Hoe gaat het eraan toe rond aanmeldcentrum Ter Apel? We draaiden drie diensten mee met de politie. Foto's: Burgerwacht Ter Apel
Om de haverklap is het raak rond aanmeldcentrum Ter Apel. Bewoners voelen zich onveilig. Hoe erg is het? We draaiden drie diensten mee met het basisteam Ommelanden-Oost, dat surveilleert van Winschoten tot aan Ter Apel.
Jurgen zet sirene en zwaailichten aan, geeft een ruk aan zijn stuur en stampt op het gas. Tussen het portofoongebrabbel over winkeldieven en gejatte telefoons – door veiligelanders – hoorde hij een aparte melding: vlakbij heeft de bestuurder van een VW Golf met gestolen Duitse kentekenplaten een stopteken genegeerd en hij probeert er nu tussenuit te knijpen in de omgeving van het aanmeldcentrum Ter Apel. Het is 16:10 uur, Jurgens avonddienst is net begonnen. Minuten later staat hij bij de pruttelende Golf die gecrasht is in een sloot.
Politieauto’s zijn van alle kanten toegesneld. Ook de marechaussee – die in dit gebied assisteert – is er. Twee agenten halen de druipnatte bestuurder uit het struikgewas. Voor dit koppel wordt dit een heel lange dag; half negen ‘s avonds – het duo had eigenlijk dienst tot vijf uur ‘s middags – schrijven ze nog steeds aan hun rapport: ,,Ik kan nooit direct slapen, moet thuis altijd eerst even ontladen”, zegt een van hen.
Dit soort incidenten hebben een vervelende bijwerking voor de politiecapaciteit in dit uitgestrekte plattelandsgebied: de toch al schaarse politiecapaciteit is urenlang deels niet meer op straat inzetbaar.
De voorgeleiding van de verdachte in het gebouw van de vreemdelingenpolitie naast het aanmeldcentrum kost veel tijd. Het is een Syriër, die zichzelf enkele uren eerder als asielzoeker heeft aangemeld. Hoe hij aan die auto kwam, is een raadsel. In Duitsland staat de wagen gesignaleerd.
Luister hieronder naar onze podcast Radio Ramkraak, waarin verslaggever Bart Olmer vertelt over zijn ervaringen in Ter Apel.
Cel onder gepiest
Op de gang naar de cellen wachten twee autobergers in vuile overalls geduldig met een bekertje koffie op hoe het nu verder moet met die gecrashte auto. Iets verderop overleggen vier agenten over de voorgeleiding van de Syriër. In een cel wijst Jurgen, via een tolk op zijn iPhone, de verdachte op zijn rechten. De asielzoeker wil een piketadvocaat. En hij zegt hartproblemen te hebben. Een GGD-arts onderzoekt hem zo dadelijk, belooft Jurgen. In de cel ernaast heeft een winkeldief – een veiligelander – zichzelf uitgekleed en pist de boel onder.
Terwijl de Syriër wordt voorgeleid, pauzeert een verdieping hoger politieman Peter, een zestiger met een lange staat van dienst, ook bij speciale eenheden van politie en defensie. Het was die middag rustig: een paar winkeldieven, drie gejatte iPhones die aanstraalden op het aanmeldcentrum. ,,Negentien kamers zijn doorzocht door COA-medewerkers”, vertelt Peter.
Bij dat soort kamerdoorzoekingen worden soms drugs en pillen gevonden, vooral kalmeringstabletten. Die pillen komen met name uit Turkije. Wekelijks geeft bewakingsbedrijf Trigion en het COA inbeslaggenomen pillen aan de politie. ,,2 euro per pil”, is volgens Peter de straatwaarde.
‘Pietje puk’
De kalmeringspillen zijn populair onder veiligelanders, zoals Marokkanen, Libiërs, Algerijnen en Tunesiërs. De gebruikers zijn ,,herkenbaar aan de glazige blik in de ogen”, zegt Peter. ,,Als je ze in de politiebus hebt, vallen ze door het gebruik, de warmte en het schudden van de wagen vaak in slaap.”
