Hard werken én vooruit komen. De strijd van Poolse schoonmaakster Monika inspireert Kamerlid Jimmy Dijk uit Groningen: 'Voor veel mensen gaat het leven niet vanzelf'
Jimmy en Monika tegen de achtergrond van de DUO, waar ze jarenlang samen hebben gestreden voor loonsverbetering en loondienst voor schoonmakers. Foto: Jaspar Moulijn
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen vertellen kandidaat-Kamerleden wie hun politieke inspiratiebron is. En die inspirators vertellen iets persoonlijks over de politicus. Vandaag kandidaat Jimmy Dijk (SP) uit Groningen en schoonmaakster en stadgenote Monika Eliëns.
Ze zien elkaar niet meer zo vaak als toen ze nog samen op de barricaden stonden. Toch is er meteen weer die klik. Of dat vanaf minuut 1 zo was? „Ja hoor”, spot Monika Eliëns. „Het was liefde op het eerste gezicht tussen ons!” „Nou, dat was wel een beetje zo, toch?’’, plaagt Jimmy Dijk terug. Hij krijgt hem meteen teruggekaatst: „Ha, verbeeld jij je maar niks!’’
Dik drie jaar kennen ze elkaar nu, maar je zou zeggen dat het er dertig zijn zoals ze elkaar over en weer aanvullen of juist vrolijk door elkaar heen tetteren. Wat begon met een telefoontje van Jimmy is uitgegroeid tot een band voor het leven. Hij zocht in haar een bondgenoot toen hij als SP-raadslid streed voor een hoger minimumloon en een betere rechtspositie voor de uitzendkrachten die het Stadhuis en alle andere gemeentelijke gebouwen schoon houden.
‘Bek als een scheermes’
„Ik dacht: die heeft een bek als een scheermes, díe heb ik nodig”, blikt Dijk terug. De van oorsprong Poolse Monika (47) was toen al bij zijn oud-collega’s van de FNV opgevallen als iemand die haar mondje kon roeren als de belangen van haar collega-schoonmakers in het geding waren. Een ideale medestrijder, zag de Groningse SP’er die in april dit jaar de overstap maakte van de raad naar de Tweede Kamer en nu met een vierde plek op de kandidatenlijst van zijn partij verzekerd lijkt van nog eens vier jaar Den Haag.
Ook voor hij de degens met de gemeente kruiste, had Dijk (38) al actie gevoerd voor de schoonmakers bij de Dienst Uitkeringen Overheidspersoneel. De interview-afspraak is dan ook niet toevallig in het Sterrebos Paviljoen aan de voet van het witte ‘cruiseschip’ waar die dienst zetelt. Een symbolische plek, zegt Dijk. ,,Indertijd, in 2010/’11, zetten werkgevers op grote schaal de schoonmaak buiten de deur, met telkens weer nieuwe aanbestedingen waardoor schoonmaakbedrijven werden gedwongen te concurreren op lonen en arbeidsvoorwaarden. Elke keer als werk werd uitbesteed werden de werknemers verder uitgekleed.’’
Bij de DUO en later de gemeente kwamen schoonmakers voor het eerst in verzet. Monika heeft volgens Dijk een grote rol gespeeld. , „Als ík als raadslid iets beweer kunnen andere partijen dat simpel van tafel vegen, alleen al omdat het uit de mond van een politieke opponent komt. Maar dat ligt lastiger als er iemand tegenover ze staat die weet hoe het écht zit.’’ Voor Monika was de drempel hoog: „Toen Jimmy me vroeg in te spreken op het Stadhuis dacht ik: Oh god, wat moet ik nou als schoonmaker tussen al die geleerde raadsleden? Maar iedereen was vriendelijk, er werd echt naar me geluisterd. Ik vond het meteen leuk.’’
Vast contract en minimumloon omhoog
Dat was een leerzame ervaring. „Als ik nu ergens moet spreken, ga ik er fluitend naartoe.” Het hielp dat hun acties vruchten afwierpen. Die verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur kwám er. En de kers op de taart volgde dit jaar: een vast contract voor de vijftig schoonmakers die de gemeente tot dusver op uitzendbasis inhuurde. „Per 1 november zijn ze allemaal in gemeentelijke dienst”, zegt Monika trots. „Ik ben nog op het feestje geweest. Ik was officieel genodigde van de gemeente, dat vond ik heel mooi.”
Haar ervaringen op het Groningse Stadhuis smaakten naar meer. Sinds tweeënhalf jaar zit Monika in de ‘schoonmaakregering’ van de FNV. Daarvoor doorkruist ze het hele land: de ene keer souffleert ze de onderhandelaars van haar vakbond bij de CAO-besprekingen, de andere keer formuleert ze adviezen over arbeidsmarkt- of veiligheidsbeleid. En tussendoor werkt ze ook nog gewoon in de schoonmaak. „Ik heb op heel wat plekken gewerkt in de stad, maar bij woonwinkel Maupertuus ben ik nu in 21 jaar doorgegroeid naar 30 uur in de week. Ideaal.’’
