Lidia Koning en Stijn Scheidema: ,,Bij de tweede beving was het alsof er een trein door het gebouw denderde.’’ Foto: Jan Zeeman Jan-Zeeman
Een jaar na de aardbeving in Zeerijp wachten nog veel Groningers op een oplossing voor de schade aan hun huis. Ik wacht is een serie over mensen die het wachten zat zijn. Vandaag aflevering 40: Lidia Koning en Stijn Scheidema uit Woudbloem.
Lidia Koning (49) en Stijn Scheidema (47) uit Woudbloem hebben besloten zich even niet bezig te houden met hun aardbevingsschade. ,,Bewust’’, zegt Koning. ,,We waren er zo druk mee en zo flauw van. We hebben een bedrijf. Dat moet ook doorgaan.’’
Koning en Scheidema zijn eigenaren van scheepswerf Marine Service in Woudbloem. De werf zit in de voormalige aardappelmeelfabriek aan het riviertje de Scharmer Ae. Pal naast de bekende witte arbeidershuisjes die voor het personeel werden gebouwd en het gezicht van Woudbloem vormen. Tien huisjes waarin bouwvakkers druk klussen. Ze worden voor 3 miljoen euro versterkt.
Dat steekt. Die huisjes wel en de werf – vijftig meter verderop – niet. ,,Willekeur’’, zegt Koning. Scheidema: ,,Wat bij ons aan experts over de vloer is geweest, kost meer dan onze hele reparatie.’’
Sinds de beving in 2014 hebben ze schade. Tenminste... ,,De eerste expert van de NAM zei dat het bevingsschade was. Daarna kregen we bericht dat een kwaliteitscommissie het rapport opnieuw zou bekijken. Die concludeerde dat het geen aardbevingsschade was’’, zegt Koning. Ze snappen er niets van. Ze krijgen nog meer bedenkingen als ze horen dat ‘hun’ expert is ontslagen.
Bij de tweede beving was het ,,alsof er een trein door het gebouw denderde’’, zegt Koning. Ze heeft haar kantoor in het bedrijfsgebouw en werkt er de hele dag. Ze zien buiten, in de tien meter hoge schoorsteen, een lange scheur. ,,Er was nooit wat met die schoorsteen.’’ Voor haar en haar man is de oorzaak zo klaar als een klontje, maar niet voor de NAM. ,,Die zei: achterstallig onderhoud.’’
Ook een gevel in een van de gebouwen op hun erf is ‘onveilig’. ,,Die gevel staat al bijna honderd jaar scheef, maar goed, bij nog een beving is de vraag of hij blijft staan’’, zegt Koning. ,,Ik werk hier op kantoor, Stijn werkt hier en er komen klanten. We willen dat het veilig is.’’ Als de NAM aangeeft dat ze het oplost, tekenen beiden voor akkoord.
Scheidema: ,,Er zou een aannemer komen om te kijken wat er zou moeten gebeuren.’’ Zo begrijpen ze het. Groot is hun verbazing als op een dag een expert en meerdere mannen met hoogwerkers en balken op hun erf staan. ,,Zij kwamen om de gevel te stutten. Wij gingen ervan uit dat het opgelost zou worden, dus hersteld. Maar niet: stutten.’’
Ze willen niet al die balken tegen hun gevel. Scheidema: ,,We hebben een bedrijf. Al die stutten zijn niet representatief en stralen onveiligheid uit. Dat wil ik niet. We voelden ons ook overvallen. We dachten dat we gingen overleggen, maar opeens stonden die mannen daar. Als in dat rapport had gestaan dat ze gingen stutten, waren we nooit akkoord gegaan.’’
Omdat ze geen balken wilden, zei de expert: dan maak ik melding bij de gemeente. ,,We zeiden: doe maar’’, zegt Koning. ,,Wisten wij veel wat dat inhield.’’ Vervolgens kwam een gemeentelijk expert over de vloer die de veiligheid moest handhaven. Koning: ,,Mocht ik mijn kantoor niet meer in, want stel dat de schoorsteen zou omvallen.’’
Beiden zagen er geen gat in een aannemer te laten komen. Te duur. Te veel gedoe. Handig als Scheidema is, maakte hij zelf grote metalen banden om de schoorsteen. De scheeflopende gevel voorzag hij van stalen strips en trekstangen. Veiligheid verzekerd en de gemeente keurde het goed.
Hoewel ze nog scheuren hebben in fundamenten, muren en plafonds, is het na alle gedoe: even niks. ,,Je wordt er knettergek van.’’ Bovendien kwam ruim een jaar geleden de nationaal coördinator over de vloer. ,,Hij zei: doe voorlopig niets, want jullie vallen in het versterkingsgebied.’’ Vernieuwen heeft geen zin als hun woonhuis en bedrijf nog moeten worden versterkt. Wie weet wat er dan moet gebeuren. Dus daar wachten ze op.
Scheidema: ,,Maar wanneer zijn we aan de beurt?’’
Koning: ,,We hebben al een jaar niks gehoord. We moeten toch maar weer eens bellen.’’