,,Mag ik alles zeggen?”, vraagt een politieagent aan leidinggevende Jurgen. Ja hoor, hij hoeft geen blad voor de mond te nemen. Dan volgt een kernachtige samenvatting van de leugens waar ze soms tegenaan lopen in hun werk. Als een veiligerlander beweert ,,Pietje Puk” te zijn, en ook claimt minderjarig te zijn, dan moeten ze dat netjes onderzoeken. Dan moet er zelfs een arts bij komen. Op een printje op een muur staan alle fysieke kenmerken waarop meerderjarigheid kan worden aangenomen.
Noord-Afrikanen zijn in de praktijk niet uitzetbaar, niet verwijderbaar en zelfs niet in vreemdelingenbewaring te krijgen, vertelt de agent. Wat overblijft is de uitreiking van een A4’tje met het bevel Nederland binnen 48 uur te verlaten. ,,Drie keer raden wat ze daarmee doen...”
Velen hebben dergelijke papiertjes in meerdere talen, verzameld tijdens hun tocht door Europa. Nu het kouder wordt, vinden ze het prima als ze worden rondgepompt in het asiel- of strafrechtsysteem. ,,Als je aan kunt tonen dat je de grens bent over geweest, bijvoorbeeld aan de hand van een verkeersboete, kun je weer opnieuw asiel aanvragen, ben je weer een paar weken verder, met een dak boven je hoofd.”
‘Overlastgevers zijn de uitzonderingen’
,,Máár”, nuanceert Peter, ,,dat is maar 3 procent van de mensen die hier zitten, de rest heeft echt goede redenen om hier te zijn. Dat vind ik ook het sterke aan ons team: dat we beseffen dat dit de uitzonderingen zijn. Maar die bepalen helaas wel het beeld”, zegt Peter, die zelf ook meermalen asielzoekers door zijn achtertuin heeft zien lopen.
,,Maar weet je: sommigen lopen letterlijk op Google Maps van Stadskanaal naar Ter Apel. Het is geen dwarsigheid dat ze over de autoweg N366 lopen, ze weten niet beter. We zijn in gesprek met de provincie: ‘Zorg nou voor goede voorlichting en bewegwijzering!’”
Tuurlijk kent Peter al die bewakingsbeelden van dorpsbewoners waarop asielzoekers ‘s nachts aanbellen, aan deuren morrelen en aan autoportieren voelen. ,,Het zijn vaak gelegenheidsdiefstallen, geen grove inbraken. Ze slaan toe bij niet afgesloten plekken.” Jurgen snapt dat dit heel veel ongemak oproept: ,,Het is een inbreuk op je leefomgeving, daar word ikzelf ook niet blij van. Op het platteland had vroeger iedereen de achterdeur open, dat is wat we gewend waren. Maar het nieuwe normaal is dat alle deuren op slot moeten.”
Ook dat nog
De pissende veiligelander komt eraf met een reprimande voor de winkeldiefstal. Hij moet zich weer aankleden en wordt buiten gezet. De Syriër gaat naar een cellencomplex in Assen.
Als Jurgen terugrijdt naar Winschoten – drie kwartier vanaf Ter Apel, ook weer zo’n nadeel van dit uitgestrekte gebied – belt één van zijn collega’s: „Ik heb corona, zojuist getest.” Ook dat nog. De collega kan ermee doorwerken, als de klachten beperkt blijven. Nu maar hopen dat niet het hele team wordt aangestoken.
Direct bij binnenkomst van het politiebureau in Ter Apel hangt pontificaal aan de muur een luchtfoto van het aanmeldcentrum. Die foto maakt duidelijk dat wat vanaf de weg op één geheel lijkt, in werkelijkheid een samenraapsel is van zes diensten, verspreid over het complex: de immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM, vroeger Vreemdelingenpolitie), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de gevangenis van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en een plek voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers).
