Ja, hij noemt het zelf slechts een ontdekkingsfase. Even aftasten. Maar als Arjen Robben zegt dat hij zich bij FC Groningen oriënteert op het trainersvak, slaat je fantasie onherroepelijk op hol.
Het is mei 2026. Onder Dick Lukkien is FC Groningen het jaar na de degradatie al teruggekeerd in de eredivisie. Na een jaar in de middenmoot staat FC Groningen in 2026 weer eens in het linkerrijtje. De Trots van het Noorden heeft eindelijk wat van zijn oude glans terug.
De Nederlandse top meldt zich niet voor Lukkien, die over de grens wel de kans krijgt bij Werder Bremen. Zijn opvolger? Arjen Robben. De internationale pers rukt uit naar de Euroborg om de nieuwe trainer met eigen ogen te zien. Nee, niemand is groter dan de club. Maar heel veel scheelt het niet.
De wereldster komt natuurlijk op de fiets naar zijn eigen presentatie. Net als vroeger, met wind tegen vanuit Bedum. Robben is inmiddels de enige Nederlander die nog níet op een e-bike rijdt. Robben trapt zelf. Hij vertikt het om zich in te laten halen.
Mourinho? Van Gaal? Ancelotti? Guardiola?
Het trainersvak keek hij tijdens zijn voetbalcarrière af bij de allerbesten. Daarom wil de internationale pers weten van welke toptrainer hij het meest heeft opgestoken. José Mourinho? Louis van Gaal? Carlo Ancelotti? Pep Guardiola?
Maar dromen beginnen klein. Robben zal zeggen dat het Jan van Dijk was die hem in Waalwijk liet debuteren. En dat het te danken is aan mister FC Groningen dat hij hier, of nou ja, verderop, in het oude Oosterpark, al in zijn tweede wedstrijd tegen Feyenoord zijn naam vestigde. Hij zegt vast met een grijns uit te kijken naar het weerzien met Kees van Wonderen, nog altijd de trainer van sc Heerenveen.
Op het trainingsveld zal hij veeleisend zijn. Als je de kantjes eraf loopt, ben je de klos. Vraag maar aan Rafinha, die op de training bij Bayern München al eens de wind van voren kreeg. ,,Sprinten jongen! Dat is geen sprint! Kom op, sprinten!”
Hij zal tijdens wedstrijden met half dichtgeknepen ogen naar zijn team kijken. Gepijnigd. Precies zoals ie keek als voetballer. Natuurlijk ijsbeert hij, nog steeds geen grammetje vet aan de botten, in trainingspak langs de lijn. Alsof ie elk moment zelf een invalbeurt kan maken.
In De Kuip schudt hij de hand van de ook nog topfitte Robin van Persie, inmiddels trainer van Feyenoord. Samen zullen ze kijken naar de warming-up van hun zoons Luka en Shaqueel, die allebei op het punt van doorbreken staan. Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart, de iets minder fitte helft van De Grote Vier van voorheen, zijn de analisten van dienst.
Wegwerpgebaren
Als de keeper van de tegenpartij een wilde uittrap richting de dug-out jaagt, zal Robben de bal in een halve aanraking doodleggen. Oe’s en ah’s in de Euroborg. Zijn spelers applaudisseren. Zelf zal hij geen spier vertrekken. Van voorbeeldprof naar voorbeeldtrainer.
Hij gaat wegwerpgebaren maken. Honderd procent. Naar de scheidsrechter, diens assistenten, de vierde man. Hij zal vertwijfeld om zich heen kijken, zijn handen hulpeloos in de lucht heffen. En hij zal juichen. Als een kind zo blij. Zoals Robben in dat ene duel met FC Emmen deed, toen hij op De Oude Meerdijk nog één keer glimpen liet zien van hoe ongelofelijk goed hij was.
Toen hij met Be Quick 1887 onder 14 jaar zijn eerste titel als trainer pakte, kregen zijn jongens het beloofde kampioensritje langs de McDonald’s. Maar na de bekerwinst met FC Groningen van 2027, de tweede in de clubhistorie, staat Robben op het bordes van het stadhuis. Feest op de Grote Markt. FC Groningen gaat Europa in. Wie weet trekt Robben zijn lederhosen uit Beieren wel aan.
De man van glas zal die dag de man van heel veel glazen zijn. Gelukkig kan Robben in het holst van de nacht in één rechte lijn naar huis wandelen. Al zal hij het vermoedelijk nog op een lopen zetten ook. Alvast een opwarmertje voor de 4 Mijl.
Als ie maar niet valt.
Verslaggever Ernst Slagter beschrijft in Laat ons weer eens juichen eens per week het ongewenste avontuur van FC Groningen in de eerste divisie. Dit is aflevering 6. Lees hieronder de eerdere afleveringen terug.