Afbeelding ter illustratie. Foto: Corne Sparidaens
Justitie in Noord-Nederland behandelt steeds meer kindermishandelingszaken: dit jaar belanden er wekelijks gemiddeld vier tot vijf nieuwe dossiers bij de officieren van justitie. Vier jaar geleden was dat gemiddeld nog drie nieuwe zaken per week.
Landelijk zijn er jaarlijks zo’n 120.000 kinderen slachtoffer van mishandeling; met tussen de veertig en vijftig dodelijke slachtoffers. ,,Elk uur komen er negen serieuze meldingen binnen bij Veilig Thuis”, aldus officier van justitie Ingrid Kluiter, die bij het Openbaar Ministerie Noord-Nederland complexe kindermishandelingszaken behandelt. ,,In elke klas zit wel een kind dat hiermee te maken heeft.”
Het stijgende aantal komt - volgens officier Kluiter en OM-beleidsmedewerker Baukje Dotinga - doordat de maatschappij sneller vermoedens meldt. ,,Vroeger bleven dit soort zaken meer achter de voordeur.”
Officier van justitie Ingrid Kluiter (rechts) en beleidsmedewerker Baukje Dotinga van het Openbaar Ministerie Noord-Nederland. Foto: DVHN
‘Eerste 48 uur cruciaal’
Kluiter roept op om altijd melding te doen van vermoedens van kindermishandeling. ,,Elke blauwe plek kan een teken zijn. We zien in dit soort zaken vaak een opbouw; hoe eerder melden, hoe beter. Maar vaak wil de omgeving er eigenlijk niks van weten; men denkt dat zoiets niet gebeurt in de eigen omgeving. Maar vraag aan ouders hoe het gaat, stap achter die voordeur. De eerste 48 uur zijn cruciaal voor de opsporing in zaken met heftig letsel. Nu krijgen we veelal informatie via meldingen van Veilig Thuis en vertrouwensartsen.”
Kluiter coördineert de aanpak van alle kindermishandelingszaken bij justitie in Noord-Nederland. Drie adjunct-officieren doen de eenvoudige zaken, zoals eenvoudige mishandeling, verwaarlozing, geestelijke mishandeling zoals langdurige vernedering. ,,Maar ook bijvoorbeeld getuige zijn van huiselijk geweld; ook dat kan onder omstandigheden mishandeling opleveren in de vorm van benadeling van de geestelijke gezondheid, een strafbaar feit. De jurisprudentie daarover is zich nu aan het uitkristalliseren.”
Momenteel speelt er een zaak bij de rechtbank in Assen van een jong kind dat aan hersenletsel is overleden, waarbij justitie de vader verantwoordelijk houdt. Officier Kluiter heeft momenteel nog twee zaken van baby’s die met ernstig hersenletsel bij het ziekenhuis zijn binnengebracht en waarbij het vermoeden bestaat dat het om mogelijk toegebracht letsel gaat. Heftig schudden is zo’n wijze waarop dergelijk letsel kan worden veroorzaakt.”. ,,Beiden hebben het overleefd, maar het is moeilijk te zeggen of er blijvend letsel is. Verlies van zichtvermogen bij een kind is zo’n effect, of epileptische aanvallen, maar veel effecten worden pas later duidelijk.”
Botbreuken aan armen, benen en ribben, dat zien Ingrid Kluiter en haar beleidscollega Baukje Dotinga vaak in dossiers. Ook worden bij onderzoeken bij kinderen oudere breuken geconstateerd die niet meer te dateren zijn. Niet elke breuk is een aanwijzing voor mishandeling, benadrukken beiden: ,,Ook bij geboorte komen breuken voor, vaak bijvoorbeeld sleutelbenen, maar die genezen doorgaans in enkele weken tijd.”
‘Niet alles afgehandeld met strafrecht’
Uit onderzoek blijkt dat van alle kinderen onder de vijf jaar die belanden op de spoedeisende hulp, zo’n 41 procent slachtoffer is van kindermishandeling. ,,Daarom onze oproep: meld als je iets vermoedt; een kindje breekt niet zomaar een bot. Een normale zorghandeling veroorzaakt zoiets niet. Er staat echt niet meteen een politieauto met loeiende sirenes voor de deur na een melding. Dat wordt zorgvuldig en netjes opgepakt door alle samenwerkende instanties. Onderzoek doen betekent waarheidsvinding, en de uitkomst daarvan kan ook zijn dat er een medische oorzaak is voor letsel. Ik wil de angst wegnemen dat als justitie erbij betrokken is dat alles wordt afgehandeld met strafrecht. Soms moet juist de hulpverlening voorop staan en daar geven we dan ook de ruimte voor. Wel kan het strafrecht, bijvoorbeeld door het stellen van voorwaarden, die hulpverlening ondersteunen.”
Zijzelf heeft een praktijkvoorbeeld dat het hersenletsel van een jochie een medische oorzaak bleek te hebben, en geen mishandelingszaak was. Ouders van allerlei slag ziet zij in haar dossiers, niet alleen ouders die sociaal-maatschappelijk in de knel zitten. ,,Kindermishandeling komt vaak voort uit onmacht; dat je wanhopig bent door bijvoorbeeld een moeilijk kind of een huilbaby. Maar geweld blijft onacceptabel; het zijn de zwaksten in de samenleving. Het kan begrijpelijk zijn dat je als ouder verzuipt in de situatie, maar zoek dan hulp die je nodig hebt.”
Veel zaken geseponeerd
Veel kindermishandelinsgzaken worden geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. ,,Door schaamtegevoelens over het iets aandoen van een eigen kind wordt niet snel een bekentenis afgelegd. Slachtoffers kunnen vaak nog niet praten. Dan houd je medisch bewijs over, en natuurlijk tactisch bewijs. Maar je houdt in de praktijk weinig bewijs over als je niet kunt beschikken over een duidelijke tijdlijn. Vaak kunnen we wel vaststellen dat het letsel is toegebracht en dat er dus sprake is geweest van mishandeling maar door het ontbreken van een tijdlijn niet kunnen vaststellen wie hier dan voor verantwoordelijk is geweest. Want dan zijn er teveel mensen betrokken - afhankelijk van de leeftijd van het kind - om conclusies te kunnen trekken. We hebben ernstige zaken moeten seponeren, terwijl we vermoedden bij wie de oorzaak lag, maar dit niet konden bewijzen. Dat is heel onbevredigend, enorm frustrerend. Daarom nogmaals: hoe sneller wij betrokken raken bij vermoeden van kindermishandeling, hoe beter, tijd is echt cruciaal.”
Veel kindermishandelingszaken worden geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Officier van justitie Ingrid Kluiter: ,,Zelfs in zaken met botbreuken en hersenletsel, komen we soms niet aan het bewijs. Dat is enorm frustrerend." Foto: JAN ZEEMAN