Die poster hangt ook op de tweede verdieping waar Edwin vanmiddag de briefing bijwoont. Edwin heeft ‘coördinatorsdienst’; hij is de schakel met alle partijen op die poster, plus de gemeentelijke handhavers, Openbaar Ministerie, Rode Kruis en Trigion, het particuliere bewakingsbedrijf op het aanmeldcentrum.
‘Voorzichtig allemaal!’
Bij het werkoverleg wordt aandacht besteed aan de reeks ontploffingen in Winschoten, een lijkvinding en speciale aandacht wordt gevraagd voor de reinigingsdienst na een overlijdensgeval. Willen de collega’s ook scherp zijn op signalen van Extinction Rebellion? Die hebben aangekondigd in het hele land bij Rabobanken bij bijeenkomsten te zijn en daar te willen blijven.
,,Goede dienst, voorzichtig allemaal!”
Als Edwin naar het aanmeldcentrum rijdt, drinken collega’s nog rustig koffie. De ochtendploeg heeft het kalm gehad; er moest alleen een traumahelikopter komen voor een gewond jochie van het aanmeldcentrum. De collega’s die nu nog hun handen warmen aan koffie, treft Edwin zo dadelijk bij een afschuwelijk ongeval met een kind.
Magnetrons gesneuveld bij ruzie
Eerst bezoekt hij de bewakers van een klein deel van het aanmeldcentrum, dat met extra hekken is afgezet. Dit is de zogeheten procesbeschikbaarheidslocatie (PBL). Er zitten nu zeventien asielzoekers die nauwelijks kans op een verblijfsvergunning maken.
Hun procedure wordt in hoog tempo afgewerkt, zodat ze snel te horen krijgen dat ze Nederland moeten verlaten. Ze moeten steeds beschikbaar zijn voor de procedure, daarmee moet voorkomen worden dat deze groep – die veelal achter de winkeldiefstallen, de inbraken en insluipingen zit – in de dorpen gaat zwerven.
Hier zijn vaak incidenten, weet Edwin: ,,We hadden laatst een man die op de hekken klom en dreigde zichzelf wat aan te doen, hij dreigde met een glas.” En ook nu is er een incident geweest: twee magnetrons zijn bij een ruzie stukgegooid. Ook is er spanning over geld dat is overgemaakt naar iemand, voor een derde.
‘Testen op cocaïne’
Dan plots een melding: in Sellingen is een jochie geschept door een bestelauto. Edwin vliegt over de weg van het aanmeldcentrum naar het ongeval. Daar treft hij twee van zijn collega’s, die een zuurstoffles vasthouden bij het slachtoffertje.
De agenten spannen afzetlinten om ambulancebroeders ruimte te geven en de traumahelikopter te kunnen laten landen. Een arts brengt het jochie onder narcose, waarna hij door de lucht naar het ziekenhuis in Groningen gaat. ,,Dit is mijn tweede kind al deze week”, verzucht een agente. Een collega brengt de moeder naar het ziekenhuis, de anderen blijven achter voor het sporenonderzoek.
Edwin rijdt in de arrestantenbus naar Stadskanaal; achterin zit de bestuurder van het ongeval. In de ‘ophoudruimte’ G010 wordt hij gefouilleerd, zijn riem moet af, de veters uit de schoenen. Zijn telefoon wordt in beslag genomen voor onderzoek.
‘Ben je geschrokken’, vraagt Edwin. „Ja”, antwoordt de bestuurder: ,,Het huilen van dat mannetje, en die traumaheli...”
