Jan Munneke bij het voorhuis dat gesloopt wordt Foto: DVHN
De sloop van het voorhuis van boerderij ‘t Noorn in Krewerd is begonnen. Jan en Liefke Munneke streden jarenlang voor dit moment. ,,Alleen, Liefke is er niet meer. Het gaat pijn doen om hier straks alleen te zijn.”
De 76-jarige Jan Munneke zit wat verdrietig in de ruimte die is gebombardeerd tot kantine. Hier drinken de bouwvakkers van bouwbedrijf Veldman uit Uithuizermeeden en de twee precisieslopers van sloopbedrijf B. Reer uit Winschoten hun koffie. ,,Goed geregeld Jan”, zegt een van de slopers terwijl hij in de koffie roert.
Hogelandster kop-hals-rompboerderij
Munneke knikt. Hij heeft eigenlijk weinig gedaan. De ‘kantine’, voorheen de zomerkamer van de boerderij, is nog ingericht door Liefke. Zijn vrouw, die in april op 64-jarige leeftijd overleed. Een week daarvoor waren Jan en Liefke eruit gekomen met de Nationaal Coördinator Groningen. ,,Negen jaar na Huizinge.” Een amper hoorbare zucht ontsnapt uit zijn mond. ,,Als de bouwvakkers klaar zijn, dan zijn we tien jaar verder. Het had allemaal veel sneller gekund.”
Bijna tien jaar streden Jan en zijn Liefke voor hun prachtige boerderij, die aan het einde van een doodlopende weg net buiten het dorp Krewerd staat. Al vanaf die zware beving bij Huizinge vochten hij en zijn vrouw voor schadeherstel en versterking. ,,Liefke, ja, die hield echt van het protesteren. Dat kon ze goed hoor.”
Kamerdebatten, Statenvergaderingen, informatiebijeenkomsten en protestacties. Munneke haalt het nog maar eens aan. Hij en zijn vrouw waren er te vinden. Woensdag is dan eindelijk - ‘na jarenlang getouwtrek’, memoreert hij nog maar eens - de sloop begonnen. Munneke struint wat rond over de bouwplaats. Om een oogje in het zeil te houden. Koffiebekertjes klaarzetten. ,,De slopers hopen maandag of dinsdag klaar te zijn. Dan komt er een gespecialiseerd bureau voor het heien. En dan kunnen de bouwvakkers het weer opbouwen. Zoals het vroeger was: een beetje Groninger stijl.”
In 1937 werd het voorhuis van de klassieke Hogelandster kop-hals-rompboerderij, die al sinds begin vorige eeuw in handen is van de familie van Liefke, vervangen door een voorhuis in Amsterdamse School-stijl. Maar bij elke aardbeving tikte de schuur het huis verder uit het lood. Tot het niet meer kon. ,,Toen moesten we echt weg van de NAM.”
NAM, CVW, IMG en NCG
Jan Munneke woont alweer vijf jaar in een flatje in Appingedam. Te gevaarlijk, zeiden de medewerkers van de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM). Een van de muren puilde bijvoorbeeld uit. ,,En mensen van CVW, IMG en NCG zijn er ook geweest. Er zijn door de jaren heel veel mensen over de vloer geweest hoor”, zegt hij dan. ,,De meubels staan nog steeds in de opslag.”
Het gaat redelijk met Munneke, vertelt hij in de kantine. Ja, hij mist zijn vrouw enorm. ,,Het gemis is er gewoon. En dat verwerk ik ook niet zo 1-2-3. Alles deden wij samen. De schadeafhandeling. Het regelen. Het bellen. Liefke was altijd heel strijdbaar. Alles deden wij samen”, zegt hij dan nog maar een keer.
Even tuurt Munneke wat naar de koffietafel. De twee slopers houden zich stil. Ze voelen goed aan dat dit niet het moment is om te praten. ,,Liefke is er niet meer. We hadden het plan om hier samen weer terug te komen. Het mocht niet zo zijn. Het gaat pijn doen om hier straks in mijn eentje binnen te komen lopen. Om hier alleen te zijn. Maar ik kan de boerderij niet laten voor wat het is. Dat nooit.”