De vloedgolf doodde kerstnacht 1717 mens en dier. Foto: Archief DVHN
Hij zag op 24 december bij Reide de lucht verkleuren en kolken. Thomas van Seeratt vreesde de naderende storm, sloeg alarm, maar het was al te laat. Een vloedgolf brak kerstnacht 1717 door de Groningse dijken en doodde mens en dier.
Het stelt gerust, met het veranderende klimaat, het extremere weer en de stijgende zeespiegel, dat de Groningse dijken al drie eeuwen op orde zijn. De aanzet daartoe gaf de Zweedse kapitein Thomas van Seeratt (zie kader), na de verwoestende Kerstvloed van 1717.
Hoewel hij werd gezien als held, wordt zijn naam tegenwoordig met reserve uitgesproken. De daadkrachtige dijkcommissaris, naar wie in 1925 een waterschap werd vernoemd, het huidige Noorderzijlvest, was voor de West-Indische Compagnie kapitein op slavenschepen.
Het schip van de provincie Groningen dat de naam van Thomas van Seeratt droeg. Foto: Archief DVHN
Het werkschip van de provincie Groningen dat eveneens zijn naam droeg, heet sinds september vorig jaar PW17, op verzoek van de partijen Volt en Groen Links.
Dijken in slechte staat
Van Seeratt blijft echter de man die bestuurders in deze regio overtuigde de dijken eens goed te verstevigen. De Zweed was in 1716 aangetrokken als commies van de regio Stad en Lande, zeg maar de huidige provincie Groningen. Een functie waarin hij verantwoordelijk was voor de zeewering.
De kersverse commies concludeerde op 12 december 1716 al dat de zeedijken, de verantwoordelijkheid van landeigenaren, in slechte staat verkeerden. Er was geen eenheid, ze waren te hol of te stijl, stonden te dicht op het water of verkeerd om en ook het paalwerk bleek van slechte kwaliteit.
Lucht kleurde en kolkte
Ter vergelijking wees hij op Friesland, dat de zaken wel op orde had. Hij ging na kritiek van de bestuurders, die zijn deskundigheid eerst in twijfel trokken, in 1717 toch aan de slag, al bleef het in dat jaar slechts bij onderhoud.
Hij was het ook die de storm op 24 december zag aankomen. Van Seeratt was aan het werk bij de Punt van Reide, een landtong in de rivier De Eems, en zag dat de lucht wonderlijk kleurde en begon te kolken. Als kapitein wist hij wat dat betekende.
Het hele kustgebied overstroomd
Een stevige zuidwestenwind veranderde die dag plotseling in een noordwesterstorm. En waar Van Seeratt voor had gewaarschuwd gebeurde. De ziedende wind joeg een vloedgolf op en in de nacht van 24 op 25 december braken de dijken op tal van plekken in Groningen.
De vloedgolf doodde kerstnacht 1717 mens en dier. Foto: Archief DVHN
De gevolgen waren verschrikkelijk. Overigens niet alleen in deze provincie. Het hele kustgebied van Noord-Nederland en Duitsland, tot aan Denemarken, werd door het water overspoeld en in totaal verdronken tussen de 11.000 en 14.000 mensen.
Meer dan 2.000 doden in Groningen
Van de circa 2500 slachtoffers in Noord-Nederland kwamen 2276 uit de Groningse kustgemeenten. Zo’n 1600 huizen raakten beschadigd of verwoest en 11.666 koeien, 3206 paarden, 1302 varkens en 21.293 schapen kwamen om.
De omvang van de Kerstvloed in Friesland en Groningen. Foto: Archief DVHN/ www.huyske.com
Een zeilschip liep in het Duitse Oost-Friesland pas 8 kilometer landinwaarts aan de grond en het water klotste tot 30 centimeter hoog tegen de stadsmuren van Groningen. Het noordelijke ommeland was één grote zee.
Damianusvloed, Allerheiligenvloed, Sint Maartensvloed
De Kerstvloed van 1717 was niet de eerste grote overstroming. Ook de Damianusvloed in 1509, de Allerheiligenvloed van 1570 en de Sint Maartensvloed van 1686 maakten veel slachtoffers.
Het titelblad van een brochure over de Kerstvloed, verschenen in Groningen in 1719. RHC Groninger Archieven.
