 2018 een onderzoek waaruit bleek dat meer dan 85.000 mensen in Groningen last hebben van meervoudige schade aan hun woning. Van deze groep zijn er zo’n 10.000 bewoners die daadwerkelijk gezondheidsklachten hebben.
Hoogleraar Tom Postmes bij de parlementaire enquête naar de gaswinning. Foto: ANP
Kalverboer: „We weten wél dat bijvoorbeeld de afwikkeling van de aardbevingsschade in Groningen voor veel stress heeft gezorgd in gezinnen, en dat gezinnen daar ook emotioneel onder geleden hebben.”
In haar onderzoek zag Kalverboer nóg een reden voor de vele onvoldoendes die kinderen aan hun leven geven. 18,92 procent van de ondervraagde kinderen geeft aan psychische problemen te hebben, maar slechts 8,65 procent zit in de Jeugdhulp of de Jeugd-GGZ. „Het is logisch dat dit meespeelt.”
Wat kunnen ouders doen?
Volwassenen moeten het goede voorbeeld geven, vindt Kalverboer. „We zien dat veel kinderen zich zorgen maken over het klimaat en de oorlog in Oekraïne. Ze zijn kritisch op hoe volwassenen met elkaar en met de grote wereldproblemen omgaan”, zegt Kalverboer.
Ze wijst op een aflevering van het Sinterklaasjournaal. Vorige week zonk daar de pakjesboot wat leidde tot grote onrust onder kinderen. „Ik denk echt dat dit tien jaar geleden niet was gebeurd. Toen hadden kinderen gedacht: de volwassenen lossen dit wel op. Nu denken ze: dit komt niet goed.”
Volwassenen moeten, volgens Kalverboer, het goede voorbeeld geven en laten zien dat grote problemen wel degelijk kunnen worden aangepakt. „Kinderen mogen natuurlijk best narigheid zien en ervaren, maar dan moeten ze ook zien dat dit goed wordt opgelost.”
‘Gemeente, doe onderzoek’
En nu is het de beurt aan gemeentes en provincie, vindt Kalverboer. „Wij hebben het per provincie onderzocht. Gemeentes kunnen dit natuurlijk ook doen. Die moeten gewoon weten hoe het met de kinderen gaat.”
De kinderombudsvrouw ziet een kloof. Want, als één op de vijf kinderen hun leven een onvoldoende geeft, maar het gemiddelde Groningse cijfer niet ver onder het Nederlandse gemiddelde ligt, zijn er ook veel kinderen die een bovengemiddeld hoog cijfer aan hun leven geven. „De kloof die we in de maatschappij zien, zien we hier ook.”
Drenthe is anders
Het beeld in Drenthe is compleet anders. Daar geeft ‘slechts’ 10,5 procent van de kinderen hun leven een onvoldoende. Alleen in Overijssel en Utrecht (beide 9,6 procent) ligt dit lager. Het cijfer dat de Drentse kinderen aan hun eigen leven geven is het hoogst van heel Nederland: een 8,1.