Failliet en dakloos na loonconflict
Dat ze zich zo zou ontwikkelen was bepaald niet vanzelfsprekend toen ze op haar 21e vanuit haar geboortestad Dzierzoniów kwam logeren bij haar Poolse oma in Nederland. Ze raakte verliefd, trouwde en kreeg kinderen. Ze was net bevallen van haar zoon toen ze diep in de schulden en uiteindelijk zelfs in een faillissement belandden doordat haar man zonder inkomen raakte door een loonconflict met zijn baas. ,,We hebben zware tijden gehad’’, zegt ze . ,,We zijn zelfs nog een jaar dakloos geweest. Ga er maar aan staan, met een baby erbij.’’
Maar het allerdiepste dieptepunt werd tegelijk ook een keerpunt. Tot 2007 mocht ze vanwege haar Poolse nationaliteit niet in Nederland werken, maar daarna gingen de Europa (arbeids)grenzen open. ,,Zodra het mocht ben ik werk gaan zoeken. Mijn man werkte al bij schoonmaakbedrijf Effektief hier in de stad en daar kon ik ook komen. Ik heb toen een afspraak met mijn man gemaakt: jij gaat werken voor de vaste lasten en ik voor onze schulden. Die hebben we in drie jaar kunnen aflossen. Dat kán dus, als je een plan maakt en daar aan vasthoudt.’’
‘Voor Monika is het niet vanzelf gegaan: groot respect’
Precies dát is wat Dijk herkent en inspireert. „Ik heb er groot respect voor als mensen zélf het heft in hand nemen en zich organiseren om verandering af te dwingen. Er zijn grote groepen mensen voor wie het leven niet vanzelf gaat. Als je verhaal hoort van Monika, waar ze vandaan komt en waar ze nu staat: dat is niet vanzelf gegaan. Daar heeft ze hard voor gewerkt, harder dan de gemiddelde miljonair. Dat word je niet omdat je het allemaal zelf verdient, maar omdat je de mazzel hebt dat je in een positie zit waarin je dat kunt bereiken. En omdat andere mensen hard voor werken voor jouw ellendig hoge winsten.”
„De samenleving wordt een leukere plek als ook die mensen iets meer zouden delen in die winsten”, vindt Dijk. ,,Dat is voor mij een belangrijke drijfveer in de politiek. Dat is ook wat ik van mijn ouders heb meegekregen. Wat dat betreft had ik ook hen kunnen meenemen naar dit gesprek. Ze zijn allebei ook grote inspiratiebronnen in mijn leven. Mijn moeder is Française en werd als twintiger verliefd op mijn vakantievierende vader op het strand van Bordeaux. Ze kwam met niet veel meer dan een spijkerbroek, T-shirt en ondergoed naar Nederland maar heeft zich hier met hard werken uiteindelijk opgewerkt tot docent Frans.”
Ook vader is inspiratiebron: ‘Hij blijft mij verrassen’
„Diezelfde mentaliteit heeft mijn Rotterdamse vader. Hij heeft nooit een hogere beroepsopleiding af kunnen maken wegens dyslexie. Maar hij heeft altijd keihard gewerkt om het gezin te onderhouden, als timmerman en uiteindelijk meubelmaker toen ze naar Groningen kwamen. Vaak had hij twee banen tegelijk. Het was thuis niet arm maar ook zeker niet rijk. Toch hebben mijn ouders alle vier kinderen laten studeren.”
„Mijn vader is zich altijd blijven ontwikkelen: hij is niet belezen, maar wel beléérd. Ook nu hij zeventig wordt, verrast hij me nog regelmatig met zijn inzichten. Nu, met de crisis in het Midden-Oosten, plaatst hij het feilloos in perspectief. ‘Weet je wel wat daar honderd jaar geleden is gebeurd?’ Of zijn analyse van bijvoorbeeld de arbeidsmigratie: dat is 1 op 1 die van mijn partij. Maar dat haalt hij niet uit een boek of politiek pamflet maar puur door zelf na te denken over alles wat hij hoort en ziet. Zijn nieuwsgierigheid en zelfstandige geest zijn een grote inspiratiebron voor mij.”
Dit was het laatste van vier dubbelinterviews met noordelijke kandidaat-Kamerleden en hun inspiratiebronnen. De afgelopen weken vertelden Elke Slagt-Tichelman (GroenLinks), Herma Hemmen (BBB) en Roelien Kamminga over mensen in hun omgeving die hen inspireren in het leven en de politiek.