Jaarlijks houdt dit team zo’n driehonderd bestuurders aan die rijden onder invloed van drugs, exclusief alcohol. Het drugsgebruik in dit gebied staart je aan in het gezicht. Gebruik lijkt zo algemeen geaccepteerd, dat de politie standaard een speekseltest doet bij ongelukken: ,,‘Botsen is testen’, is ons beleid”, zegt Jurgen. ,,We scoren hoog, ten opzichte van het landelijk gemiddelde, maar het is ook een prioriteit voor ons.”
Over de portofoon rollen meldingen aan de lopende band binnen: winkeldieven in Ter Apel, een vuurwapen en drugs in een pand, een vechtpartij tussen jongeren in Winschoten, een asielzoeker die meldt dat-ie zelfmoord wil plegen op de N366. De collega’s gaan kijken, maar treffen niemand. In de kantine eten enkele agenten snel eventjes; thuismaaltijden die worden opgewarmd of een broodje bal uit de vriezer.
30 kilo coke
Een van etende agenten stond aan de basis van de arrestatie op heterdaad van drie verdachten in Bourtange, die 14 juni 2021 30 kilo coke verhandelden. Een megaklapper. In twee sporttassen werd een kwart miljoen euro cash gevonden. ,,De eerste melding was van een bedreiging met een vuurwapen. Maar toen we bewakingsbeelden bestudeerden zagen we vijf keer achtereen spullen overgeheveld worden in auto’s. Het arrestatieteam heeft toen in de bosjes gelegen en hen op heterdaad betrapt.” Terwijl hij dat zegt, belt zijn zoontje, die enthousiast vertelt dat-ie mag afzwemmen. ,,Super, ik ga er alles aan doen om erbij te zijn”, zegt de politieman, tussen twee happen door.
Beneden arriveert de GGD-verpleegkundige, die bloed zal afnemen, om te checken op middelengebruik. De verdachte werkt keurig mee. Ze is wel anders gewend, met laveloze types, onder het braaksel en bloed. Edwin: ,,Laatst had ik op één avond vier bestuurders onder invloed van verdovende middelen. Mensen onderschatten hoelang dat nog in je systeem zit.” Na de bloedtest wordt de verdachte gehoord. Hij huilt.
Edwin houdt het kort; zolang de telefoon niet is uitgelezen, en het wachten is op de uitkomsten van de bloedtest, is er weinig waarmee hij de bestuurder moet confronteren. Hij brengt hem thuis. De bestelauto blijft voor sporenonderzoek achter. Edwin behandelt hem opvallend zachtmoedig: ,,Hij is ook slachtoffer van de situatie.”
1000 euro cash op zak
Dan arriveren twee collega’s met een arrestant, een drugsdealer, die ze ‘ambtshalve’ al langer kennen . Aangehouden in Stadskanaal, wegens rijden onder invloed met ingevorderd rijbewijs. Hij heeft ruim 1000 euro aan cash op zak. ,,Hoe kom je aan zoveel geld?” Zijn speekseltest levert een duidelijke dubbele streep op: coke-gebruik. De auto – niet van hem – is inbeslaggenomen. De GGD-verpleegkundige moet terugkomen om ook bij hem een bloedtest af te nemen.
Bij het politiebureau Ter Apel ontstaat spontaan een informele debriefing; collega’s staan achter het toegangshek te roken. Een agente komt aan met een enorme bos rood-wit afzetlint, dat ze heeft verwijderd na het sporenonderzoek in Sellingen. Iedereen is aangeslagen door het ongeval met dat mannetje. Na vele uren zijn ze pas weer terug op de politiepost.
‘Mijn collega’s stuiven overal op af’
,,Ja”, vat Peter de boel kernachtig samen: ,,Zo sta je met een kop koffie in de hand, en het volgende moment met een zak bloed.” Twintig jaar werkte hij in de Randstad: Den Haag, Den Helder, Alkmaar. Zijn oud-collega’s denken dat het er in Groningen allemaal lekker rustig aan toe gaat, maar hij weet beter: ,,De meldingen in dít gebied zijn heftiger. Het publiek hier roept én doet. De eerste melding toen ik hier kwam werken was van iemand die een ander vasthield. Hij belde en zei: ‘Jullie moeten snel komen, anders sla ik de klauwhamer in zijn hoofd’. Nou, ik was nog niet halverwege, en toen stond die hamer echt in zijn schedel.”
