Het anti-huisjesmelkers-actieplan van Groningen is twee jaar van kracht, maar werkt het naar behoren? 'Vrees dat we maar het topje van de ijsberg zien'
Werkt het anti-huisjesmelkers-actieplan in Groningen? Foto: Archief DVHN
Als eerste Nederlandse stad kwam Groningen in 2019 met een vergunningenstelsel tegen misstanden op de kamermarkt. Volgens de Groninger Studentenbond (GSb) gaat de uitbuiting van huurders gewoon door, zij het iets minder opvallend.
,,Verhuurders worden steeds slimmer’’, merkt voorzitter Marinus Jongman van de GSb. ,,Ze vragen vaker allerlei rare extra kosten. Dan moet je ineens verplicht een parkeerplaats huren bij je appartement. Of een paar honderd euro ‘contractkosten’ betalen om überhaupt de huurovereenkomst in te zien, die je niet altijd terugkrijgt als je niet tekent.’’
Woldring en QRent op de vingers getikt na ‘structurele misstanden’
Dit soort praktijken probeert de gemeente Groningen juist uit te roeien. Sinds 1 januari 2019 mag je in Groningen alleen kamers verhuren aan of bemiddelen voor jongeren als je daarvoor een speciale vergunning hebt. Als een huisbaas bijvoorbeeld teveel huur vraagt, het onderhoud laat versloffen of huurders vervelend behandelt, kan de gemeente een waarschuwing of dwangsom opleggen. In het uiterste geval wordt de vergunning ingetrokken.
Dat laatste is nog niet gebeurd. Wel meldt de gemeente dat ze met vier verhuurders contact heeft gehad ‘naar aanleiding van structurele misstanden’. Het gaat onder meer om de verhuurder van de Woldring Locatie aan de Friesestraatweg en QRent, die een complex voor internationale studenten aan de Vondellaan beheert. Naar aanleiding van die gesprekken zijn de problemen volgens de gemeente opgelost.
‘Verhuurders zoeken hoe ver ze kunnen gaan’
,,We vermoeden dat het nieuwe beleid sterk preventief werkt’’, zegt wethouder Roeland van der Schaaf (PvdA), die verantwoordelijk is voor de woningmarkt. Hij ziet dat er sinds 2019 meer meldingen binnenkomen bij het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag, dat de gemeente en de GSb gezamenlijk runnen. ,,Maar de aard van de meldingen verandert. Vóór 2019 was er veel sprake van intimidatie, nu gaat het meer over financieel-administratieve kwesties.’’
Jongman van de GSb heeft zijn twijfels bij die preventieve werking. ,,Ik denk eerderdat verhuurders aan het zoeken zijn hoever ze kunnen gaan. Inderdaad, die echte intimidatie neemt af, maar we zien óók dat jongeren steeds vaker tijdelijke contracten krijgen. Dan wordt de afhankelijkheidsrelatie met de huisbaas nog groter en de bereidheid om te klagen kleiner. Ik vrees echt dat we maar het topje van de ijsberg zien.’’
Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag moet bekender worden
Van der Schaaf erkent dat er nog werk aan de winkel is, vooral wat handhaving betreft. ,,Daar zou veel meer capaciteit voor moeten komen, maar daarvoor hebben we geld nodig.’’ Hij hoopt dat de rijksoverheid daarbij wil helpen. ,,Andere gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn heel geïnteresseerd in wat we hier doen.’’
Daarnaast kan het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag wel wat reclame gebruiken. ,,Het moet veel bekender worden’’, denkt Van der Schaaf. Jongman suggereert: ,,Als iemand zich in de gemeentelijke basisadministratie inschrijft, zou je bij wijze van spreken al een mailtje moeten sturen: hier kun je terecht als je problemen hebt met de huisbaas. Of benoem het meldpunt in de KEI-week.’’