Een project dat al loopt is 'Wiesneus'. Dat is een jaarlijks tijdschrift in het Gronings en Drents voor basisschoolkinderen. Foto: Pjotr Wiese
Steeds minder kinderen spreken nog Gronings of Drents. Met het nieuwe onderwijsprogramma MOI krijgen basisschoolleerlingen komend schooljaar de kans om spelenderwijs hun streektaal te ontdekken.
,,Met MOI wordt taal niet alleen geleerd maar ook beleefd’’, zegt Cato Piek (26). Zij is medewerker streektaal en educatie bij Erfgoed in Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen.
MOI staat voor Meertalig Onderwijs in Grunnen en Drenthe. Het is een nieuwe onderwijsmethode om kinderen vertrouwd te maken met het Grunnegs en Drèents. Het sluit aan op bestaande taalprojecten. De naam is een mooie knipoog naar het Gronings en Drents: ‘hallo’.
Het is niet zo dat kinderen de taal van hun provincie ’moeten’ leren. Er komen geen aparte lessen Gronings en Drents. ,,We brengen de streektalen spelenderwijs de klas in’’, zegt Piek. ,,Bijvoorbeeld verwerkt in muzieklessen, wereldoriëntatie of tijdens rekenen.’’
Vanzelfsprekend
Piek: ,,Het wordt een vanzelfsprekend en vast onderdeel van de lesweek. Je kunt kinderen leren tellen in de streektaal. Je kunt mensen uitnodigen die iets komen vertellen of voorlezen of samen met de kinderen muziek maken. We willen de streektalen een stevige plek geven in het basisonderwijs.”
Piek: ,,Het gaat erom dat het Gronings en Drents weer worden gehoord op de scholen. Dat het vanzelfsprekend is dat je het spreekt. Er is geen reden om je ervoor te schamen. Het zijn volwaardige talen.’’
Het project is een initiatief van Erfgoed in Groningen (voorheen Erfgoedpartners-Centrum Groninger Taal & Cultuur), Huus van de Taol in Drenthe, NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Ze roepen scholen en leerkrachten in Groningen en Drenthe op om mee te doen.
Uit onderzoek van de RUG uit 2024 blijkt dat slechts 17 procent van de inwoners van Groningen dagelijks thuis Gronings spreekt. Vier op de tien Groningers kunnen een eenvoudig gesprek in de streektaal voeren. Vooral in stedelijke gebieden is het gebruik sterk teruggelopen.
Het Drents wordt nog door een aanzienlijk deel van de bevolking in Drenthe gesproken. Ook daar neemt het gebruik, vooral onder jongeren, langzaam af. Net als bij het Gronings daalt de taaloverdracht tussen generaties. Jongeren horen het minder vaak thuis en gebruiken het minder actief. Daar moet met MOI verandering in komen.
Thuistalen
Naast het Grunnegs en Drèents is er ook ruimte voor andere thuistalen, de taal die een kind als eerste leert en van huis uit meekrijgt. Dat kan bijvoorbeeld Turks, Pools of Arabisch zijn.
,,Op deze manier draagt MOI bij aan taalbewustzijn. Kinderen voelen zich daardoor meer thuis op school. Meertaligheid heeft een positieve invloed op de taalvaardigheid en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Het gebruik van streektaal of thuistaal belemmert het leren van het Nederlands niet. Integendeel, het kan het juist ondersteunen.”
Nij Begun
Het geld voor het nieuwe schoolproject komt uit de zogeheten bredere Sociale Agenda van Nij Begun. Voor dertig jaar is er 100 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld. Dit geld is bedoeld als compensatie voor de gevolgen van de gaswinning in Groningen en Noord-Drenthe.