Veertig jaar overheidsdienst ‘heeft’ hij, waarvan spannende jaren bij speciale teams van defensie en politie, maar hij heeft vooral respect voor zijn ‘gewone’ collega’s: ,,Wij wisten bij wijze van spreken van elke spijker in de muur, voordat we ergens naar binnen gingen. Maar deze jongens en meisjes” – en hij wijst naar zijn collega’s die rokend staan bij te komen van het ongeval – ,,gaan overal op af, met amper context.” Ja, beaamt een politievrouw: ,,Ik had bijvoorbeeld deze week alleen de melding ‘ademt niet meer’ toen ik ging rijden. Bleek een kindje van 4 jaar oud.”
Peter: ,,Dit is wel de warmste club met wie ik ooit heb gewerkt.”
Een nachtelijke melder belt om 00:51 uur de meldkamer. Hij heeft schoten gehoord in Winschoten, bij de Kastanjelaan. ‘Melder heeft vroeger gejaagd dus weet zeker dat het schoten zijn’, verschijnt op het display in de auto bij agenten Jan Willem en Nikkie – samen het vaste ‘horecaduo’ voor toezicht op de stapavond.
Voordat ze eropaf rijden, moeten ze verplicht eerst kogelwerende vesten aantrekken. Als ze arriveren, moet Jan Willem volop in de remmen voor een collega die over de grond rolt met een man en een vrouw. De collega heeft een klap op zijn gezicht gekregen. De boel loopt met een sisser af: vuurwerk vermoedelijk, en die twee dronken droppies worden weggestuurd. De agent loopt de rest van zijn dienst met een gescheurde broek. De bril die van zijn neus is geslagen, wordt door een andere collega teruggevonden. ,,Ah, gelukkig!”
Straatraces en ‘carmeetings’
Jan Willem en Nikkie hebben een kalme dienst. Horeca-uitbaters hebben een rechtstreeks lijn met dit koppel, maar het blijft rustig in Winschoten. Hier op het Marktplein is Jan-Willem wel eens akelig in het nauw gekomen toen hij tussen een groep ruziemakers sprong die zich tegen hem keerden. Ze pakten zijn wapenstok af. Hij moest zijn stroomstootwapen gebruiken tegen de doorgesnoven types. Maar nu is het rustig. Hij reageert fel op een seksistische opmerking van een dronkenlap tegen zijn collega.
Mogelijk blijft veel publiek thuis vanwege de recente bomaanslagen. Ze rijden stapvoets langs de gameshop, beschadigd door de vete. Er komen meldingen over carmeetings in Winschoten, maar als het koppel er kijkt, is het rustig op het bedrijventerrein. Opvallend hoeveel Duitsers er staan met hun opgepimpte Golfjes. Op het asfalt zijn rubbersporen zichtbaar van straatraces.
Drugsdeal bij bedrijfsfeestje
Aan de lopende band checken Jan Willem en Nikkie kentekens. Ze zien de auto van een bekende drugsdealer, net vrij. Bij doorzoeking van zijn woning werden een halve kilo drugs gevonden en een vuurwapen. In zijn telefoon werden screenshots gevonden van de social media van één van de agenten. In de auto blijkt zijn vader te zitten, met passagiers, die wat onnozel kijken. Het lijkt alsof de vader voor taxi speelt, zonder de geldige vergunning.
Iets later zien ze de auto van vermoedelijk een drugsdealer bij een bedrijfsfeestje. Bewijzen kunnen ze niks, de bestuurder kan ervandoor.