Van Seeratt leidde de reddingsoperaties vanuit de Stad. Er werden op eerste kerstdag in totaal tachtig schepen uitgezonden om mensen, dieren en goederen uit het overstroomde land te halen. Wat gered kon worden werd in de stad ondergebracht.
Reddingsoperatie
De reddingsoperatie duurde tot begin januari 1718. Daarna werd schade in kaart gebracht en deed Van Seeratt begin februari opnieuw kond van de slechte staat van de zeeweringen.
Een dijkprofiel uit het rapport Thomas van Seeratt. Beeld: RHC Groninger Archieven
Het duurde maanden eer al het dode vee was geborgen en het water was verdwenen. Het hele jaar ging op aan herstel en versterking van de dijken, al ontstond er tussen stad en provincie gedoe over de financiering. De Staten van Friesland moesten bemiddelen.
Ruiter op het witte paard
Het is verleidelijk om in Thomas van Seeratt de ruiter op het witte paard te zien uit de roman Der Schimmelreiter van de Duitse schrijver Theodoor Storm uit 1888.
Het leven van hoofdpersoon Hauke Haien vertoont veel parallellen met dat van Van Seeratt. Het boek bleek ook inspiratiebron voor de film over de Kerstvloed die in 2017 in première ging.
Haien is een held die bij storm te paard over de dijken snelt en zich er net als de Zweedse kapitein voor inspant de zeewering op orde te krijgen. De dijken houden na de inzet van Van Seeratt stand, net als die in Der Schimmelreiter.
De ruiter op het witte paard ziet echter, een paar jaar na zijn herstelwerk, dat tijdens een storm wat oude dijken breken en zijn vrouw en dochter meegesleurd worden door het water. Overmand door verdriet rijdt hij met paard en al de zee in en roept: „Heer, neem mij, red de anderen.”
Het verhaal eindigt met het beeld dat op stormachtige nachten een geheimzinnige ruiter op een paard wordt gespot, die de dijken controleert.
Der Schimmelreiter.
Thomas van Seeratt (1676-1736)
Thomas van Seeratt komt uit het dorp Hakarp in de Zuid-Zweedse regio Småland. Hij trad in 1707 in dienst van de West-Indische Compagnie (WIC) en voer als kapitein naar Afrika, onder meer om slaven te halen.
Hij begon op het jacht Elmina van de kamer Amsterdam van de WIC en kwam in 1708 als schipper van de Eva Maria in de problemen. Op de terugweg had hij zonder toestemming limoensap aan boord.
Ook in 1710 was er gedoe, omdat hij bij terugkeer op Texel schip en lading in gevaar bracht. Na schipbreuk in 1713 met De Africaense Galeij moest hij opnieuw verantwoording afleggen, maar Van Seeratt werd in 1715 kapitein van De Nieuwe Post, een slavenschip van de Groningse WIC-kamer Stad en Lande.
Stad en Lande waren blijkbaar tevreden, want Van Seeratt werd in 1716 commies provinciaal voor de waterstaat. Hij wees meteen op de zwakke dijken en organisatie, al kon de Kerstvloed in 1717 niet voorkomen worden.
Na herstel en verbetering van de Groningse dijken werd de Zweed in 1721 rentmeester van ‘de vaste goederen der provincie’. Hij beschreef zijn werk aan de dijken in een Journael en Dyckagie.
Thomas van Seeratt woonde in huis Overwater in Hoogezand, in 1973 gesloopt en kocht in 1722 het pand op de hoek Oude Boteringestraat-Broerstraat van jonker Tamminga van Alberda. Daar woonde hij tot zijn dood in 1736.
Villa Overwater in Hoogezand, dat schuin tegenover het oude gemeentehuis van Hoogezand stond en waar Thomas van Seeratt woonde. Foto: Archief DVHN
Een nieuwe storm
Er was meer onrust. Bewoners van buiten de kuststreken werden gedwongen mee te helpen en het verzet daartegen mondde uit in een boerenopstand, waarbij duizenden op 4 oktober 1718 het Huis te Aduard van jonker Evert Joost Lewe bestormden. Het leger moest er aan te pas komen.
Herstel en verstevigingen waren amper klaar of een nieuwe hevige noordwesterstorm stak op 19 januari 1719 de kop op. De dijken van Van Seeratt hielden echter stand, net als bij de storm in 1720, die even sterk was als in 1717.