Kort erna houden ze een bekende drugsdealer staande. Naast hem in de auto doet een piepjong meisje – zo stoned als een garnaal – zo ongeïnteresseerd mogelijk door stoïcijns op een frikadel te kauwen. De gozer naast haar is eerder gepakt met een vuurwapens en reed al meerdere auto’s in de prak. Sindsdien zit hij in een rolstoel. „Veendam heeft het drukker dan wij”, zegt Nikkie, na een melding van een overdosis door een junk daar.
Jan Willem en Nikkie en twee collega’s twijfelen. Moet de deur eruit geramd worden met de ‘bonk’ of niet? Ze staan bij de voordeur van een 90-jarige dame, op de eerste verdieping van een wooncomplex. De dame zou volgens buren om hulp hebben geroepen. Maar ze doet niet open. Misschien ligt ze binnen te creperen. Een agent peutert met een lopersetje in het slot, maar het inbrekersgereedschap blijkt gemaakt van goedkoop Chinees staal; het haalt weinig uit. Uiteindelijk komt een thuishulp met de sleutel. De dame is benauwd en gaat voor observatie mee met het ambulancepersoneel.
‘‘112, taxi azc’, da’s niet het eerlijke beeld’
Loopt het de agenten over de schoenen in dit gebied? Vult de burgerwacht een gat dat de politie achterlaat? Want als agenten druk zijn met noodhulp, rijdt er amper een politiewagen door de rest van het uitgestrekte plattelandsgebied. Tuurlijk, geeft Jurgen toe, het aanmeldcentrum vraagt ,,het ene moment veel capaciteit, soms bijna alle capaciteit op de dag”, maar nee, burgerwachten, zijn ,,geen aanvulling op onze capaciteit”. ,,We hebben geen capaciteit specifiek gelabeld aan het aanmeldcentrum, dat is ‘gewoon’ onderdeel van ons gehele pakket.”
Afspraken tussen politie en burgerwacht worden niet gemaakt, wel zijn de gemeente, teamchef en wijkagent in gesprek met hen. Stellen jullie grenzen aan wat ze doen? ,,Wij stellen geen grenzen. De grenzen staan in het wetboek. Er wordt wel gesproken over het voorkomen van escalatie, het voorkomen van ongelukken. Dat is het gesprek dat wij hebben. Een burger mag een andere burger aanhouden, dat staat in het wetboek. Alleen moet je dat wel op een bepaalde manier doen.” En daar gaat het vaak mis, blijkt uit recente incidenten.
En hoe zit het met dat hardnekkige beeld, dat asielzoekers wegkomen met slechts een reprimande na een winkeldiefstal? Sterker, dat de politie ze zelfs terugbrengt, 5 minuten nadat ze zijn opgepakt? Recent hing tegenover het politiebureau een spandoek met ‘112 taxi AZC’... Maar dat is niet het eerlijke beeld, zegt Jurgen.
Hij schetst hoe het werkelijk gaat: iedereen die voor het eerst een winkeldiefstal pleegt, krijgt een reprimande, een waarschuwing en een winkelverbod. Wie je ook bent: blank, bruin, allochtoon of autochtoon. Pas bij de tweede keer volgt een dagvaarding. En ja, het klopt dat stelende asielzoekers teruggebracht worden naar het aanmeldcentrum, door de politie.
,,Dat is om rust te creëren rond die personen in en bij de winkel. En ze terug te brengen naar waar ze horen.” Bij het aanmeldcentrum worden ze buiten de poort afgezet. Consequenties voor daarbinnen heeft zoiets niet. Veel dorpsbewoners vinden dat ze daarmee makkelijk wegkomen. ,,Ja, snap ik ook wel, maar het is echt om een stuk rust te creëren.”
De dienst komt ten einde. Hij wordt overgenomen door collega’s. En morgen? Dan start er weer een dienst. Weer rennen van incident naar incident, in de brandhaard van ‘probleemgebied’ Ter Apel.